maandag 8 augustus 2016

Gedicht: Natuurhistorisch museum

Natuurhistorisch museum

Gevat in metalen zuilen het licht
dat zich de weg laat wijzen, zich neervlijt
op de rangen glad hout, spiegelend glas,
opgesteld onder de blik van wijzen
aller eeuwen, beschaving's keur. Hun werk
wordt hier geëerd, hun strakke ordening
gelegd op wat bestaat. Witte botten,
zwarte afgietsels, prachtige veren,
reuzen waartussen kinderen rennen.
Maar het mysterie is niet te vangen
door mensenhanden, het toont haar glorie:
levenskracht uit vergeten aeonen, 
uitbottend, gepassioneerd, bestaat
over miljarden jaren, als deze schrijn
tot stof is teruggekeerd, nog steeds. Ik buig
mijn knie en fotografeer erop los.