dinsdag 24 juni 2014

Gedicht: Blinddoek

Werkelijkheid

Ik leefde in een wereld zwart,
hoorde niets, zelfs geen gefluister.
Mijn dikke vingers gleden van
elk voorwerp af. Ik was alleen,
overgeleverd aan mijzelf.

Ik wist van kleuren, van muziek,
uit mijn kindertijd, herinnerde
zacht fluweel dat ik beroerde,
een blije lach. Dat was voorbij.
Ik had verleiding weggedaan.

Ik moest werken, betalen voor
elke adem, de voedselbrij,
mocht al blij zijn dat ik leefde,
verder niet klagen, gehoorzaam
doen waarvoor ik was aangeschaft.

Tot op een dag handen streken
over mijn gezicht. De blinddoek
werd verwijderd. Uit mijn oren
vielen dikke proppen. Handschoen
werd door tere huid vervangen.

Overweldigend. De waarheid
bood zich aan mijn zintuigen aan,
vulde leegtes die ik niet kende.
Wat was de prijs? Ik kreeg
geen antwoord dan een brede lach.