zaterdag 28 december 2013

Filmbespreking: Frozen

De Disney-film Frozen is een van de grote kaskrakers in de bioscoop van dit najaar. Het feit dat een film met twee vrouwelijke hoofdpersonen zoveel geld oplevert, helpt filmcritici in hun betoog dat films met vrouwen als karakters net zo succesvol kunnen zijn als films met mannen in de hoofdrol (de meeste Hollywoodfilms kiezen een mannelijk perspectief). Naast deze film is het The Hunger Games - Catching Fire die laat zien dat het publiek ook wil gaan voor verhalen over vrouwen, mits ze sterk verteld worden. Een hoopgevend perspectief, omdat het heersende idee tot nu toe was dat vrouwen wel bereid zijn om zich te identificeren met mannen in films, maar dat mannen (en vooral jongens) niet bereid zijn zich te identificeren met vrouwen en meisjes. Die zouden kennelijk voor veel mannen ‘icky’ zijn. Dit ontmaskert mijns inziens een tragisch vooroordeel, namelijk dat vrouwen kennelijk niet net zo zeer ‘persoon’ zouden zijn als mannen. Dat vrouwen meer belangrijk zijn om hun rol in het verhaal van een man, dan dat hun verhaal op zichzelf belangrijk zou zijn. Dat het in het leven van een vrouw draait om romantiek -alsof een vrouw niet zichzelf zou kunnen zijn zonder een partner- en niet om creativiteit en avontuur.
Dit getuigt mijns inziens van respectloosheid: een seculiere variant van het disrespect voor vrouwen in conservatieve religieuze omgevingen, en net zo schadelijk. Het komt volgens mij in beide gevallen voor uit een verwrongen beeld over de relatie tussen het ‘geestelijke’ of het ontastbare en het ‘lichamelijke’, waarbij in het ene geval het lichaam wordt ondergewaardeerd, en in het andere geval het geestelijke/ontastbare. Dit heeft volgens mij in beide gevallen een relatie met een transactioneel wereldbeeld. In plaats van te geloven dat de liefde (iets ontastbaars) zichtbaar wordt in onze levens in deze wereld (tastbaar, materieel), wordt in het ene geval het lichaam, de materie gezien als iets oncontroleerbaars, dat de beloning van Gods acceptatie bedreigt, of het lichaam en zijn voortbestaan wordt gezien als het doel op zich boven liefde voor anderen (hoe kan opofferende liefde ooit jou zelf ten goede komen?).
Gelukkig is in deze film het romantische plot niet het centrale verhaal voor de twee vrouwelijke hoofdpersonen. Een van de vrouwelijke karakters heeft helemaal geen potentiĆ«le partner in het leven. De ander heeft er twee, maar het gaat in het verhaal niet om de vraag voor wie ze kiest, maar om wat ze voor heel iemand anders over heeft. Vrouwen kunnen namelijk ook een verhaal dragen zonder dat daarin de romance centraal staat! Ik denk trouwens dat dit is waarom jongens zich vaak niet zouden identifieren met vrouwen in films en verhalen, omdat voor jongens romantiek niet zo centraal staat. Met vrouwen met andere dilemma’s dan ‘met wie wil ik een relatie’, kunnen ze zich heus wel identificeren. Zie ook weer ‘Catching Fire’, waarin ook de liefdesdriehoek een ondergeschikte rol speelt, vergeleken bij de strijd van Catniss Everdeen tegen de onderdrukking van het Capitool.

Deze Disneyfilm is niet alleen financieel een succes, ik heb ook erg lovende recensies gelezen. Meerdere recensenten noemen dit de beste Disneyfilm sinds Beauty and the Beast, de eerste (en tot nu toe enige) animatiefilm die voor ‘beste film’ was genomineerd bij de oscars. De suggestie wordt gewekt dat de animatiedivisie van Disney een nieuwe renaissance doormaakt. Daar ben ik ook heel blij mee, vooral omdat wat deze film over liefde en relaties zegt, wel veel verschilt van de boodschap van de animatiefilms van vroeger. In de meeste Disneyfilms van vroeger stond romantiek namelijk centraal. Maar dan niet de romantiek van twee mensen die diepe gesprekken voeren en ontdekken dat ze interesses en normen en waarden delen, en ervoor kiezen samen op te trekken, maar de romantiek van de liefde op het eerste gezicht, een mysterieuze vonk die overspringt, eigenlijk alleen gebaseerd op seksuele aantrekkingskracht (soms geholpen door tovenarij). En voor deze door feromonen tot stand gebrachte verbinding moet in deze films al het andere wijken. Familierelaties hebben opeens geen waarde meer, gebruiken van de maatschappij tellen niet meer, eigen interesses en overtuigingen moeten wijken. Om de relatie tot stand te brengen houden sommige karakters zelfs op zichzelf te zijn. Daarbij komt nog de suggestie dat romantische liefde andere mensen kan veranderen. Dat een vrouw door zichzelf op te offeren een man van een beest in een beeldschone prins kan veranderen. Het idee dat je als vrouw door je liefde een alcoholist van zijn verslaving kunt afhelpen, of een wildebras tot rust kunt brengen. Het idee dat een agressieve, mishandelende man wel bijtrekt als er maar iemand van hem houdt. Ook een transactioneel idee, trouwens. En een idee (van liefde iets transactioneels maken) dat volgens mij heel schadelijk is.
Deze film steekt gelukkig de draak met beide uitgangspunten. Een van de karakters wordt verliefd op iemand die ze net ontmoet heeft, en kiest er diezelfde dag voor met hem te trouwen. Een ander reageert geschokt: ‘je kunt niet met iemand trouwen die je net een dag kent!’. Het wordt een paar keer herhaald, en deze persoon geeft aan dat hij het ‘beoordelingsvermogen’ van het karakter betwijfelt (Waarin hij gelijk blijkt te krijgen in de volgende scene). Dit wijzere personage heeft zijn kennis over liefde opgedaan van zijn vrienden, de liefdesexperts. Deze ‘liefdesexperts’ zijn een tijd lang heel mysterieus in de film, maar ze komen uiteindelijk nog een keer voor. En ook dan geven ze goed advies, namelijk dat je in een relatie niet moet proberen iemand te veranderen, omdat mensen over het algemeen nu eenmaal niet veranderen. En dat je dus niet het ideaal van de prins op het witte paard met een sixpack op z’n buik, zowel sterk als gevoelig, moet hebben, en vooral niet verwachten dat je een man die zoals hij is tekort schiet, met wat moeite wel aan dat ideaal kunt laten voldoen. Hun advies is dat je kritisch moet zijn op iemands karakter (is iemand goed? Heeft iemand een goed karakter?), en de kleine ergernissen met liefde over het hoofd moet zien. In plaats van potentiĆ«le partners te zien als ‘fixer upper’, die je met een beetje werk wel kunt veranderen, moet je zoeken naar iemand die bij je past, ‘flaws and all’.
Ik hoop in elk geval dat de volgende Disneyfilms het voorbeeld van deze volgen en films maken waarin meisjes niet alleen een rol hebben als op liefde beluste prinsesjes, maar waarin ze volledige levens leiden. Misschien als wetenschapper? Er zijn genoeg vrouwelijke wetenschappers die een verhaal verdienen (Marie Curie?). Er mag heus wel romantiek in zo’n film voorkomen, maar het is niet waar het leven om draait. Het is iets dat voortkomt uit een vol hart, niet iets dat de leegte in het hart kan vullen. Liefde is sacramenteel en niet transactioneel. En daar gaat het in deze film heel expliciet over: liefde die zich niet opoffert uit afhankelijkheid of co-dependency, liefde die zich niet opoffert omdat iemand ‘niet zonder de ander zou kunnen’. Maar liefde die zegt dat sommige mensen het waard zijn om voor te smelten. Liefde die voortkomt uit een volheid van binnen, een gevende volheid, die wil uitdelen aan anderen. Die zich wil opofferen, als positieve keuze en niet uit leegte. Maar die ook creativiteit voortbrengt en kunst. Allebei komen uit de volheid van het hart voort, worden vrij gegeven, en veranderen de wereld. En drijven daardoor de angst, die voortkomt uit leegte, voor altijd uit.

De film is (heel losjes) gebaseerd op Andersens’ sprookje van de ‘Sneeuwkoningin’. Maar wel heel losjes. In deze versie van het verhaal leven er in het vaag Noors aandoende landje Arendel, dat zich bevindt in een prachtig fjord, twee zusjes, dochters van de koning en koningin. Door een incident in het verleden zijn ze van elkaar vervreemd geraakt. De uitbundige, enthousiaste Anna probeert steeds contact met haar zus te leggen, maar Elsa sluit zich op haar kamer op, bang om iemand kwaad te doen met haar bijzondere gave. Ze kan namelijk ijs en sneeuw uit haar handen voortbrengen. En niemand mag dat weten. Helaas komen hun ouders om het leven.
Elsa, de oudste van de twee, wordt vervolgens gekroond tot koningin. Er gebeurt echter iets waardoor ze de controle over haar gave verliest en de hele fjord bevriest. Geschrokken door haar daad, en uitgejouwd door haar onderdanen, vlucht ze de bergen in. Daar, ver weg van andere mensen, kan ze eindelijk zichzelf zijn. Ze wordt echter gevonden door Anna, die haar achterna is gereisd. Anna gelooft namelijk dat Elsa de betovering van Arendel wel ongedaan zou kunnen maken. Maar het zal wel wat moeite kosten om haar zus daarvan te overtuigen. Ze brengt namelijk zelfs een groot sneeuwmonster tot leven om opdringerige bezoekers buiten de deur te houden. Ondertussen probeert prins Hans in Arendel de situatie onder controle te houden ...

Ik vond Frozen een prachtige film. Er is natuurlijk veel mogelijk met animatie tegenwoordig, maar de makers hebben zich hier wat mij betreft overtroffen. Ik vond vooral de lichtval mooi en sfeervol, waarbij soms stralen licht door de wolken braken met adembenemend effect. Daarnaast is de muziek, zoals je van Disney mag verwachten, erg mooi. Het begint met een lied dat me een beetje aan het begin van ‘The Prince of Egypt’ deed denken. Een sneeuwpop mijmert later over de zomer, met humoristische consequenties, en een van de karakters zingt het prachtige ‘Let it Go’, dat me in combinatie met de beelden wel de koude rillingen bezorgde. De humor in de film was goed gedoseerd. Natuurlijk waren er de vereiste komische bijfiguren. Maar waar ik bij het zien van de trailers mijn twijfels had bij de geloofwaardigheid van een levende sneeuwpop, smolten die bij het zien van de film weg als sneeuw voor de zon. De sneeuwpop heeft een reden tot bestaan, illustreert een belangrijk punt (namelijk het belang van onvoorwaardelijke liefde. En omdat het van een sneeuwpop komt, geldt het voor zowel mannen als vrouwen, en niet alleen voor vrouwen zoals soms in andere Disneyfilms). Ik had hem uiteindelijk in mijn hart gesloten. Het enige minpuntje is een plottwist aan het eind, waardoor een verhaal dat lang geen werkelijke schurk of tegenstander kende, opeens traditioneler ging verlopen. Het is niet helemaal geloofwaardig, maar maakt wel het mooie einde van de film mogelijk, dat het verschil tussen transactionele en sacramentele relaties illustreert, dus accepteer ik het maar.

Hoewel Anna het grootste deel van de tijd in deze film wordt gevolgd, is Frozen eigenlijk het verhaal van Elsa. En hoewel het hart van iemand anders door tovenarij bevroren raakt, gaat het in deze film om haar hart dat moet ontdooien. Want haar hart is al van jongs af aan bevroren geweest. Niet door een toverspreuk, maar door een nog veel schadelijkere vervloeking. Als jong meisje bracht ze namelijk per ongeluk iemand schade toe met haar gave. Daar was ze zelf nog meer van geschrokken dan haar ouders. De schade kon gelukkig ongedaan worden gemaakt, maar ze kreeg op het hart gedrukt dat het niet meer mocht voorkomen. Maar in plaats van haar te leren met haar gave om te gaan, krijgt ze te horen dat ze deze krachten moet verbergen. Niemand mag weten waartoe ze in staat is. Dus gaat ze handschoenen dragen, sluit ze zich op op haar kamer, en probeert ze opwinding te voorkomen, bang dat haar gave zich opnieuw aan haar controle onttrekt. Maar het probleem wordt alleen maar groter. Elsa wijst zichzelf af, ze heeft een afkeer van wat haar lichaam doet, en ziet zichzelf als een monster. En dit blijkt natuurlijk een ‘self fulfilling prophecy’.
Haar zelf-haat is voor mij pijnlijk invoelbaar. Ook ik heb mijn verlangens lange tijd onderdrukt, omdat ik in de kerk en in het gezin waarin ik opgroeide leerde dat ik ze moest wantrouwen, dat ze me van God afleidden (op hun best) en zonde waren (op hun slechtst). Ik vond zelfs dat ik niet mocht schrijven. Juist omdat ik zo graag verhalen verzon, dacht ik dat het dus niet goed kon zijn. Maar in het afwijzen van die verlangens, begon ik mezelf af te wijzen. Want mijn verlangens, dat ben ik. Er is geen onderscheid. Jezus zegt het zelf: “Maar wat de mond uitgaat, komt uit het hart, en dat maakt de mens onrein. Want uit het hart komen boze overleggingen, moord, echtbreuk, hoererij, diefstal, leugenachtige getuigenissen, godslasteringen. Dat zijn de dingen die een mens onrein maken” (Matteus 15:18v). Als ik moet haten wat uit mezelf voortkomt, moet ik dus mezelf haten. En zelfhaat leidt tot overspannenheid, depressie, zelfmoordgedachten. Ik dacht immers dat ik een monster was, iemand op wie God boos moest zijn (verhinderd door een juridische trucje door Jezus), iemand van wie ik in elk geval niet mocht houden.

Als Elsa ontdekt dat ze haar gave niet verborgen kan houden, vlucht ze, naar een plek waar ze haar kracht ongelimiteerd kan uiten. Al haar verlangens komen naar buiten. Haar creatieve verlangen, maar ook haar seksuele verlangen (ze schudt haar haren los uit de knot en maakt een glimmende, strakke jurk voor zichzelf). Creativiteit en seks zijn beide aspecten van zelfexpressie. En dat is wat ze doet: ze uit zichzelf. Dat leidt tot mooie dingen, zoals haar paleis, maar ook minder mooie dingen, zoals het sneeuwmonster dat haar zus Anna bedreigt. Haar zelfexpressie komt namelijk voort uit rebellie. Het is een reactie op de afwijzing van de omgeving, waar ze zich met geweld tegen afzet. En als haar zus haar confronteert, geeft ze toe dat ze nog steeds diep van binnen gelooft dat haar gave iets schadelijks is, en dat ze dus alleen en afgezonderd moet blijven. Haar trektocht de bergen in voelt aanvankelijk als bevrijdend, maar is dat uiteindelijk niet. Haar gevangenis is wel mooier, omdat ze die zelf gemaakt heeft, maar het blijft een gevangenis.  Haar fundamentele probleem van zelf-haat is er nog steeds, en dat is wat haar gevangen houdt.

In het slot van de film offert iemand zich uit eigen keuze voor haar op, hoewel ze dat niet verdiend had. Ze vond ook niet dat ze dat verdiende: ze geloofde immers van zichzelf dat ze slecht was. Maar dat hield de ander niet tegen. De ander koos er namelijk zelf voor van Elsa te houden. “Niet licht zal iemand voor een rechtvaardige sterven, immers, voor de goede heeft misschien iemand nog wel de moed te sterven. Maar God bevestigt zijn liefde ten aanzien van ons hierin, dat Jezus Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren.” (Romeinen 5:8). Als iemand haar de moeite waard vind om zich voor op te offeren, kan Elsa zichzelf misschien ook de moeite waard vinden. Dan hoeft ze zichzelf, en haar verlangens misschien niet afgewezen. En als vervolg daarop doet ze een belangrijke ontdekking: namelijk dat als ze wordt gemotiveerd door liefde, in plaats van angst, haar gave helemaal niet gevaarlijk is. Het offer heeft liefde in haar opgewekt, en die liefde komt nu via haar lichaam tot uiting in wat ze doet. In haar verlangens, en in haar gave. Ze maakt nog steeds sneeuw en ijs, maar ziet het niet meer als iets slechts, maar iets waarmee ze anderen kan liefhebben. En dat verandert de wereld. Als uit het zondige hart slechte dingen voortkomen, komen uit het genezen hart goede dingen voort. De vrucht van de Geest. De vrucht van de wijnrank.
Het offer van de ander maakt Elsa echter niet minder zichzelf. Ze kruipt niet weer terug in haar gevangenis. Haar verlangens blijven de hare. Haar haar blijft los, ze houdt haar mooie jurk. Sterker nog, voor het eerst durft ze zichzelf te laten zien, zonder bang te zijn voor afwijzing, omdat ze zichzelf niet meer afwijst. Want de ander wees haar niet af, verbond geen voorwaarden aan het offer, geen kleine lettertjes. De ander liet haar vrij om zichzelf te zijn. En dat is ze. Ik zie in deze film een krachtig voorbeeld van een sacramenteel proces: als wij ervaren dat God ons liefheeft, wekt dat bij onszelf liefde op, liefde die van binnenuit zichtbaar wordt in onze zelfexpressie, via ons lichaam. Een andere manier om vrij te worden is er niet.
Ik ben zelf nog aan het leren wat dit voor mij betekent. Wat het betekent dat ik mezelf niet hoef af te wijzen, en hoe de liefde van God me vrij maakt om zelf lief te hebben, en mezelf tot expressie te brengen op alle manieren die het lichaam daarvoor kent. In mijn volgende blogberichten hoop ik daar meer over te schrijven.