woensdag 17 juli 2013

Gedicht: 'Hier sta ik, ik kan niet anders'

'Hier sta ik, ik kan niet anders'

Ik heb hen trouw gediend, mijn leven lang
Gedreven door hun woorden.
'T was voor mijn eigen goed. Beloning
Lag voor mij in het verschiet. Of straf.
Als ik niet kon doen alsof. Ik faalde,
bezweek haast door de pijlen, werd ziek van koorts
Tot ik uit hun haven vluchtte.

Maar ik heb voet aan wal gezet, een veilig land,
Onder de witte wolken.
Waar ik gewoon mezelf mag zijn. Niet anders.
Mijn hart is thuis. Ik droom niet langer
Maar adem zoete geuren in. Drink water dat verkwikt.
Mijn wond geneest. De innerlijke leegte
Echoot niet meer mijn wanhoopskreet.

Nu arriveert de vloot. Hun zeilen afgetekend
Tegen de rode lucht.
Hun laarzen trappen plat het groen, hun vuur
Verandert tere hoop in as.
Ze roepen: mijn land is als een luchtkasteel
En ik verdoemd als ik me niet opnieuw
Aan gouden ketens overgeef.

Hoe kwelt mijn vrijheid hen? Hun rijk
Lijkt in de kern bedreigd.
De wereld moet hun stempel dragen. Voldoen
Aan wat hun spiegel toont. Volmaaktheid.
Maar ik ben hen niet gelijk, ben levend dood
Als ik hen volg. Die weg is afgesloten,
Ik neem eindelijk mijn wapens op.