dinsdag 31 januari 2012

Links: snowboarden op Titan, animatie over boeken, wilskracht en genade

Kun je snowboarden van de duinen van Titan (die niet uit zand maar uit plastic blijken te bestaan?)

Omdat ze eten van een invasieve plant zijn de inheemse blauwtongskinken van oostelijk Australie resistent tegen het gif van een invasieve reuzepad.

Ik hou van originele muziekvideo's. De band Wilco heeft er een gemaakt in samenwerking met Popeye.

Ik hou ook van animatiefilmpjes. Zoals deze die voor de oscar genomineerd is: The Fantastic Flying Books of Thomal Lessmore. Hij gaat over boeken, wat hem direct een van mijn favoriete korte films ooit maakt ...

Goed nieuws voor de liefhebbers van superheldenfilms (daar behoor ik toe): Matthew Vaughn, de regisseur van X-men: First Class, heeft zijn contract getekend voor het vervolg.

Weer een aardig artikel over de begrenzing van onze wilskracht legt uit waarom fitnesscentra winst kunnen maken van mensen die niet komen sporten: "Given the choice between small/soon rewards versus larger/later benefits, we'll take the former. Hyperbolic discounting helps to explain why Congress can't pass deficit reduction, why drug addicts stay addicts, why debtors don't pay off their bills, and why you keep telling yourself that the right day for exercise is always "tomorrow." The other problem with sustaining the motivation to work out is that ... well, motivation is exhausting! According to the theory of decision fatigue, the simple act of making any decision depletes us of a limited store of willpower. Exercise isn't just an investment of time, it's also a choice -- and a difficult, even exhausting choice for people whose daily habits don't involve running and lifting." Alleen jezelf betalen of straffen voor het nalaten van het sporten lijkt te helpen. Helaas denken nog steeds veel christenen dat we op onze wilskracht kunnen vertrouwen om onszelf te veranderen. In een wat ouder artikel op Mockingbird wordt de theologie van Joel Osteen onder de loep genomen: "The human condition, described in the Bible, is that “no one seeks God”—rather, we are bound to seek our selves, our own good. To tell bound people, people enslaved to compulsive self-destructive behavior, to just change their thinking is dead-on-arrival. In the Bible, God is seen as a Savior—someone who rescues people when they are at their worst, not when they are thinking positive thoughts."
Dit wordt verder uitgewerkt in een prachtige overdenking: "In our constant quest for happiness, for peace, the answer is to be found not in the quest for control, but in the release of it. True peace only comes about when we receive the good news that in spite of our petty powerlessnesses and intractable addictions, however big or small they may be, we are loved and accepted; that we do not, in fact, control our own destiny, but rather our fate has been bought and our future is secured by the Cross of Christ. As we walk through life, constantly frustrated by our inability to be and do what we want, the answer is not self-mastery, but rather the love of the Master. We are not, and will never be, what we ought to be, yet God, through Jesus, says to us, over and over again, “I love you, I love you, I love you.”

Ook The Christian Monist schrijft in een deel van zijn vervolgserie over de menselijke zoektocht naar betekenis. We hebben een bodemloze put in ons hart, en onze pogingen die te vullen leiden tot manipulatie en controle (oftewel: zonde):  "From that pit in your souls where you feel worthless, you have this insatiable desire to manipulate others to make yourselves feel more worthy. When you manipulate others, you push up your own emotional position from part of the worthless herd, to a master level, the one who controls others ... virtually all sin is the result of humans trying to fill that bottomless pit." Het goede nieuws is echter dat God ons liefheeft en daarmee alle betekenis heeft gegeven die we zouden kunnen wensen. Dit is waardoor ons gedrag verandert, niet door regels en verplichtingen. "If you really, really understand the Gospel and that the bottomless pit has found a bottom . . . and a lid . . . and a complete filling, the need for sin goes away. If your really grasped the fact that we are extremely forgiven, that we have an absurd value and that we now please God with unquenchable pleasure . . . the need for sin becomes extraneous."

Ons succes, onze betekenis, het blijkt allemaal niet van onze wilskracht af te hangen. Ik las dit mooie artikel over de liefde van God. "God loves you. Period. Isn't that only half the story? No, it's the whole, entire, complete story.  There is nothing else in God's attitude toward you but love.  His love does not come alongside anything else that might dilute or alter or temper it, or overrule it or modify it in any way.  Or even "balance" it or form some sort of polarity with it.   There is no tension, so to speak, betwen God's love and anything else.  There is no dark side whatsoever in God's attitude toward you.  It's pure love, infinite love, unconditional love." Maar hoe zit het dan met de hel? "Hell does not mean God sends someone to any separate place.  Hell does not mean God tortures us, or has the devil do it for Him.  Hell is something each person does to himself.  As the saying goes, the gates of hell are locked on the inside. It's our reaction to God's love that becomes our hell.  There can be all sorts of reasons God's very Love becomes hell for us. But God Himself harbors nothing for us but eternal, undiluted, steadfast, unchanging, infinite Love.  Period."

Wat is het gevolg van het op zo'n manier leven in afhankelijkheid van God? Als we beseffen dat wij zwakke mensen zijn en Hij de enige is die onze verlangens kan vervullen? The Rabbit Room suggereert het antwoord: "Instinctual gratitude and unprovoked gladness. And unprovoked isn’t quite right the right word. It will only seem such. For as we grow, won’t our hearts be awakened to the wonders everywhere to be seen, so that everyday we live and breathe and have God’s unmerited favor we are overwhelmed with thankfulness? We will always be provoked."

maandag 30 januari 2012

Religie, relatie of liefde?

Een paar weken geleden deed er een video de ronde op internet met een soort gedicht op een beat - ‘spoken word’ noemen de mensen die op de hoogte zijn van moderne cultuur dit fenomeen. De titel was: ‘Why I hate religion, but love Jesus’. Ik zag hem overal voorbijkomen, op Twitter, op Facebook. Het kan bijna niet anders of lezers van mijn blog hebben deze beelden ook gezien. En ik las er ook nog eens talloze commentaren op. Van mensen die het met de maker eens waren, maar ook veel van mensen die het niet met hem eens waren.
Wees gerust, ik ga niet nog een analyse van deze ‘spoken words’-uitvoering publiceren. Ik was het met veel uit de video eens, al had ik wel graag een vermelding gezien van Jezus’ opstanding en niet alleen van Jezus’ dood. Maar ik werd wel aan het nadenken gezet door de discussie er omheen. Het filmpje werd regelmatig doorgestuurd en ge-‘liked’ door mensen die ik ken uit de kerk. Mensen die ook heel enthousiast zijn over het kerksysteem, en die het heel belangrijk vinden dat je daaraan meewerkt en een taak uitvoert en genoeg bidt en uit de bijbel leest. Ik vond dat ironisch. Wat deze artiest beweerde, was dat ‘Religion says do, Jesus says done’. En zij knikten daarbij. Om vervolgens in de kerk in preek na preek te horen dat je eigenlijk meer moet bidden, uit de bijbel lezen, evangeliseren et cetera. En daar ook bij te knikken. Volgens mij is er hier sprake van een begripsverwarring. Om uit een van mijn favoriete films, The Princess Bride, te citeren: “You keep using that word. I don’t think it means what you think it means ...
Ik zie de boodschap zoals die in de evangelische kerk wordt gepredikt, als in essentie religieus. De kern lijkt te zijn dat wij door onze activiteiten controle kunnen uitoefenen over onze relatie met God en dus over God zelf. Als wij niet bidden of naar de kerk gaan, gaat het slecht tussen ons en God en dus uiteindelijk met ons. Als wij wel bidden en naar de kerk gaan, zal God ons zegenen en zal het dus goed met ons gaan. Deze activiteiten verwacht God toch wel van zijn volgelingen om ze tot ‘goed christen’ te kunnen bestempelen. Maar mijn kennissen definiĆ«ren religie anders. Ze geloven immers dat ze gered zijn door genade. Wat ze doen in de kerk zouden ze dus niet als religie omschrijven. Nee, ze zouden zeggen dat het gaat om een relatie. Christendom is geen religie, maar een relatie. En, wordt er dan aan toegevoegd, aan een relatie moet je werken. En daar komen al die activiteiten weer om de hoek kijken. Maar de schijnbare relatie krijgt zo wel een heel religieus karakter!
Dit valse onderscheid werd ook opgemerkt door veel criticasters van het betreffende filmpje, vooral van degenen uit de meer traditionele kerken. Volgens hen was de artiest niet vernieuwend, maar een doodgewone evangelicaal, die net als zovelen voor hem het mantra ‘relatie, geen religie’ herhaalde. En ze toonden, volgens mij overtuigend, aan dat dit een valse tegenstelling is. Ze lieten zien hoe mensen niet aan religie kunnen ontsnappen en hoe ook alles wat evangelicalen waarderen (dogma’s, de bijbel, kerkgebouwen) is ontstaan uit religieuze systemen. Ze suggereerden dat de evangelischen alleen oude religieuze gewoontes door nieuwe hadden vervangen. Ze wezen op het belang van rituelen en symbolen voor de menselijke zingeving (zit ook wat in, natuurlijk), en op de waarde van een religieuze gemeenschap. Hun conclusie was dat religie (zoals zij dat definieerden) zo slecht nog niet was, en dat het meedoen in tradities en het houden van gebruiken hoorde bij het volgen van God. Ze losten de versmelting van religie en relatie op door de kant van de religie te kiezen.
Ik kies er daarentegen voor om ‘relatie’ los te laten.

En ik slaak een zucht van opluchting. Je las het goed: als ‘relatie’ en ‘religie’ als beschrijvingen van onze verhouding tot God eigenlijk niet van elkaar te scheiden zijn, laat ik ze allebei varen. Gods doel is namelijk niet om een relatie met ons te hebben. Laat het even tot je doordringen. Is het niet bevrijdend? De verhouding tussen God en ons is eenzijdig. Hij houdt van ons. Hij hoeft daarvoor niets in ruil, niet ons religieuze plichtsbetrachting, maar ook niet onze pogingen te werken aan een relatie met Hem. Hij houdt van ons, zoals we zijn, om wie we zijn. Punt. Niets kan dat veranderen. Het enige dat hij verlangt, zoals ook ieder mens verlangt die iemand liefheeft, is dat de ander ook hem liefheeft, dat wij van Hem gaan houden. Maar dat is op geen enkele manier een voorwaarde die hij stelt aan zijn liefde, of een vereiste waar hij ons op afrekent. God heeft zijn liefde jegens ons bewezen, doordat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren (Romeinen 5).
Dit is het goede nieuws. De boodschap dat God ‘een relatie’ met ons wil is dat niet. Want een relatie schept verantwoordelijkheid. Een relatie moet worden onderhouden. Zo wordt de boodschap ook vaak gebracht. Je moet naar God luisteren door de bijbel te lezen, je moet regelmatig met hem praten. Je moet stille tijd houden - als je een relatie hebt, breng je immers ook veel tijd met elkaar door? God verwacht van je dat je jouw relatie met hem prioriteit geeft. Dus zetten we weer bijbelleesroosters op en bidden we volgens een schema. Het probleem is echter dat deze relatie met God vaak heel eenzijdig lijkt. De inspanning lijkt vooral van onze kant te komen. Daar mogen we natuurlijk niet over klagen, want Jezus heeft ons gered, maar het is wel frustrerend. Heb je wel eens een telefoongesprek geprobeerd te voeren waarbij de persoon aan de andere kant van de lijn stil bleef? Als je dat elke week, of elke dag zou moeten doen, zou je het snel als verplichting of last aan ervaren. En zelfs als je wel Gods aanwezigheid ervaart, is het mijn ervaring dat die beleving snel verdwijnt als je het bidden of bijbellezen gaat doen op basis van discipline, of van verplichting, omdat het ‘moet’. De motivatie wordt onherroepelijk religieus. En heeft niets meer te maken met liefde.

Op de Mockingbird-blog las ik laatst een interview met twee televisiemakers, een man en een vrouw (ik linkte er ook naar in een eerder bericht). Zij werkten nauw met elkaar samen, ze spraken elkaar elke dag via SMS. “Sometimes I think it’s the most successful love affair either of us will ever have”, zegt een van hen. Toch zeggen ze dat ze geen relatie met elkaar hebben. De verklaring van de man: “It would be colder, because we’ve both treated our romantic relationships in a cold way. Carrie and I are more romantic than any other romantic relationship I’ve ever had—that sense of anticipation about seeing the other person, the secret bond. But things don’t become obligatory. I’m not thinking, I’m doing this because you’re my girlfriend; I’m just thinking, I love Carrie.
Daarin ligt de hele kern van het probleem. Want van de liefde blijft weinig over als je dingen voor de ander gaat doen ‘omdat die horen bij een relatie’. Als je bloemen meebrengt op Valentijnsdag ‘omdat mensen in een relatie dat voor elkaar moeten doen’ (een van de redenen dat ik een hekel heb aan Valentijnsdag). Als je tijd met de ander doorbrengt ‘omdat het van je verwacht wordt als partner’. Als je een klusje voor de ander uitvoert ‘omdat hij of zij anders teleurgesteld zal zijn’. Als je knuffelt, ‘omdat verliefde stelletjes dat doen’. De liefde van mensen is niet volmaakt, dus soms zullen we in een relatie bepaalde dingen doen omdat we een relatie hebben - zo kunnen we misschien een dip in ons gevoelsleven, of een piekerbui overbruggen. Maar als dat alles is, kun je beter als stel uit elkaar gaan. Als het goed is WIL je namelijk bloemen (of iets anders dat je partner waardeert) meebrengen, omdat je vindt dat de ander dat waard is. Je WILT tijd met de ander doorbrengen, omdat je het leuk vindt naar hem of haar te luisteren en je eigen ideeen met hem of haar te delen. Je WILT een klusje voor de ander doen, niet om de ander niet teleur te stellen, maar om hem of haar te helpen! Je WILT knuffelen, omdat je de ander mooi of lief vindt. Kortom: je doet wat je doet omdat de ander is wie hij of zij is. Nergens anders om. Je komt in actie omdat je van de ander houdt - wat wil zeggen dat je er niet eens over hoeft na te denken - het is gewoon wat je doet als je liefhebt!

Zo is het ook tussen ons en God. We hoeven van hem niets te doen omdat het nu eenmaal hoort bij een relatie tussen een mens en God. We zijn niet verplicht te bidden of uit de bijbel te lezen. God houdt niet meer van ons als we vaker stille tijd doen, en hij gaat ons ook niet minder zegenen als we de kerkdienst verzuimen. God wil ons hart, niet onze gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid is immers iets dat wij kunnen controleren. Mensen zijn er goed in. We willen precies horen wat we wel en niet moeten doen in de relatie. Het liefst willen we een contract opstellen (‘Wat vindt je ervan als ik je drie keer per week bel? Zou twee keer per week ook goed zijn? Ik zal precies zo vaak e-mailen als jij! Ik stuur je elke maand een bos bloemen, maar dan moet jij mijn was voor me doen.’). We zijn er ook goed in onszelf en anderen op dergelijke eisenpakketten af te rekenen. Voor wat hoort wat, tenslotte. Maar God wil niet in onze menselijke contracten betrokken worden. “Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet. Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie mij brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil ik niet horen.” (Amos 5:21-23). Duidelijke taal. Zelfs al had God zelf gezegd dat zijn volk moest offeren, als ze het deden uit plicht had het voor hem niets te betekenen. Waar hij naar verlangt is dat zijn kinderen van Hem houden om wie Hij is.
Dit wordt heel mooi weergegeven in het beeldende boek The Divine Romance van Gene Edwards. Hij beschrijft daarin hoe God verlangt naar een partner, een bruid die bij hem past, die Hem liefheeft zoals Hij haar liefheeft. Adam is een beeld van Christus, en Adam wilde niet alleen zijn. Zo wil ook Christus dat iemand Hem liefheeft. Niet iemand die religieuze plichten voor hem vervult, niet iemand die zich uit angst voor hem inspant, maar iemand die zo onder de indruk is van Hem dat het als vanzelf haar leven gaat vervullen. Edwards laat het God zeggen: “I did not require of you, your wealth nor coins of glod. What need have I of these? I did not ask of you that you serve me. Do I, the mighty one, need to be waited upon? Neither did I ask of you, your worship nor your prayers nor even your obedienc. I have asked but this of you, that you love me ... love me ... love me.”

God heeft ons lief. Punt. En hoe meer we dat gaan beseffen, hoe meer we Hem zullen liefhebben. En dan zullen we steeds vaker aan Hem gaan denken. Dan zullen we zoeken naar beelden en woorden van Hem, in de bijbel natuurlijk, maar ook in muziek, in verhalen, in films, in andere mensen. We zullen over Hem praten, zoals verliefde mensen niet kunnen zwijgen over hun partner. We zullen zijn aanwezigheid opzoeken, gewoon omdat we het fijn vinden bij Hem te zijn. We zullen andere mensen willen ontmoeten die Hem ook kennen, om te horen waarom zij Hem zo bijzonder vinden. We zullen gaan doen wat Hij belangrijk vindt, omdat Hij het zo belangrijk vindt. En dat alles zal voor ons niet als plicht voelen. Het zal juist een vreugde voor ons zijn. We zullen niets liever willen. Want we zullen boven alle dingen naar Hem verlangen. En uit ons verlangen komt ons handelen voort, in plaats van uit plicht. Zowel de activiteiten van de relatie, als de vormen van de religie, zullen dus geen inspanning zijn, maar vrucht, zoals ik vaker heb betoogd (en zo komt ook aan die schijnbare tegenstelling tussen deze twee een eind).
Als we deze vruchten niet zien in ons leven, moeten we onszelf niet verplichten om ‘aan de relatie met God te werken’. We moeten niet uit schuldgevoel taken op ons nemen, bidden omdat het hoort, of naar de kerk gaan omdat we bang zijn dat God anders teleurgesteld in ons zal zijn. God eist al die dingen helemaal niet van ons. Hij verbindt er geen consequenties aan. We hoeven niet bang te zijn dat Hij ooit minder van ons zal gaan houden. Wat een opluchting! Wat we wel kunnen doen, als we dat willen, is ons openstellen voor zijn liefde. We kunnen luisteren naar wat andere mensen over Hem zeggen. We kunnen zijn woord lezen met de vraag wat dat zegt over zijn liefde. We kunnen zijn aanwezigheid zoeken en Hem vragen zijn liefde aan ons te laten zien. We kunnen ons verlangen uitspreken dat we meer van Hem willen kennen. En hoe meer we van Hem ontdekken, hoe meer we zijn liefde leren kennen, hoe groter onze liefde voor Hem gaat worden.

Ikzelf had al een paar weken lang niet uit de bijbel gelezen, omdat het als een plicht voelde. Toen besefte ik opeens dat God het ook niet wil dat ik dit uit plichtsgevoel doe. Hij eist van mij helemaal niets. En het lijkt misschien paradoxaal, maar prompt had ik weer zin om uit de bijbel te lezen. Niet omdat het moest, maar omdat ik graag meer wilde leren over God en zijn liefde voor mij, zoals Hij heeft laten zien in Christus. Ik dacht er niet bij dat ik daardoor een beter christen zou zijn, of een betere relatie met God zou hebben. Ook al zou ik niet uit de bijbel hebben gelezen, de liefde van God voor mij zou niet minder zijn geworden. Het is waar: de liefde van God maakt ons werkelijk vrij.

zaterdag 28 januari 2012

De schoonheid van Wales

Ik heb geprobeerd de foto's gemaakt in Wales op thema te selecteren, maar er zijn altijd foto's die er dan tussendoor glippen. Maar ik wil ze toch aan jullie laten zien. Bij dezen dus. Dit zijn de laatste in de reeks. Volgende week weer recente foto's van wintertaferelen, zonsop- en ondergangen en de eerste lentebloemen. Het ene weekeinde Wales leverde in elk geval veel foto's op. Ik hoop er een keer terug te komen om meer van de schoonheid van deze streek vast te leggen.







donderdag 26 januari 2012

Levensveranderende blogs

Lang leve het internet, de plek waar iedereen met een idee of een mening zijn eigen zeepkist kan oprichten en die kan delen met iedereen die maar luisteren of lezen wil. En dat bovendien kan doen zo veel en zo lang als hij of zij dat zelf wil. Korte gedachten en one-liners (en de samenstelling van de laatste maaltijd) via Twitter, langere overdenkingen via bijvoorbeeld blogs. Ik lees beide graag. Ik heb op het internet blogs ontdekt van schrijvers die me inspireren, die me uitdagen, die me begrip geven voor andere meningen dan de mijne en die me op het spoor zetten van interessante boeken, films of muziek. Als ik kijk naar de ontwikkeling van mijn denkbeelden in de laatste vijf, zes jaar zijn deze blogs daarin belangrijker geweest dan de boeken die ik aanhaalde in eerdere berichten. Het gevaar is natuurlijk altijd dat je alleen van mensen leest met wie je al geneigd bent het eens te zijn, maar bij veel van deze blogs vinden bij de reacties discussies plaats tussen voor- en tegenstanders, tussen conservatieven en progressieven, waardoor je als lezer toch een breed beeld krijgt van de standpunten en argumenten, en die ook tegen elkaar kunt afwegen. Ik haal veel van deze blogs aan in mijn eigen berichten met links, maar toch wil ik een lijstje maken van de voor mij meest betekenende plekken op het web.

Ik ontdekte InternetMonk een paar jaar geleden via een link. Toen was het nog de Amerikaanse docent en voorganger Michael Spencer die hier zijn gedachten weergaf. Hij legde de vinger op zere plekken in de vooral Amerikaanse evangelische beweging, gaf ruimte aan vertegenwoordigers van liturgische kerken (ook Orthodox en Katholiek) om hun visie te delen over tal van onderwerpen, besprak interessante boeken (hij wees mij het eerst op Robert Farrar Capon, en zoals lezers van mijn blog weten heeft die schrijver mij diepgaand beĆÆnvloed). Tegelijk was hij ontwapenend eerlijk over zijn eigen worstelingen en twijfels. Zijn belangrijkste thema was ‘Jesus-shaped spirituality’: hij meende dat het in het christelijk geloof draait om Jezus en dat uitingen van dat geloof op Hem moesten lijken. Zijn boek Mere Churchianity werkt dat idee krachtig uit. Helaas overleed hij bijna twee jaar geleden aan een hersentumor. De Internetmonk-blog is overgenomen door een team schrijvers, die in dezelfde lijn allerlei onderwerpen aansnijden, van bijbeluitleg, tot wetenschap en geloof, tot het evangelische circus. Er is ook een groot aantal vaste reageerders, die soms humoristisch, vaak goed doordacht met elkaar in discussie gaan, en van wie ik bijna net zoveel leer als van de officiĆ«le schrijvers.

Via InternetMonk ontdekte ik ook enkele andere blogs, die een grote invloed hebben gehad op mijn leven. Een ervan is Jesus Creed, de blog van Nieuw-Testamenticus Scot McKnight. Hij steekt op een wat dieper theologisch niveau in dan Internetmonk. Vaak worden hoofdstuk voor hoofdstuk boeken besproken, waarna bij de reacties een stevig inhoudelijk gesprek ontstaat. McKnight geeft ook ruimte aan andere schrijvers voor bijdragen over onder andere schepping en evolutie, en hoe we als christenen de bijbel moeten lezen in het licht van een langere ontstaansgeschiedenis van de Aarde. Door de sterk onderbouwde artikelen op deze blog ben ik anders gaan denken over de interpretatie van Openbaringen (een preteristische visie - dat wil zeggen: de visie dat Openbaringen niet een verslag is van de toekomst, maar gaat over de werkelijkheid achter de schermen nu - komt op mij nu waarschijnlijk over), en over de uitleg van de eerste hoofdstukken van genesis (in verband gebracht met het wereldbeeld van het oude midden oosten). Niet alles wat op deze blog staat vind ik interessant, maar dat geldt voor alle blogs. Jullie vinden waarschijnlijk ook niet alles wat op mijn blog staat even boeiend.

Ook op Mockingbird kwam ik terecht via InternetMonk. Ik moest aanvankelijk wat wennen aan hun benadering, maar ik ben er steeds enthousiaster over geworden. Toen afgelopen week de blog een paar dagen uit de lucht was, vond ik dat erg jammer. De schrijvers van deze blog laten zich sterk door het Lutherse gedachtegoed inspireren. Ze menen (mijns inziens terecht) dat mensen minder controle hebben over zichzelf of over hun omgeving dan ze van zichzelf denken - ik las hier voor het eerst over ‘ego depletion’. Mensen zijn afhankelijk van God om te veranderen. Ze hameren op de genade en becommentarieren tegelijk de alom aanwezige ‘theologie van glorie’ (die stelt dat mensen zichzelf kunnen veranderen en dat succes de maatstaf is voor hun falen of slagen). Ze komen steeds weer terug op de ‘theologie van het kruis’ - het besef dat onze pogingen om onszelf te rechtvaardigen tot mislukken gedoemd zijn en dat vertrouwen op God het enige is dat overblijft (zie ook mijn eerdere bericht over enkele Mockingbirdconcepten). Dit alles communiceren ze niet in stoffige commentaren, maar in frisse citaten uit kranten en tijdschriften, en in verwijzingen naar films, muziek en boeken. Ze zijn fans van Calvin and Hobbes en van Robert Farrar Capon. Hun woorden zijn voor mij vaak een frisse bries, en zetten me weer met beide benen op de grond, dankbaar voor het goede nieuws van het evangelie. Warm aanbevolen!

Hoe ik Experimental Theology ontdekte, weet ik eigenlijk niet meer. Maar toen ik erachter kwam dat blogger Richard Beck een serie berichten had geschreven over de theologie van Calvin and Hobbes (en een serie over de theologie van Peanuts) was ik van het ene op het andere moment fan. Beck beschikt over grote kennis op het gebied van psychologie en sociologie (hij is docent op een universiteit), en verbindt die vakgebieden met de theologie. Hij gaat daarbij moeilijke vragen niet uit de weg, wat ook heeft geleid tot academische publicaties. Sommige van zijn blogs zijn voor mij werkelijk ‘eye openers’ geweest. Zo was zijn serie over de alverzoening behoorlijk overtuigend - hij betoogde dat de menselijke wil niet zo machtig is als ik dacht, maar ook dat in de profeten de eindoverwinning van God het hoofdthema is. Maar ook de serie waar hij op dit moment aan werkt over de ‘christus victor’-theologie zet me aan het denken. Hij brengt altijd verschillende inzichten samen op een heel open manier, heeft een gevoelige, persoonlijke insteek, en gaat ook met zijn lezers in gesprek onder zijn blogberichten. Er zijn van hem tot nu toe twee boeken verschenen, die ik ook een keer hoop te lezen. Ik kijk er altijd naar uit als er wat nieuws op zijn blog staat.

De Rabbit Room is een collectieve blog van een gezelschap christelijke muzikanten, kunstenaars en auteurs uit Nashville. Maar het zijn geen oppervlakkige artiesten, die cliche’s op cliche’s stapelen. Ze hebben een ware, warme liefde voor de kracht van verhalen, en laten zich inspireren door Tolkien, Lewis, Chesterton en MacDonald. Ze bespreken films (de ‘one minute reviews’ zijn vaak hilarisch), laten muziek horen (vaak aansprekend) en publiceren essays (meestal persoonlijk, over onderwerpen die mij ook na aan het hart gaan: schoonheid, verhalen, verlangen). Waar de andere blogs die ik noem mij op een intellectueel niveau uitdagen, kom ik hier om tot rust te komen en me te laten inspireren. De Rabbit Room voelt als een soort oase, een plek waar ik me niet hoef te schamen voor mijn liefde voor de verbeelding. En ik wordt er uitgedaagd om mijn creatieve talent niet te verstoppen maar weer meer te gaan gebruiken. Ik wilde dat ik de ‘Hutchmoot’ een keer kon bijwonen - een soort weekeinde over de thema’s van de blog, met lezingen, muziek, lekker eten en goede gesprekken. Ik zou me daar helemaal thuisvoelen, denk ik.

De blog van The Christian Monist lees ik ook graag. Het is een vrij persoonlijke blog van iemand die opgroeide in een evangelische gemeente en als enthousiast zendeling naar het Midden-Oosten vertrok. Daar raakte hij in een crisis, waardoor hij bijna zijn geloof kwijtraakte. Hij kwam erachter dat veel evangelische christenen met hun hoofd in de wolken lopen en de realiteit ontkennen. Ze willen een illusie in stand houden, gevoed door het idee dat er een tweedeling bestaat (dualisme) tussen onze menselijke werkelijkheid en de geestelijke werkelijkheid van God. Volgens The Christian Monist is er maar een werkelijkheid. Met een soms onthutsende eerlijkheid probeert hij de werkelijkheid te zien zoals die is. Dat bracht hem in conflict met de kerk waar hij nog steeds naar toe ging. Zijn verhalen zijn voor mij erg herkenbaar, en zijn worsteling ook. Verder geniet ik van zijn gedachten over kunst en literatuur (een wereld die hij nu aan het ontdekken is, omdat hij dat als evangelisch christen beneden zich achtte). Voor mij bevestigt zijn blog dat ik niet gek ben, en dat er een manier is om christen te zijn zonder jezelf voor de gek te moeten houden. Het is een van de weinige blogs waar ik ook af en toe op reageer.

Om af te sluiten wil ik nog twee podcasts noemen die mijn denken en leven hebben veranderd. Ik luister naar beide vaak als ik mijn aquariums schoonmaak.

The God Journey beluister ik ondertussen al trouw vanaf eind 2008 (de tijd vliegt). Wayne Jacobson en Brad Cummings waren beide ooit voorganger in een kerk, tot hun ogen open gingen voor de systemen van controle en dwang waar ze deel van uitmaakten. Hun zoektocht naar het eenvoudig leven als geliefde van God (‘living loved’) is waar ze met elkaar over praten in deze uitzending, onderbroken door ingezonden brieven van luisteraars, interviews met anderen op dezelfde weg en discussies over actuele onderwerpen (en regelmatige lachstuipen). Hun gesprekken herinneren me aan de eenvoudige waarheid van het evangelie, en de realiteit van het koninkrijk van God dat door ons heen tot uiting komt als wij ons er maar voor willen openstellen. Wie het boek ‘The Shack’ heeft gelezen weet een beetje hoe deze twee mannen in het leven willen staan. Zij hebben dat boek namelijk uitgegeven en ook een heel aantal andere prachtige boeken over God en het leven zonder afhankelijk te zijn van manipulatie en controle.

Een van mijn favoriete hedendaagse predikers is Greg Boyd - die ik afgelopen zomer ontmoette in Minneapolis. Op de website van Woodland Hills Church staan al zijn preken van de afgelopen jaren. Elke week wordt de nieuwste eraan toegevoegd. Ze worden door veel mensen beluisterd, en terecht. Greg heeft een enthousiasmerende spreekstijl, zonder oubollig taalgebruik en met een relativerende humor die bij mij vaak een glimlach op mijn gezicht brengt. Maar hij is ook een scherp denker en een heldere uitlegger van de bijbel. Ik wordt door hem geĆÆnspireerd en aan het denken gezet. Hij roept zijn toehoorders op te leven zoals dat past in het koninkrijk van God en anderen te dienen uit liefde, maar nooit op een wettische of controlerende manier. Hij is werkelijk enthousiast over Jezus en wat hij predikte. En hij komt steeds terug bij de liefde van God, die de basis is voor alles wat we doen. Daarbij durft hij vooral in Amerika controversiĆ«le dingen te zeggen, bijvoorbeeld over politiek en christendom. Hij heeft een heel goede serie gehouden over moeilijke vragen (‘Shit happens’) - hoe gaan we als christen om met ziekte, tegenslag, zonde, de kerk? En een prachtige, lange serie over de liefde van God (waardoor ik echt overtuigd werd dat de liefde van God zich niet houdt aan onze economie, en dus niet op kan raken).

woensdag 25 januari 2012

Links: Zwarte oervogels, kunstzinnige superhelden, wetenschap in de bijbel en de gevolgen van zelfrechtvaardiging

De thesaurus in zijn natuurlijke omgeving.

Over dinosaurussen gesproken: oervogel Archaeopteryx had zwarte veren.

Animatiestudie Aardman (bekend van Wallace and Gromit) maakt nu ook filmpjes over Batman en Superman!

Superhelden van Marvel - de Avengers - in verschillende kunststijlen.

Koffie blijkt effectief tegen type 2 diabetes! Gelukkig drink ik meer dan vier koppen per dag!

De bekende prediker Rick Warren beweerde laatst dat de bijbel de standpunten van de moderne wetenschap bevestigt - aan de hand van een tekst uit Jesaja die zou suggereren dat de Aarde een bol is. Maar de juiste vertaling spreekt over cirkel: de bijbel gaat uit van het wereldbeeld uit het oude midden oosten, van een platte wereld onder een hemelkoepel. Op Internetmonk wordt gewaarschuwd dat we de bijbel niet moeten gebruiken om onze theorieĆ«n te bevestigen. Daar is de bijbel niet voor. "God spoke his Word in our language, fully respecting the limitations of its writers. He inspired it to be written within their cultural and scientific perspectives. The real point upon which we should be focused is the Story Scripture tells in its ancient narratives and poetry — how that God prepared the way and then sent the true and living Word. He is the Word of God to whom the Bible witnesses, who became flesh and dwelt among us to save us from our sins, inaugurate God’s rule in the world, and bring about a new creation." Het gaat om het verhaal van God, niet om een theorie.

Het is erg fijn dat Mockingbird weer in de lucht is. Zo halen ze uitgebreid een van mijn favoriete schrijvers aan: Robert Farrar Capon. Die heeft weer goede dingen te zeggen over Gods onvoorwaardelijke acceptatie van mensen. Zo laat hij Jezus zeggen: "And when I open the book of life, I’m going to read out to the whole universe every last word that’s written there. And you know what that’s going to be? It’s going to be just Arthur. Nothing else. None of your bad deeds, because I erased them all. And none of your good deeds, because I didn’t count them, I just enjoyed them. So what I’ll read out, Arthur, will be just Arthur! real loud." Goed om te herinneren (en ik ga er binnenkort in een boekbespreking over schrijven) dat onze goedheid ons niet dichter bij God kan brengen en dat onze slechte daden ons niet van hem kunnen verwijderen. Hij heeft de moraal buiten spel gezet. Dat is goed nieuws. 

Tegelijk laat Mockinbird zien hoe slimme marketingmensen gebruik maken van onze eeuwige onzekerheid over onze betekenis. "If Disney can plant itself so deeply in that emotional sweet-spot where we are endlessly striving to find an identity in which the ego is protected and (we feel) we have control, they can do a lot more than sell movie tickets and DVDs. They can move lunch boxes, plush toys, and even Disney vacations, where such marketing reaches its absolute, and absolutely absurd, zenith. What better to sell to people who are constantly seeking to justify themselves to others, to protect their fragile egos and shore up their identities, than an entire vacation marketed as a safe place, or perhaps more aptly an appropriate place, to go ahead and do what we would all really like to be openly permitted to do (if we’re really honest with ourselves): celebrate ourselves." Er is niks mis met verhalen over het vinden van je eigen identiteit, maar dat dit op deze manier uitgebuit kan worden laat zien dat onze identiteit op een wankele basis staat. De enige zekerheid is te stoppen zelf een identiteit te bouwen en die alleen te ontlenen aan de liefde van God. Dat is trouwens makkelijker gezegd dan gedaan ...

Over onze wankele identiteit gesproken en onze pogingen onszelf betekenis te geven: dit leidt er ook toe dat we onszelf gaan vergelijken met anderen. We gaan rationaliseren. The Christian Monist geeft een voorbeeld naar aanleiding van het boek Lolita (dat gaat over de 'liefde' van een veertiger voor een jong tienermeisje): "The perpetrator weaves this mental narrative that makes himself out to be the victim. Mentally, we judge others more harshly than they deserve and ourselves more lightly.  The thinking goes like this, "Yes, I did bad thing X, but you have to  understand why.  I'm not a bad person, but I did X because of these circumstances."  Then we look at the other person who did X and we have the notion that they did it simply because they are evil."

Om in deze lijn verder te gaan: op Experimental Theology gaat Richard Beck verder met zijn gedachten over de manier waarop de mens door zijn angst voor de dood door slavernij gebonden is. Hij had eerder al betoogd dat we ons allemaal houden aan een heldenverhaal van onze cultuur of samenleving, dat ons leven een betekenis moet geven die de dood overleeft. Dit is de motivatie voor onze inspanningen. Maar de tekst uit Hebreeƫn zegt dat het de duivel is die de mens in slavernij heeft gebonden. Onze heldenverhalen zijn inderdaad demonische machten, stelt Beck. Kijk waar ze toe leiden: "Alternative hero systems--other values, gods, and ways of life--threaten to undo everything that has made our life feel significant, meaningful, and secure. The ideological Other, in posing an implicit critique of my hero system, threatens me to the core, attacks the very source of my self-esteem. And here's the deal. The ideological Other doesn't really have to do anything to us directly. Their mere existence is enough to threaten us. They represent, on the edges of our awareness, a dissenting voice. A group who doesn't bow to our god and, thus, calls all we hold dear into question. So what do we do in the face of that threat? It's pretty simple. We demonize the Other." Als we worden gemotiveerd door een cultureel heldenverhaal, hoe goed het ook lijkt, zullen we onherroepelijk geweld gaan gebruiken tegen de bedreigende alternatieven!
In de commentaren bij dit bericht wordt de vergelijking getrokken met de kerk: "The Church and, indeed, Christians themselves can just as easily set up ersatz 'realities' that encompass their lives and give them a sense of meaning. Yes, I too have sadly experienced the feeling of Church as death and it frightens and chills me that this has for so many become the case. So, Paul's cry is not just to be rescued from 'this wretched body' but perhaps too from the 'wretched body' that is the Church. Oh dear. How terrible when that which is supposed to aid our salvation actually inhibits and limits it."

Ik moest hieraan denken bij het zien van een pijnlijk correcte cartoon van The Naked Pastor over de kerk.

dinsdag 24 januari 2012

Bloemen van Wales

Wales bleek rijk te zijn aan natuurschoon. Begin september kwamen we nog overal bloemen tegen. En die zette ik natuurlijk graag op de foto.








zondag 22 januari 2012

Het einde van de wil 3: het oordeel van de genade

Ik herinner me het plaatje uit een geschiedenisboek dat ik als kind las. Het ging over Egypte en wat de mensen daar geloofden over het leven na de dood. Er was een man doodgegaan. Zijn lichaam werd gebalsemd en hij werd in een kleine piramide begraven. Vervolgens stond de overleden persoon voor een grote weegschaal. Daar werd zijn hart gewogen tegen de godin Ma'at, de belichaming van waarheid en gerechtigheid (gesymboliseerd door een struisvogelveer). Hoeveel goede daden had hij verricht? Hoeveel kwaad had hij gedaan? Als hij te licht bleek te zijn, werd hij gevoed aan de verslinder, Ammit, een beest een deel krokodil, een deel nijlpaard en een deel leeuw was. Als hij zwaar genoeg was, mocht hij met Osiris mee naar het gelukkige leven aan de andere kant van de dood. Veel christenen hebben hetzelfde beeld voor ogen als de bijbel spreekt over het oordeel.
Het is een kenmerk van veel religies: het idee dat er na de dood over het leven van de mens wordt geoordeeld. Het idee dat wat mensen in dit leven hebben gedaan (of niet gedaan) wordt vergeleken met een bepaalde standaard, en dat op basis daarvan hun eeuwige lot wordt vastgesteld. Het beeld van een weegschaal is heel toepasselijk. Aan de ene kant liggen de goede werken, aan de andere kant de zonden: naar welke kant slaat de balans door? Er zijn twee mogelijkheden: hel of hemel - en wat je gedaan hebt tijdens je leven bepaalt waar je terechtkomt.
Ik heb me laten vertellen dat bijvoorbeeld moslims op zo’n manier denken over het oordeel. Maar ook veel moderne mensen geloven hierin, ook al zouden ze het niet letterlijk zo verwoorden. Maar als ze zeggen dat mensen die ‘goed hebben geleefd’ of ‘niemand kwaad hebben gedaan’ wel naar de hemel zullen gaan (en er tegelijk van uitgaan dat mensen als Hitler en anderen wel naar de hel moeten omdat ze zo slecht zijn), laten ze zien er volgens hen aan de eeuwigheid een bepaalde afweging voorafgaat. Zelf zullen ze natuurlijk altijd van zichzelf geloven dat ze tot de eerste categorie behoren (de mensen die wel ‘goed genoeg’ zullen zijn). Het laat ze goed over zichzelf denken. Ze hebben geen reden hun gedrag onder de loep te nemen, zich in te laten met God of met de kerk (het idee dat er ‘iets’ is, is wel genoeg), of compassie te hebben met mensen die het er nu eenmaal zelf naar hebben gemaakt dat de weegschaal voor hen anders doorslaat.
Maar het beeld van de weging op basis van iemands leven kan ook worden gebruikt om mensen slecht over zichzelf te laten denken. Denk aan de schilderingen over het laatste oordeel van iemand als Michelangelo. God die op zijn troon zit. Aan zijn rechter hand de hemelse dreven waar de heiligen, de martelaren en de geestelijken worden toegelaten. Aan zijn linkerhand helse taferelen waar de hordes zondaars, onbekeerde mensen, aan worden overgeleverd (waarbij de schilder zijn fantasie heeft uitgeleefd op de meest wrede martelmethodes). En waar je terecht komt laat de rechter koud: als je naar de hemel had willen gaan, had je tijdens je leven maar meer moeten doen, harder moeten werken, meer geven aan de kerk, strenger geloven. De kerk kan deze beelden gebruiken om mensen te manipuleren zodat ze doen wat de kerk wil dat ze doen. In feite wordt er ook zo weer ingespeeld op de angst voor de dood, die mensen in slavernij gebonden houdt.

De bijbel spreekt inderdaad over het oordeel. Als Paulus in Handelingen 17 het evangelie uitlegt, zegt hij dat Jezus is aangewezen om een rechtvaardig oordeel over de wereld te vellen, en dat God dat bewezen heeft door hem uit de dood op te wekken (v31). Het bijbelboek Openbaringen laat alle levenden en doden verschijnen voor de rechterstoel van God, waar de boeken worden geopend en het oordeel wordt uitgesproken. Jezus spreekt er zelf ook over in Mattheus 25, in de gelijkenis van de schapen en de bokken. Op de laatste dag zal Hij de schapen en de bokken scheiden. De schapen (kennelijk de goede mensen) zullen het eeuwige leven binnengaan, de bokken zullen tot de eeuwige duisternis worden veroordeeld (die was gemaakt voor de duivel en zijn engelen). Gospelzanger Keith Green heeft van dat bijbelgedeelte een aansprekend lied gemaakt. Met een vrolijk pianodeuntje (hij kon spelen!), een humoristische tekst (de verontschuldigingen van de ‘bokken’ met hun redenen waarom ze niet de armen hadden geholpen of de zieken hadden bezocht, waren hilarisch ‘Maybe the Lord is hungry now? One of the angels, get the lord a hamburger and a coke!’) en een verbolgen Jezus die woedend uitbarste: ‘Depart from me!’. En het eindigde met de conclusie: ‘Remember, the only difference between the sheep and the goats was what they did, and didn’t, do!’ Whoa! Dat maakte nogal indruk toen ik het voor het eerst hoorde op een christelijk zomerkamp. Ik voelde me direct schuldig, want ik wist dat ik niet genoeg deed. Ik was nooit naar een gevangenis gegaan, had nooit iemand kleren gegeven of eten aan iemand die arm was. En het beeld bleef me achtervolgen, want ik kon nooit zo goed zijn als die schapen, ik gedroeg me eerder als de bokken.
Gelukkig geloofde ik dat Jezus voor mijn zonden was gestorven en dat mijn zieleheil niet afhing van wat ik deed of niet deed (maar wat bedoelde Jezus dan met die gelijkenis?). Dat betekende niet dat ik me opeens zeker voelde. Ik kende namelijk ook bijbelgedeeltes zoals 1 Korintiers 3:10-15: “Laat ieder erop letten hoe hij bouwt ... Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.” Ook al was mijn eeuwige bestemming veilig gesteld, mijn positie in de hemel hing kennelijk nog steeds af van wat ik deed. Zoals ik het zag kon ik twee dingen doen. Ik kon zelfzuchtig zijn en de dingen doen die ik graag wilde - dat zou hout, hooi en stro zijn. Of ik kon geestelijk zijn en doen wat Jezus van mij vroeg -bijbelstudie, bidden, evangeliseren, samenkomsten bezoeken, et cetera - en dat zou goud, zilver en edelstenen blijken te zijn. Als perfectionist mocht ik van mezelf natuurlijk niet onvolmaakt blijken te zijn, ik zou mezelf nooit vergeven als een deel van wat ik deed door het vuur verbrandde. Dus werkte ik me uit de naad - letterlijk: zoals ik al zei, ik werd er overspannen van.

Door mijn overspannenheid werd het mij pijnlijk duidelijk dat mijn wil tekortschoot. Dit wordt bevestigd door het recente onderzoek naar ‘ego depletion’. Wij kunnen niet door onze eigen vastbeslotenheid de weegschaal naar de ene of de andere kant laten doorslaan. We kunnen niet maar beslissen dat we voortaan met goud, zilver of edelstenen bouwen, en niet met hout, hooi en stro. Het oordeel aan het eind van de tijd zal geen ‘triomf van de wil’ zijn, we zullen onszelf niet kunnen feliciteren dat we in de hemel zijn toegelaten, of onszelf verwijten dat we naar de hel worden verwezen (‘Had ik maar beter mijn best gedaan’).
Zoals Jezus in zijn leven, in zijn wonderen en in zijn gelijkenissen de verwachtingen van de religieuzen van zijn tijd op hun kop zette, zo weigert hij het algemene menselijke idee van het oordeel te bevestigen. Voor hem geen ‘voor wat, hoort wat’. Jezus spreekt subversief over het oordeel. Hij zegt in Johannes 3 dat hij niet in de wereld is gekomen om te oordelen. Hij is gekomen om te laten zien dat God de wereld liefheeft. Mozes zette in de woestijn een koperen slang op een stok, een teken dat God leven gaf aan de door slangen gebeten mensen. Het was voor iedereen zichtbaar. Mensen hoefden er alleen maar naar te kijken om van hun vergiftiging genezen te worden. De enige manier om in het Israelitische legerkamp te sterven, was als je niet WILDE kijken naar de slang, als je bewust je ogen afwendde, als je weigerde afhankelijk te zijn van God voor je herstel. Net zo is Jezus gekomen om voor iedereen het zichtbare teken te zijn van Gods liefde. Je hoeft er niks voor te doen om het eeuwige leven te ontvangen, je hoeft alleen maar te accepteren dat God het zomaar geeft. De enige manier om dood te blijven is door je ogen gesloten te houden, door je bewust de andere kant op te keren, door te weigeren van God afhankelijk te zijn. Daarom kan Jezus zeggen: “Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht” (Johannes 3:19).
Het subversieve aan het oordeel zoals dat in de bijbel beschreven staat, is dus dat iedereen al is vrijgesproken - goeden en slechten. Het ego, de wilskracht van mensen heeft daar niets mee te maken. Sterker nog, het ego, de wilskracht van mensen is wat hen ertoe brengt buiten het feest te willen blijven, in de duisternis, met de gevallen engelen die ook niet van God afhankelijk wilden zijn. Zoals C.S. Lewis zegt: de deur van de hel zit aan de binnenkant op slot.

Dit is precies wat Jezus laat zien in zijn gelijkenis over de schapen en de bokken. Robert Farrar Capon (ja, inderdaad, hij weer. Maar wees gerust, voorlopig is dit de laatste keer dat ik hem aanhaal) geeft een adembenemende interpretatie van deze gelijkenis in het derde deel van Kingdom, Grace, Judgment. Het eerste wat hij stelt is dat de schapen en de bokken allebei al tot de kudde van de herder behoorden (Het was in die tijd namelijk niet ongebruikelijk dat mensen zowel schapen als geiten hielden!): “The Good shepherd lays down his life for the sheep. But he lays down his life for the goats as wel, because on the cross he draws ALL to himself. It is not that the sheep are his but the goats are not; the sheep are his sheep and the goats are his goats.” Van God uit is er dus al een relatie, waar het vervolgens om gaat is of mensen dat willen accepteren.
Vervolgens wijst hij erop dat de ‘schapen’ in deze gelijkenis niet naar de hemel gaan omdat ze zoveel goede werken hebben gedaan. Wat ze deden, deden ze namelijk helemaal niet als goede daden. Het was geen zelfopoffering van ze. Ze deden het niet om bij God in een goed blaadje te komen. Daarom zijn ze ook verbaasd over de woorden van Jezus: ‘Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven?’ Ze waren zich er niet van bewust dat ze iets goeds deden, ze voelden zich niet heilig omdat ze aardig waren voor anderen. Het was voor hen iets heel natuurlijks. Het kwam voort uit hun identiteit. Dit waren liefhebbende mensen, en dus konden ze niets anders dan andere mensen liefhebben. En hoe worden mensen liefhebbende mensen? Doordat ze weten dat ze geliefd zijn, doordat ze Gods liefde aanvaarden. De daden van de ‘schapen’ voor andere mensen waren een vrucht en geen werk - ze kwamen als natuurlijk voort uit het vertrouwen dat ze hadden in Gods liefde. Daardoor konden ze anderen liefhebben om wie die anderen waren en niet om zelf daardoor in de hemel te komen. En in het liefhebben van die anderen hadden ze Jezus lief, die hen eerst had liefgehad. Ze hadden een relatie met God, precies op de plek waar hij zich liet zien, in het zwakke en het kleine.
Maar de ‘geiten’ dan? Ook die waren door God al ingesloten in zijn liefde en zijn aanwezigheid. Maar zij wilden die niet als realiteit ervaren. Daarvoor zouden ze namelijk moeten toegeven dat ze met hun eigen wilskracht niets konden bijdragen aan hun redding. De ‘geiten’ uit de gelijkenis waren namelijk niet de hoeren, tollenaars en dronkaards (die aan het einde van hun wil waren gekomen), maar juist de schriftgeleerden en farizeeen, die dachten op eigen kracht de wil van God te kunnen doen. Ze waren maar wat trots op hun goede werken - en dachten dat God daar ook wel blij mee zou zijn. Maar juist daardoor wilden ze niet omgaan met de zwakken, de zieken, de kleinsten en de laatsten - misschien waren ze bereid hen een aalmoes te geven, maar ze wilden niet met hen geassocieerd worden. Ze wilden niet onder hen worden gerekend. En daarmee lieten ze zien niet bij God te willen horen. “The wicked too, will have experienced the same presence”, stelt Capon daarom. “The authorities of Jesus’ day, for example, were as involved in his redeeming death as anybody - Caiaphas, the Sanhedrin, even Judas, were all intimate with his saving appearance; but they will not have trusted. They will have been justified and they will have been brought home; but because of the blindness of their unbelief - they will have cut themselves off from the salvation they already had - from the favorable judgment that, but for the noise of their own works, they would otherwise have heard.”

Deze blik op het oordeel werpt ook een ander licht op het gedeelte uit 1 Korintiers 3 dat ik hierboven aanhaalde. Ik denk namelijk niet dat Paulus hier een pleidooi houdt om op onze eigen kracht te vertrouwen. Hij betoogt hier niet dat de Korintiers door hun eigen inspanning iets kunnen opleveren dat voor God waardevol is. In de hoofdstukken ervoor heeft hij namelijk juist uitgelegd dat het geheim van God is gelegen in zwakheid. Het is niet de kracht van de wereldheersers waardoor Gods plan werkelijkheid wordt, maar het vertrouwen van zwakke mensen in God. Hij zegt in dit gedeelte niet opeens het tegenovergestelde. Het gaat hem dus niet om wat we doen of hoeveel we doen. Wat van belang is, is het materiaal waarmee gebouwd wordt, de ‘kwaliteit’ van het werk, niet de ‘kwantiteit’. Ik denk daarom dat Paulus het hier heeft over de motivatie, het verlangen waaruit mensen zich inzetten. Je kunt nog zoveel geven aan de armen, je kunt nog zoveel bidden of bijbellezen en je kunt nog zoveel zendingsreizen maken - als je het doet om je eigen zelfbeeld op te krikken, om je eigenwaarde eraan te ontlenen, geldt wat Paulus zegt in Kolossenzen 2:23: “Het heeft geen enkele waarde en dient alleen maar tot eigen bevrediging.” (Zie ook 1 Korintiers 13:1-3). Je kunt profeteren en geesten uitdrijven in Jezus’ naam, en toch kan Jezus zeggen: ‘Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!” (Mattheus 7:23).
Dit gedeelte gaat net als Mattheus 25 uit van een heel inclusieve basis. “Niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf” (1 Korintiers 3:11). Op welke manier je ook bouwt - iedereen die bouwt, bouwt op dit fundament. En ook hier is het criterium wat wel en niet het oordeel doorstaat, niet iets dat de bouwer zelf doet, maar of de bouwer in vertrouwen het vrije aanbod van God in Jezus heeft geaccepteerd. Het criterium is namelijk of iemand God zelf laat bouwen. Paulus zegt het zelf een paar versen ervoor: “Alleen God is belangrijk, want hij doet groeien!” (vers 7). Dat de Korintiers zich bekeerd hadden was niet iets waar Paulus trots op kon zijn. “U bent een bouwwerk van God” (vers 9). Paulus vertrouwde namelijk op God en niet op zijn eigen wilskracht. Dat leidde ertoe dat hij om andere mensen ging geven en hen het goede nieuws wilde vertellen. En vervolgens bleek zijn leven vrucht te dragen. Vrucht die blijvend zou zijn, die het oordeel zou doorstaan. Het ging er niet om hoeveel hij deed, maar dat wat hij deed voortkwam uit zijn vertrouwen op God. Maar alles wat niet gedaan wordt uit geloof, hoe goed en geestelijk de activiteiten in kwestie ook lijken, is zonde.

Mijn harde werken van voor mijn overspannenheid, waarmee ik hoopte in de eeuwigheid tot het goud en zilver te worden gerekend, was dus eerder het hout en stro waarover Paulus schreef. Het was niet gebaseerd op vertrouwen, dus het miste zijn doel, hoe christelijk het ook leek. Het diende alleen mijn eigen ego, mijn zelfbeeld.
Nu heb ik al die pogingen om mezelf door mijn eigen wilskracht voor God acceptabel te maken opgegeven. Ik vertrouw erop dat God mij al heeft geaccepteerd. Niet omdat ik zo goed ben of zoveel voor God doe, maar omdat dit is wat Jezus heeft laten zien door zijn dood en opstanding. Mijn identiteit is daardoor veranderd. Ik zie mezelf nu als een geliefde van God en daar wil ik me meer en meer naar gedragen. Mijn vertrouwen heeft dus gevolgen in mijn leven - geen werken waar ik zelf trots op kan zijn, maar vruchten die God in mij laat groeien. Vruchten van goud, zilver en edelstenen, waar ik net als de schapen in de gelijkenis van Jezus verbaasd over zal staan. Het oordeel is daardoor niet meer iets om bang voor te zijn, geen middel om mezelf en andere mee te manipuleren, maar een blijde bevestiging van de eeuwige waarheid: dat God mij niet veroordeelt, maar mij altijd al heeft liefgehad.

zaterdag 21 januari 2012

Links: tulpachtige wezens, agressieve mussen, nieuwe films, Ghibli vs. Dishey en zeflvergeving

Deze creatieveling met veel tijd om handen vroeg zich af hoe filmposters eruit zouden zien als de betreffende films in een ander tijdperk waren gemaakt. Erg goed gedaan!

In de kerstvakantie bezocht ik met mijn vriendin het Naturalis in Leiden. We hebben de meeste tijd doorgebracht bij de fossielen. Wat een diversiteit aan levensvormen! Vooral boeiend is het leven uit het Cambrium, en met name de 'Burgess shale' - toen er vormen ontstonden die nu buitenaards lijken. Zo zijn heel recent in deze aardlaag fossielen ontdekt van een tulpachtig wezen, dat niet verwant is aan welke recente levensvorm dan ook.

Als je dit filmpje kijkt, is het niet meer zo moeilijk voor te stellen dat vogels eigenlijk dinosaurussen zijn. Deze mussen gedragen zich als velociraptors!

Een indrukwekkend kort SF-filmpje, waarvan ik hoop dat er ooit een langere versie komt.

Filmnieuws: er wordt gewerkt aan een verfilming van de Otherland-serie van een van mijn favoriete fantasyauteurs Tad Williams. Een andere film zou de beschaving van Atlantis laten zien. En er is een regisseur gevonden voor de verfilming van het lijvige fantasystripepos Bone!

Ik ben een liefhebber van de animatiefilms uit de Disneystudio. Maar nog veel meer ben ik fan van de films van Studio Ghibli. Deze blog vergelijkt de films van de twee studio's en de boodschap die ze de kijkers (vooral meisjes) meegeven. "Disney princesses have physical beauty and charm which powerfully attract men and cause them to seek out the princess for a wife. In every film from the Disney princess industrial complex, romance is based upon the laws of attraction, dare I say, based upon sexuality. A Disney princess’ sexuality is a powerfully transforming influence on the men around her. Think about movies such as Beauty and the Beast, Aladdin and Tangled. In Disney fantasyland, sex makes guys better people. Uhhhh…. Yeah, right. I am a man. I know better." Daar tegenover staan de rijkere karakters uit de Ghiblifilms, waar de vrouwen niet alleen worden gekarakteriseerd door hun relaties met mannen, en relaties niet alleen maar zijn gebaseerd op fysieke aantrekkingskracht. "Sexual attraction certainly plays a part, but it is only one component of relationships between men and women. More often than not, the relationships between romantic leads are created by forces other than just physical attraction, and friendship is always a component behind the relationships." Ah, ik vind dit ook een veel beter patroon. De discussie onder het artikel is ook boeiend, vooral wat betreft de vraag hoe het nou zit in de relatie tussen Belle en het Beest - is zij slachtoffer van het Stockholmsyndroom en wordt ze verliefd op een mishandelaar, of leren beide werkelijk dieper te kijken dan het uiterlijk?

Eergisteren plaatste ik als blogbericht een brief die ik aan mezelf zou hebben geschreven uit de toekomst. Hij ging over mijn neiging mezelf niet te accepteren en daardoor heel veel te 'moeten'. Michael Spencer schreef op Internetmonk ook al over de moeite die we als christenen vaak hebben onszelf te vergeven. "What’s wrong? Not a lack of scripture or sound teaching. Please hold off on that. I’ll say it’s a conscience that has been trained, often in ways unknown to us, to hold on to our sins and crimes because we believe that is the right thing to do. We’re fighting a moral battle against the Good News that God justifies sinners." we don’t live by “shoulds.” We live what we live, and we need one another’s help to create a community of people who aren’t cheerful clones, but are diverse, different, utterly real Jesus followers." Wat we nodig hebben is steeds weer het goede nieuws van Gods aanvaarding te horen en te ervaren. Dat rekent uiteindelijk af met het 'moeten'. "Then we don’t live by “shoulds.” We live what we live, and we need one another’s help to create a community of people who aren’t cheerful clones, but are diverse, different, utterly real Jesus followers." Amen!

Een gelijkenis die de liefde van God voor ons mooi laat zien, is dit verhaal op The Rabbit Room.

vrijdag 20 januari 2012

Eb en vloed in Wales

De zee speelt een belangrijke rol in het leven van de mensen aan de kust van Wales. Het spel van eb en vloed, hoog en laag water, levert mooie tafereeltjes op - zoals in het stadje waar we langs kwamen, waar de haven was drooggevallen en de zeilbootjes nu op land lagen te wachten op de vloed, of in het natuurgebied waar het terugtrekkende water slik had laten droogvallen, waar tientallen ganzen en andere wadvogels zochten naar voedsel.





Een interessant volksgebruik dat we waarnamen was het vissen naar krabben in het stilstaande water van een haven die door het lage tij was afgesloten van de zee. De plaatselijke bevolking bond een stukje spek aan een draadje en hing dat in het water. Niet alleen ik vind spek lekker, krabben vinden dat kennelijk ook. Ze hadden er al een aantal zitten in een emmertje. Wat ze er vervolgens mee deden, weet ik niet.

donderdag 19 januari 2012

Brief uit de toekomst

Misschien heb je ze wel eens gezien - columns of blogs waarin iemand een brief schrijft aan zichzelf als kind of tiener, om hem/haar te vertellen dat hij niet bezorgd hoeft te zijn over de dingen waar hij op die leeftijd over piekert, of dat hij van bepaalde fouten alleen maar zal leren. Laatst las ik op internet een variant op deze schrijfoefening: iemand die een brief schreef ‘uit de toekomst’ - van zijn negentigjarige zelf aan wie hij op dit moment was.
Dat leek me wel leuk om voor mijn blog te proberen. Maar voor ik kon beginnen met schrijven, trof ik in mijn postvakje een vreemd gekleurde envelop aan, afkomstig uit de Verenigde Staten. Erin zat een lange, handgeschreven brief. Ik geef de inhoud hieronder weer. Ik weet niet goed hoe ik erover moet denken. Oordeel zelf:

Delft aan zee, 19 januari 2067

Hallo Johan,

Ik weet nog goed hoe ik deze brief kreeg. Hij kwam uit een put ergens in de Verenigde Staten, werd er in de begeleidende notitie gezegd, samen met nog heel veel andere brieven in een halfvergaan kistje. De envelop was gelig geworden met bruine vlekken, en de letters erop waren vervaagd. Aan de linker kant waren ze uitgelopen. Toch was het adres nog leesbaar. Mijn adres. Compleet met postcode. En het handschrift was ook herkenbaar: het mijne. Ik bedoel: het jouwe.
Je denkt nu natuurlijk dat je voor de gek wordt gehouden. Dat dacht ik namelijk zelf ook. Ik kan je wel proberen te overtuigen met verhalen over de onnauwkeurigheid van tijdtransport (chrono-insertie noemen we het nu), en hoe duur het is om ook maar een beetje te willen verzenden (het papier is niet voor niets zo dun en mijn handschrift zo klein), en ik kan je wel allerlei genante dingen vertellen uit je jeugd die niemand anders van je weet, maar uiteindelijk gaat het er niet om of je mij gelooft of niet. Ikzelf geloofde pas in deze brief toen de eerste advertenties voor chrono-insertie op mijn netvliesmonitoren verschenen - vijf maanden geleden - en dat wil zeggen dat jij er ook niet in zult geloven. Maar dat betekent niet dat je er niet uit kunt leren. Want zelfs al gebeurt het allemaal in je hoofd, dat wil niet zeggen dat het niet echt is. Zoiets zegt Dumbeldore toch in de oude Potter-verhalen? Ik vond dat Daniel Radcliffe die tovenaar mooi neerzette in de nieuwe holoverfilming van een paar jaar geleden. Maar dat ter zijde. Je zult daar ooit een uitgebreide bespreking over schrijven en ik wil niet het gras voor je voeten wegmaaien.

Ook al geloof je niet dat deze brief echt is, dan nog ben je nieuwsgierig naar wat ik over de toekomst te vertellen heb - ik ken mezelf een beetje. Belangrijkste vragen eerst: is er leven op andere planeten gevonden? Nee - maar de eerste bemande expeditie naar jupitermaan Europa is onderweg, en daar verwacht ik veel van. Zijn we eindelijk naar Mars geweest? Jazeker. Er is zelfs een permanente basis. Zijn er aarde-achtige planeten in andere zonnestelsels gevonden? Heel veel, op sommige is zelfs water gedetecteerd. Zijn er nog mensenhaaien, neushoorns en walvissen? Niet veel meer. Weten we het broeikaseffect in te dammen? Laten we het er op houden dat er op Groenland heel wat nieuwe landbouwgrond vrijkomt. Komen er nog goede boeken en films uit? Meer dan genoeg!
Meer dat dit kan ik je eigenlijk niet vertellen. Deze brieven worden zorgvuldig gecontroleerd zodat tijdparadoxen worden voorkomen. Ik mag je bijvoorbeeld niet vertellen wat winnende nummers uit de loterij zijn, of op welk paard je moet wedden, en ook niet dat je in bepaalde technologie moet investeren. Ook over mijn verleden -jouw toekomst- mag ik je eigenlijk niets laten weten. Als jij namelijk zou kiezen om iets niet te doen wat ik wel heb gedaan, zou ik niet bestaan en jou niet een brief hebben gestuurd om je te waarschuwen voor wat ik had gedaan, waardoor jij het toch zou hebben gedaan, en ik dus wel zou bestaan om jou te schrijven dat jehet niet moet doen ... Het is maar goed dat je me niet gelooft, bedenk ik nu, want als ik toch per ongeluk iets te veel zou zeggen, weet ik dat je er niet naar zult handelen.

Het zal je ondertussen duidelijk zijn dat je op dit punt in al die jaren niet bent veranderd: ik ben nog steeds niet kort van stof. Daarvoor houden jij en ik te veel van woorden. Eigenlijk is dat wat ik je vooral duidelijk wil maken met deze brief. Over vijfenvijftig jaar zul je nog steeds dezelfde Johan zijn. Dezelfde Johan die je vijftien jaar geleden was, voor je eerste overspannenheid. Dezelfde Johan die je vijfentwintig jaar geleden was, op de basisschool. Dezelfde Johan die je deze week was, toen je door je bed zakte. (Nee, dat is geen bewijs van de authenticiteit van deze brief. Denk je niet dat alles wat je ooit twittert door het wereldwijde web bewaard zal worden?).
Iemand die je kende toen je tweeentwintig was, omschreef je ooit als ‘een zachtmoedige man, met gevoel voor humor, die af en toe een wijze opmerking maakte’. Dat ben je op je 35ste, en dat zul je op je negentigste ook nog zijn. Je kunt dat dus maar beter accepteren. Net zoals het feit dat je nog steeds een liefde hebt voor flauwe taalgrapjes, dat je nogal enthousiast kunt reageren, dat je houdt van verhalen, holofilms, wetenschapsnieuws, aquariums en fotografie. En het feit dat je niet van sport houdt, en energie verliest als het om je heen druk is. Je kunt je er maar beter bij neerleggen. Je bent Johan en je zult Johan blijven. Ik voel me in elk geval nog dezelfde persoon als toen ik vijfendertig was, wat betekent dat jij je ook zo zult voelen.

Toch heb ik, heb jij, steeds geprobeerd om iemand anders te zijn. Je hebt steeds je best gedaan te voldoen aan de ideaalbeelden van anderen. Van de kerk waar je opgroeide, van je ouders, van de school, van de maatschappij. Je geloofde namelijk niet dat je goed was zoals je bent. Je moest van jezelf allerlei dingen doen die je niet wilde (of niet in die mate): evangeliseren, bidden, bijbelstude. En je verbood jezelf om te doen wat je wel graag wilde: lezen, schrijven, filmkijken. Zelfs na je overspannenheid bleef je gevoelig voor verwachtingen en suggesties van je omgeving. Je ervoer het feit dat je anders was dan anderen als een bron van schaamte. En dus zette je jezelf onder druk om te presteren. Je wilde jezelf bewijzen. Of je verviel in passiviteit, omdat je niet geloofde dat wat je te brengen had, waardevol was.
De wond van de zelfafwijzing zat heel diep. En ook al wist je met je verstand dat God van je hield - het woog er niet tegenop. Vooral niet omdat je aan de liefde van God allerlei kwalificaties verbond. God hield van je, maar je moest wel veranderen. Je moest wel actief zijn in de kerk. Je moest wel produceren. Je moest, je moest, je moest ... Dit was de boodschap die je meekreeg op je werk, waar je steeds weer aan nieuwe competenties moest werken. Maar het was ook de boodschap die je oppikte in de kerk. Dat je moest veranderen. God hield immers van je, maar hij hield te veel van je om je zo te laten. Wat betekende dat je niet goed was zoals je was. En daar begon de cirkel weer van voor af aan. Om moe van te worden! Niet verwonderlijk dat slaap je parten speelde. Ik herinner me de lange nachten nog goed en wil er niet naar terug (hoewel ik op mijn leeftijd natuurlijk ook niet makkelijk meer slaap).

Neem dit van mij aan: de belangrijkste les die je in je leven zult leren (en als ik het goed heb ben je die op dit moment al tot je aan het nemen) is dat je niet hoeft te veranderen. God houdt van je en hij heeft dat laten zien in Jezus. En vervolgens heeft hij in zijn dood en opstanding al alles gedaan aan je verandering. Je hoeft er zelf niet aan bij te dragen. Je hoeft er zelfs geen geloof voor op te wekken. Je hoeft alleen maar te aanvaarden wat Jezus tegen Paulus zei: “Je hebt niet meer nodig dan mijn genade.”
God is geen veeleisende ouder of met ontslag dreigende werkgever. Hij is geen pestkop die je op de grond duwt voor wie je bent. Hij is al helemaal geen toornige dondergod die klaar staat om je te veroordelen. God is voor je, en niet tegen je. Hij vraagt van jou niet dat je iemand anders bent dan wie je bent. Wat er liefdeloos en ontrouw aan je is, heeft hij al vergeven. Wat mooi en lovenswaardig aan je is, heeft hij zo gemaakt. En hij wil niets liever dan jou liefhebben. Het gaat hem er niet eens om dat hij een relatie met jou moet hebben - want dat betekent weer dat jij van alles zou moeten doen om die te onderhouden. Hij wil je liefhebben. Jou. Johan Klein Haneveld. Met je lange volzinnen, je liefde voor aquariums, je waardering voor je broers en je honger naar verhalen. Maar ook met je onzekerheid, je schuldgevoel, je sociale onhandigheid en je cynisme (om maar een paar van mijn tekortkomingen te noemen). Zoals je je op het ene niet kunt laten voorstaan, mag je jezelf om het andere niet afwijzen. Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij! Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons! Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?

Dat wil niet zeggen dat je niet zult veranderen. Als ik het goed heb, heb je het ondertussen gedurfd initiatieven te nemen op het gebied van relaties. En daardoor heb ik een mooi, rijk leven geleid en ben ik al die tijd niet veel alleen geweest. Je bent ook minder verlegen dan vroeger, en je loopt minder kromgebogen. Ook van je telefoonfobie ben je voor een groot deel afgeraakt (die iPhoneverslaving gaat echter nog voor problemen zorgen - maar misschien mag ik dat niet zeggen). Dat zijn echter geen veranderingen geweest waardoor je minder jezelf bent geworden, maar veranderingen waardoor je meer jezelf bent geworden. Barrieres zijn weggevallen en je moed om je eigen keuzes te maken is gegroeid. En dat zal gelukkig doorgaan! Wat dat betreft ga je nog heel wat beleven.
Het zijn ook geen veranderingen waar je jezelf toe hebt kunnen dwingen. Het zijn veranderingen geweest die juist voortkwamen uit compassie met jezelf. Je ging jezelf niet langer zien als waardeloos en teleurstellend, iemand die moest vervangen worden door een ideaal, maar als iemand van wie God houdt en van wie jij dus ook mocht houden. Als iemand van wie de zwakheden door God geaccepteerd worden en van wie jij dus ook de zwakheden mocht accepteren. Als iemand met wie God geduld had, en met wie jij dus ook geduld mocht hebben. En omdat je de liefde van God voor jou beter ging leren kennen, ging je steeds meer van God houden. En van de andere mensen die door God geliefd zijn.
Eigenlijk was je steeds minder bezig met jezelf (het grote ‘wordt de ideale persoon’-project), maar was je steeds meer gericht op wat buiten je ligt: waarheid, schoonheid, relaties. Je ging zien hoe belangrijk God die dingen vond, en dus ging je ze ook belangrijk vinden. Of je veranderde kon je uiteindelijk niet meer schelen, je vertrouwde op God om daar zorg voor te dragen. En je gelooft dat Hij dat ook zal doen. Je gelooft in het koninkrijk dat komt, de tijd van de wederoprichting van alle dingen, wanneer alles en iedereen zijn ware naam zal terugkrijgen en God zal zijn alles in allen. Daar verlang je nu al naar en daar zul je alleen maar meer naar gaan verlangen.

Ondertussen zul je moeten leren leven met de punten waarop je niet zult veranderen. Ik wil je niet teleurstellen, maar je gevoeligheid voor verplichtende boodschappen zal niet verdwijnen, en je worsteling met schuldgevoel zal ook niet volledig overgaan. Je zult last blijven houden van je winterdepressie, en je zult ook blijven worstelen met passiviteit. Maar al die dingen bepalen niet je identiteit, je zonden bepalen niet wie je bent. Dat hebben ze nooit gedaan. Je bent en blijft niemand anders dan degene van wie God houdt, wat hij in de mens Jezus Christus heeft bewezen. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten, noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.
Net zo zul je je identiteit niet meer ontlenen aan een kerk of gemeenschap. Je zult je niet meer identificeren met een groepering. Maar je zult samen optrekken met andere geliefden van God en met hen steeds meer een eenheid vormen.
Je zult je ook steeds minder identificeren met leerstellingen. Niet met het dogma van het creationisme, niet met eindtijdtheorieen en ook niet met theorieen over de verzoening. Het aantal vragen dat je stelt zal alleen maar toenemen, maar je zult steeds minder behoefte hebben aan een antwoord, anders dan dat je in Christus door God geliefd bent.
Je zult je ook minder gaan identificeren met je welvaart, je gezondheid of je geluk. Het is niet leuk om het te moeten zeggen, maar de volgende 55 jaar worden niet makkelijk. Je zult ziek worden, vrienden en familie zullen overlijden, je zult meer verdriet hebben dan je dacht aan te kunnen. Je zult ten slotte een keer dood gaan. Maar je zegeviert in dit alles glansrijk, danzij Hem die jou heeft liefgehad. Of je nu leeft, of sterft, hij houdt van je. Je bent van hem.
Je zult je ten slotte niet langer identificeren met je prestaties. Vanwege de controle op tijdparadoxen kan ik je niet vertellen of je nog meer boeken zult schrijven of of ze uitgegeven zullen worden. Maar zelfs al zou je nooit meer schrijven of spreken, je zou nog steeds zijn wie je altijd geweest bent: iemand die geliefd wordt door de Vader. En je weet zelf dat het onwaarschijnlijk is dat je niets zult doen: aan een boekenboom groeien nu eenmaal boekenvruchten. Maar de enige vrucht die God accepteert, is die voortkomt uit jouw identeit, niet die jij denkt te moeten voortbrengen, niet die wordt opgehoest door verplichting. Uiteindelijk draait het niet om wat je doet, maar om wie je bent: Gods geliefde. Ons resten geloof hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.

Ik weet dat het allemaal nog heel onwerkelijk klinkt. Hoe zou dit ooit realiteit kunnen worden? Houd ik mezelf niet voor de gek? Je denkt toch dat deze brief niet werkelijk uit de toekomst komt, dus waarom zou je erin geloven? Maar daar gaat het niet om. Het is niet je geloof, of het ontbreken van twijfel, dat deze dingen waar maakt. Het hangt niet van jou af. Of je nu wel of niet gelooft dat deze brief echt is, je bent naar deze dingen gaan verlangen. Je bent gaan hopen dat ze waar zijn. En dat is het begin van de reis. Want je zult gaan leven alsof deze dingen waar zijn, alsof je identiteit is wat God in Jezus heeft laten zien dat hij is, en je zult merken dat ze in de loop van de tijd steeds meer realiteit voor je worden. Zo zul je er in gaan geloven. En uiteindelijk zul je het met eigen ogen zien, zoals ik de waarheid nu kan zien. Meer kan ik je niet schrijven - ik had maar genoeg voor vijf velletjes! Ik heb nog maar net plek om je hartelijk te groeten en te zeggen dat ik er geen bezwaar tegen heb als je dit op je blog zet. Dat is namelijk wat ik deed toen ik deze brief kreeg.
Je zelf,

Johan

woensdag 18 januari 2012

Links: Europese mensapen, graphic novels, The Walking Dead, Beyond Evangelical en verontschuldiging

Wil je verbaasd staan? Wil je jezelf ongelofelijk nietig voelen? Wil je alles in het leven en op aarde eens volledig relativeren? Probeer je dan eens voor te stellen hoe groot het heelal eigenlijk is. Moeilijk he? Dit filmpje helpt erbij ...

Mensapen kennen we nu vooral uit Afrika en uit Azie, maar ze kwamen ook voor in Europa

De tekenfilmserie Avatar - The last airbender was geweldig (veel beter dan de bioscoopfilm): spannend, humoristisch, met sterke karakters, een goed uitgewerkte fantasiewereld en een mooi en verrassend verhaal. Het ziet ernaar uit dat het vervolg The Legend of Korra ook zo goed wordt. Deze voorproefjes smaken in elk geval naar meer!

Een voorproefje dat geen realiteit werd was deze van de film John Carter of Mars. Niet de versie van Andrew Stanton die dit voorjaar in de bioscoop komt, maar de versie van Kerry Conran. Wie? De regisseur van Sky Captain and the World of Tomorrow! Een ding is zeker: het zou een visueel spektakel zijn geworden.

Altijd leuk als striphelden uit verschillende strips elkaar ontmoeten. Zoals in dit verhaal van Peanuts en Spider-Man.

Over strips gesproken: Christ and Popculture geeft een lijst van de beste tien 'graphic novels' uit 2011. Het zijn ook nog eens verhalen die iets te zeggen hebben. Inspirerend! Er zitten er een paar bij die ik ook graag zou lezen. Gelukkig zijn binnenkort de stripdagen en misschien kan ik er daar een of twee op de kop tikken!

Over top tien lijstjes gesproken: op IO9 wordt een lijstje gegeven van tien fantasyseries die je kunt lezen terwijl je wacht op het volgende boek van G.R.R. Martin. Nu ben ik net aan het eerste deel van A Song of Ice and Fire begonnen (A Game of Thrones), maar suggesties van goede fantasyseries zijn nooit weg. Sommige series op deze lijst heb ik gelezen en kan ik ook aanbevelen (Earthsea, Shadowthrone, Malazan Book of the Fallen en de Farseer-serie en vervolgen) - waarschijnlijk zullen de andere dan net zo goed zijn. 

Er zijn meer mensen die op dezelfde manier kijken naar films en verhalen als ik dat doe op mijn blog - namelijk als weerspiegelingen van het Ware Verhaal, afbeeldingen waarin de werkelijkheid van God is terug te vinden, of de makers dat nu zo bedoelen of niet. De schrijfster van In the Open Space bijvoorbeeld. Ze ziet het Grote Verhaal zelfs terug in een TV-serie over zombies, namelijk The Walking Dead: "When we reach beyond the darkness to the larger reality we live in, we remember that we are loved. We remember God loves us so much that he goes to the greatest lengths to ensure our Story comes to an amazing, breathtaking end. And in that Story, we, in all our capacity for evil and destruction, are worth saving simply because he loves us. And that—even in the face of the most insidious darknesses—gives us the best kind of hope. It reminds us that, even in the midst of struggle, all will be well. That, no matter what happens in the middle of the Story, we are worth fighting for and saving—and our Story ends good." Goed om aan herinnerd te worden, vind ik, ook al zal ik de TV-serie in kwestie zelf nooit kijken.

Soms zien mensen van buiten de kerk beter wat belangrijk is dan mensen van binnen de kerk, zoals deze muziekjournalist die reflecteert op een bezoek aan een christelijk muziekfestival: "Jesus' breakthrough was the aestheticization of weakness. Not in what conquers, not in glory, but in what's fragile and what suffers - there lies sanity. And slavation. But once you’ve known Him as God, it’s hard to find comfort in the man. The sheer sensation of life that comes with a total, all-pervading notion of being—the pulse of consequence one projects onto even the humblest things—the pull of that won’t slacken." Dat is de weg van de zwakheid, waar ik op mijn blog al eerder over heb geschreven.

Deze visie op Jezus zou goed aansluiten bij de vierde stroming die Frank Viola identificeert in zijn nieuwste blogbericht. Hij denkt dat er vier groepen christenen zijn die moeite hebben met de traditionele evangelische kerk. De christenen die gaan voor een zuivere doctrine, de christenen die gaan voor actie en goede projecten, de christenen die zoeken naar geestelijke ervaringen en ten slotte christenen die zich op geen van die drie dingen willen richten, maar alleen willen vertrouwen op Jezus. “Beyond Evangelicals” want to know Jesus Christ in reality and in the depths. Yet they aren’t quietists or passive mystics. Outward activity is important, but it’s like fruit falling off a tree. It’s the natural result of living by the life of Christ." Nou denk ik zelf niet dat dit zo makkelijk als een vierde groep kan worden weggezet, omdat deze christenen zichzelf juist niet willen begrenzen of definieren. Het is niet een 'bounded set', maar een 'centered set' - niet bepaald door de precieze grenzen met andere groepen, maar bepaald door het ene centrum waar deze mensen zich op richten. Maar met deze kanttekening erbij kan ik toch de voor mijn lezers vast niet heel verrassende uitspraak doen dat ik me met deze vierde groep het meest identificeer ...

John Shore is niet bang om controverse te creƫren. Zo droomt hij dat christenen ooit hun excuses zullen aanbieden aan mensen met een homoseksuele aanleg en verzoening zullen zoeken. Hij heeft er de woorden al voor geschreven. "For no reason beyond animal ignorance we have tried to obliterate you: to rob you of your identity, crush your self-worth, destroy your hopes, turn you against yourself. We have harnessed our almost unimaginable power to bring to you the singular, unceasing message that God finds you reprehensible. Shamefully, we have turned the way you love into the way we hate."
Richard Beck lijkt een zelfde thema op te pakken op zijn blog Experimental Theology. Hij vertelt over een homo die door twee christenen was afgetuigd en als een vogelverschrikker aan een hek hing. En hij verbindt het met Christus - die door een woedende menigte ter dood werd gebracht aan een kruis. "My deepest fear in life is that I'm going to end up on the wrong side of God's history. Like so many Christians before me. My fear is that a moment will come when I am asked to stand up for those hanging on the trees, literally and symbolically, and I'll respond with "That has nothing to do with me. That has nothing to do with the church." ... Really, it's all pretty simple. Jesus hangs from crosses, from trees and fences. And to see that, like Saul on the Road to Damascus, is the day of your conversion." Jezus volgen in zijn weg van zwakheid en ons identificeren met de 'outcasts' - dat is wat God van ons verlangt. Het is een moeilijke weg, en ik zal er heel vaak op struikelen, maar ik verlang er wel naar.
Ik denk dat het de weg naar vrijheid is, ook naar een bevrijde seksualiteit. In het bericht van John Shore viel me namelijk nog het volgende op: "Like all people (we now see, praise God), there are two natural phenomena that, in the overwhelming magnitude of their power, finally render us insensible of ourselves: the awesome presence of the divine infinite, and sex. We have always believed those two to be in competition, to be mutually exclusive: traditionally our conviction has been that where God is, sex cannot be. And so we have always, if grimly, shunned our sexuality, and clung fast to God." Hij heeft een punt, en dat hangt samen met mijn betoog over het stripboek Een Deken van Sneeuw. Misschien kunnen we naar een beeld van God toe dat onze menselijkheid (inclusief onze lichamelijkheid) niet buitensluit, maar juist omvat. Waarin we helemaal onszelf kunnen zijn. Ik geloof daar in.