zondag 13 juni 2010

Filmbespreking: The Lovely Bones

Tja, het is wel heel wat anders dan The Lord of the Rings he? Geen orks, geen belegerde steden, geen gigantische strijdolifanten en geen strijdende tovenaars. En King Kong is het ook niet, want dan zouden er meer dinosaurussen in hebben moeten zitten. Toch is The Lovely Bones een film van Peter Jackson. Ja die. Dezelfde van die andere films. Tja, goede regisseurs kunnen meerdere soorten verhalen vertellen. En wie goed kijkt, ziet de hand van deze Nieuw-Zeelandse filmmaker wel degelijk terug. In de met oog voor detail weergegeven andere tijdsperiode (in deze films de jaren '70 van de vorige eeuw, compleet met jaren '70 cover van Lord of the Rings - leuke knipoog). In de zenuwslopende spanning die hij weet op te roepen, door het gebruik van suggestie, niet alleen in het begin, maar ook bij een inbraak aan het eind van de film. In het gebruik van computereffecten (waarvoor Jackson veel kritiek heeft gekregen wat deze film betreft en misschien wel terecht. Sommige beelden waren iets te veel van het goede en pasten niet goed bij het aspect van het intieme karakter-drama van andere scenes). En natuurlijk in het gebruik van Nieuw-Zeelandse locaties. Ik meende er een uit zijn eerdere trilogie te ontdekken, en zag ook een locatie terug uit Prince Caspian, de tweede Narnia-film.
We wisten al dat Jackson ook gevoelige interacties tussen zijn hoofdpersonen kan vastleggen - in de trilogie zaten ook prachtige dialogen en momenten van verbinding tussen karakters. Dat doet hij hier ook, geholpen door goed spel van de acteurs. Saoirse Ronan, die de hoofdpersoon speelt, is heel sympathiek en komt geloofwaardig over. Mark Wahlberg speelt een gekwelde vader. Rachel Weisz hoeft niet echt veel te doen in de film, maar blijft wel een van de knapste en beste actrices van deze tijd. En Stanley Tucci zet als George Harvey knap iemand neer met twee gezichten: de invoelende buurman en de psychopaat die zich volledig heeft overgegeven aan zijn moorddadige lusten. En Susan Sarandon als kettingrokende grootmoeder zorgt voor wat 'comic relief'. Helaas werkt het centrale gegeven van de film niet zo goed als zou moeten, en gaat een deel van de tranentrekkende potentie van de film verloren. Ik had verwacht dat het verhaal me meer in mijn gevoel zou raken, maar dat bleef uit (en hetzelfde lees ik op internet van andere kijkers). Ondanks de mooie beelden, is het dus niet een film die ik veel vaker zal zien.

Goed, dan hebben we dat uit de weg, want het doel van deze blog is niet in de eerste plaats films te bespreken op hun artistieke prestaties, maar op elementen die mij aanzetten tot diepere gedachten. Het verhaal begint met Susie Salmon ('like the fish'), een meisje van veertien, net verliefd, met een passie voor fotografie, en een liefhebbende familie. Haar situatie lijkt paradijselijk, maar we leven in een gevallen wereld, en dat blijkt ook hier. Een buurman raakt door haar geobsedeerd en brengt een duivels plan ten uitvoer. Op een avond komt Susie dus niet thuis van school. Later wordt alleen haar muts teruggevonden en een heleboel bloed. Haar vader richt zich monomaan op het vinden van de moordenaar. Haar moeder verliest zichzelf in haar verdriet. En Susie vindt zichzelf terug in de tussenwereld. Nee, niet de hemel. Ze kan haar Aardse leven namelijk nog niet achter laten, heeft zich niet verzoend met het gewelddadige einde van haar leven. En vanuit deze tussenwereld kijkt ze toe hoe haar zusje de liefde ontdekt, hoe haar vader en moeder uit elkaar groeien en hoe meneer Harvey een nieuw slachtoffer uitkiest, die hetzelfde lot moet ondergaan.

Laat ik beginnen met de weergave van het leven na de dood. Ik ben altijd blij met beelden die iets anders suggereren dan de standaard witte wolken, harpen en engelenvleugels, of de grote troonzaal waar niets anders gebeurd dan zingen. Maar hoewel Peter Jackson prachtige beelden oproept van een voortdurend veranderend landschap, van natuurlijke schoonheid en de vervulling van onze verlangens, mist er iets in deze weergave. Nu is het natuurlijk niet de hemel zelf die in beeld wordt gebracht. En de symbolen die worden gebruikt om de emoties van de hoofdpersoon weer te geven zijn indrukwekkend. Maar in dit visioen ontbreekt het een en ander. Dit is de hemel als speeltuin. 'My own perfect world', zegt Susie. Een plek die totaal wordt gevormd uit haar eigen verlangens en fantasieën. Maar dat is niet werkelijk een hemel waar we naar kunnen verlangen. Ten eerste: als de hemel, het leven na de dood, een vervulling zou betekenen van mijn huidige verlangens, zou het een banale plek zijn. Ik wil geen aanstoot geven aan moslims, maar hun voorstelling van het paradijs, letterlijk een plek van jonge maagden, wijn en lekker eten tot in eeuwigheid, komt op mij weinig vervullend over. Is dit echt het enige dat we verlangen? Zou je daar eigenlijk niet moe van worden? Al deze aardse dingen zullen ons uiteindelijk gaan vervelen. Zelf die 72 maagden zou je als man (ik weet niet wat de koran aan vrouwen belooft) zou je na een jaartje of tienduizend toch wel een beetje saai gaan vinden. Ik geloof dat we eigenlijk verlangen naar iets veel groters dan dit! C.S. Lewis heeft wel eens gezegd dat Aardse schoonheid en vreugde niet genoeg kunnen zijn. Want onze 'sehnsucht', dat diepe pijnlijke gevoel van verlangen dat in ons wordt opgewekt door de natuur, een gedicht, een herinnering, verdwijnt als we hebben gevonden wat we dachten te zoeken, en we blijven leeg achter, niet vervuld door seks, schoonheid, eten, drinken of wat het ook was dat we dachten nodig te hebben. Nee, al die dingen zijn slechts aanwijsborden, wegwijzers, die wijzen naar iets dat boven onze menselijke ervaring uitstijgt. Ze zijn niet de vervulling van het verlangen zelf. Ze wekken het alleen maar op, zonder het zelf te vervullen. Uiteindelijk kan ons diepe verlangen namelijk alleen worden vervuld door relaties, en wel door de relatie met God, de bron van alle schoonheid, liefde en leven. Hij is degene naar wie wij eigenlijk verlangen. We zijn geschapen voor een plek in de liefdevolle dans van de drie-eenheid en niets minder kan ons bevredigen. Het gat in ons hart dat we zoeken te vullen heeft, zoals Augustinus schijnt te hebben gezegd, de vorm van God. En ons hart is onrustig tot het rust vindt in Hem. En uit Hem komt alles voort dat we begeren, alle schoonheid, blijdschap, extase en vreugde. Zelfs het lekkere eten en drinken (waar ook de bijbel naar verwijst). Want Hij heeft alles geschapen waar we nu naar verlangen, en zal deze schepping ook herstellen. We zullen voor eeuwig leven op een nieuwe Aarde onder een nieuwe Hemel, waar God voor altijd onder ons en met ons aanwezig is.
En dus ten tweede: dit is een hemel zonder God. Er wordt zelfs niet aan het bestaan van God gerefereerd. Hij is kennelijk niet nodig. Maar een hemel zonder Gods aanwezigheid, zonder op zijn minst een verwijzing naar degene die het ultieme einddoel is van ons verlangen, van ons leven, is opmerkelijk leeg. Nee, dan het land van Aslan, dat Lewis beschrijft, waar de grote Leeuw zelf zijn geliefden voorgaat 'verder omhoog en dieper naar binnen'. Of de haven van Valinor, Tol Eressea, een land van groene heuvels onder een snelle zonsopkomst ...

Op het gebied van speculatie over het leven na de dood schiet deze film mijns inziens dus tekort. Maar waarin deze film wel goed is, is in de weergave van het kwaad. En de uiteindelijke gerechtigheid. Maar dat is een onderwerp voor een volgend bericht.