zaterdag 5 juni 2010

Filmbespreking: Into the Wild

Soms is het verstandig af te gaan op het advies van mensen die je een beetje kennen. Zo dronk ik gisteren een lekker wit biertje op een terrasje in Delft met mijn jongste broer. En die kent me al zo ongeveer zijn hele leven. Hij uitte zijn verbazing dat ik de film Into the wild nog niet had gezien. En hij adviseerde mij stellig om die zo snel mogelijk te kijken. "Het is dat ik vanavond al heb afgesproken om muziek te maken, anders zou ik hem samen met jou gaan zien." Nou, als iemand zo aandringt is het moeilijk 'nee' te zeggen. Het was een film waarover ik al het een en ander had gelezen, en ook van anderen al over had gehoord, en die al een tijdje op mijn mentale lijst van 'films om ooit te kijken' stond. Dus ik bracht het advies van mijn broer 's avonds in praktijk. Gelukkig hadden ze de DVD in de videotheek.
Mijn broer had gelijk (en ook de diverse twitteraars (of zoals wij twitteraars dat zeggen: tweeps) die zijn advies bevestigden!). Dit was een film die mij diep raakte. Een film met prachtige beelden van natuurlijke schoonheid, overdenkingen over God en menselijke relaties, en een verlangen naar vrijheid. Een ontdekkingsreis naar wat echt belangrijk is. Ik heb direct de blu-ray voor mezelf besteld op Amazon, omdat ik verwacht dat ik deze film meerdere malen zal willen kijken. Kortom, een aanbeveling.

De film is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Christopher McCandless. (In het hiernavolgende staan 'spoilers', het is dat je het weet.) Hij lijkt heel succesvol als student, met Harvard en een glansrijke carrière in het vooruitzicht. Maar hij is niet gelukkig met het Amerikaanse buitenwijkleven, dat draait om bezittingen: geld, auto, huis, werk. Hij ziet hoe zijn ouders naar buiten toe doen alsof ze gelukkig getrouwd zijn, terwijl ze elkaar eigenlijk niet kunnen luchten of zien. Tegelijk leest hij boeken die een leven beschrijven dat er echt toe doet, een waarachtig menselijk leven. Onvervalste vrijheid. En omdat hij nogal een radicaal persoon is, kiest hij ervoor dat in praktijk te brengen. Hij knipt zijn identiteitspapieren door, geeft al zijn spaarcenten weg, laat zijn auto achter en kiest voor zichzelf de naam 'Alexander Supertramp'. Zijn familie ontvangt van hem taal noch teken. Hij leeft van wat hij op zijn reizen vindt, wat anderen hem geven, en van wat hij verdient met verschillende baantjes. Hij beleeft grandioze avonturen en ontmoet uiteenlopende mensen. En uiteindelijk brengt hij zijn droom in vervulling: leven 'in het wild' - weg van de beschaving, ergens in Alaska, aan zichzelf overgeleverd. Het lijkt een paradijselijk bestaan, maar de realiteit haalt hem daar in. En dan blijkt dat er geen weg terug meer voor hem is.

Over de technische aspecten van deze film kan ik kort zijn. De film is vrij lang (2,5 uur), maar daar denk je niet aan bij het kijken. De regisseur (Sean Penn, ook bekend als acteur) gebruikt verschillende filmtechnieken, flash backs, voice overs, et cetera de kijker in het verhaal te houden. Voeg daarbij stemmige muziek, prachtige natuurbeelden en uitstekende acteurs, en je hebt een topfilm. Maar nog veel belangrijker is de emotionele indruk die het verhaal achterlaat, in elk geval op mij. Ten eerste dacht ik aanvankelijk bij mijzelf 'Wat Christopher doet - zo de wereld in trekken, zichzelf zijn, als gelijke met andere mensen optrekken - dat kan ik niet.' Maar toen realiseerde ik mij dat dit een leugen was. Dat Christopher het kan, laat zien dat ik het ook zou kunnen. Als ik niet bang zou zijn. Angst is het enige dat mij ervan weerhoudt de echte vrijheid te ervaren. Zoals het in de film wordt verwoord: 'In het leven is het niet zozeer belangrijk sterk te zijn - maar je sterk te voelen.'.
Ten tweede herkende ik iets van de pijn die de hoofdpersoon heeft opgelopen door zijn ruziënde ouders, waardoor hij zichzelf als minderwaardig is gaan beschouwen. Hij geeft de diagnose van een negatief zelfbeeld: "Some people think they don't deserve love." Het wordt gezegd over iemand anders, maar het zou net zo goed kunnen slaan op Christopher McCandless. Hij is namelijk duidelijk op de vlucht. Hij vlucht voor de oppervlakkigheid en hypocrisie van de wereld om hem heen, maar hij vlucht tegelijk voor elke vorm van toewijding, intimiteit, echte relaties. Hij heeft er geen oog voor, of medelijden mee, hoeveel pijn hij zijn ouders doet, of hoeveel zijn zus lijdt onder zijn afwezigheid. En misschien vlucht hij zelfs wel voor God. Voor de God die zo graag een liefdesrelatie met hem wil aangaan. Dat is wat Chris hoort als hij in de hippie-leefgemeenschap Slab City komt en de 'Salvation Mountain' bezoekt. Dit leven is een groot liefdesverhaal. God die de mensheid opzoekt. Ik vond dat de boodschap van Gods onvoorwaardelijke liefde mooi werd verwoord. Maar Chris sluit zich ervoor af. Hij krijgt waarschuwingen van de mensen die hij ontmoet. Een moeder die zelf al twee jaar niet van haar zoon heeft gehoord. Een oude man die geen kinderen heeft. 'When you forgive,' zegt die, 'you love. When you love, God's light shines on you.' Maar Christopher denkt dat hij zonder andere mensen kan. Hij is als de 'verloren zoon' in de gelijkenis: hij wil zo ver mogelijk weg zijn van elke vorm van liefde.

Dit verhaal heeft een duidelijke mythische kracht. Het is meer dan alleen een waargebeurde geschiedenis. Het heeft het effect van een legende. Het gaat in feite om de terugkeer naar het paradijs. Zo wordt de wildernis van Alaska aanvankelijk ook in beeld gebracht: van een adembenemende schoonheid, waar de mens plotseling oog in oog kan staan met een wapiti met jong, of zelfs een beer. Waar de vernietigende kracht van de beschaving nog niet is doorgedrongen. Waar je met elke adem zuivere, onaangetaste lucht inademt. Dit is waar we allemaal naar verlangen, want dit is waar we voor geschapen zijn. We hebben allemaal een diepe 'heimwee' naar ons oorspronkelijke thuis, naar een wereld die mooier, schoner, zuiverder is dan die waar wij in leven. Christopher denkt dat het voor een mens mogelijk is terug te keren naar de ongevallen staat, naar de tuin. Hij is als het ware een nieuwe Adam. En als een nieuwe Adam wil hij ook alle dingen bij hun juiste naam noemen. De juiste naam van dieren, de juiste naam van planten, eetbare en giftige. En het lijkt een paradijselijk bestaan: het is duidelijk dat Christopher aanvankelijk geniet van zijn vrijheid.
Maar in het bijbelverhaal was de toegang tot het paradijs afgeschermd door een engel met een vlammend zwaard. Er was geen weg meer terug. Ten eerste is de wereld geen veilige plek meer voor een mens. Het is niet meer mogelijk zonder hulpmiddelen te overleven. De aarde zou doornen en distels voortbrengen, was Gods waarschuwing, en het zou zweet kosten om in leven te blijven. Dat ontdekt Christopher als hij een eland heeft geschoten, maar voor hij het vlees heeft kunnen roken zitten er maden op. Dan realiseert hij zich dat dit geen christelijk paradijs is, maar een heidense wereld, ongeschikt voor de mens. Een wereld waar vlees verrot, en waar wolven niet zouden aarzelen hem aan te vallen en op te eten. Op dat moment volgt een betekenisvol beeld waarin Chris naakt de rivier afdrijft, zijn armen gespreid, als in de vorm van een kruis. Hij beseft dat er een scheiding is tussen hem en zijn wereld. Dat hij dood is. Het is als de verloren zoon, die zich realiseert dat hij bij de varkens zit, en honger lijdt, en al zijn geld is op.
Maar niet alleen is de wereld aan de vergankelijkheid onderworpen, ook het hart van de mens is gevallen. In plaats van afhankelijk te willen zijn, van God en van anderen, wil de mens zelf 'als God zijn'. De mens wilde zelf zijn leven kunnen vormgeven, zelf kunnen bepalen wat goed was en wat slecht, zelf de eindverantwoordelijkheid dragen van zijn bestaan. Maar dat kunnen we niet. We zijn geschapen wezens, en daardoor per definitie afhankelijk. We zijn God niet. En als we dat wel willen volhouden, zullen we de gevolgen ervaren. Hoogmoed komt voor de val. En Christopher was hoogmoedig. Hij was zonder kaart de wildernis in gegaan, en had er niet op gerekend dat door smeltwater de rivier die hij was overgestoken zou veranderen in een kolkende stroom. Als hij een kaart bij zich had gehad (weet ik via de wikipediapagina) had hij kunnen zien dat er een halve kilometer stroomopwaarts een kabelbrug was. Dan had hij terug kunnen komen in de bewoonde wereld. Bovendien eet hij in de film (anders dan in het echt) ook werkelijk van de verboden vrucht, waarvan hij denkt dat die hem leven zou brengen, maar die hij verkeerd heeft geïdentificeerd. Zijn hoogmoed komt voor de val. 'Ten dage dat u van deze vrucht eet, zult u sterven.' De weg terug naar het paradijs is gesloten.

Christopher doet die ontdekking zelf uiteindelijk ook. Als hij de gevolgen van zijn keuzes begint te ervaren, als hij ontdekt dat het paradijs op Aarde niet meer toegankelijk is, realiseert hij zich wat echt belangrijk is. 'Happiness only real when shared', schrijf hij in zijn dagboek. Hij is wel degelijk afhankelijk. Hij heeft andere mensen nodig. Hij wil zich zelfs weer verzoenen met zijn ouders, naar hen toerennen en hen in de armen vallen. En dan schijnt inderdaad Gods licht op hem. Als hij zijn kwetsbaarheid erkent, afstand doet van zijn trots, en durft afhankelijk te zijn, vindt hij wat hij zocht, namelijk wat er altijd al was: de liefde van God, het paradijs.

Heel opmerkelijk is het bericht in de aftiteling, dat de ouders en de zus van Christopher hun 'moedige medewerking' hebben verleend aan deze film. Dat suggereert dat ook zij zijn veranderd door wat er met hun zoon en broer is gebeurd. Misschien wel dat ze dezelfde les hebben geleerd: dat het gaat om de liefde. En dat ze dat aan de wereld willen meegeven.