zondag 28 februari 2010

Mensenetende krokodillen, rabbi over Jezus, scheiding van de kerk en SF met Jolie

Vroege mensen waren prooi voor een krokodil van meer dan zeven meter, de menseneter genoemd. Hij komt uit hetzelfde gebied (Olduvai) waar veel mensenfossielen zijn gevonden. Sommige van deze botten bevatten bijtsporen van krokodillen.

James Cameron had gelijk: ook op Aarde zijn sommige levensvormen in een netwerk verbonden, net als in de film Avatar. Het gaat om bacteriën in de zeebodem, die met eiwitdraadjes verbonden zijn. Door die draadjes kunnen ze elektronen overdragen. Dit leidt ertoe dat bacteriën dieper in de bodem profijt hebben van de zuurstof die wordt opgenomen door soortgenoten hoger in de bodem. Geen collectief bewustzijn, dat nog net niet.

Een kijk naar verschillende theorieën over de verzoening: wat gebeurde er nu eigenlijk aan het kruis. Het vervagingsmodel dat vaak wordt gebruikt -Jezus die gestraft moet worden zodat God ons kan vergeven- kan leiden tot een beeld van een boze God, die alleen maar onze zonden door de vingers ziet zonder echt van ons te kunnen houden. Deze visie is afkomstig uit de elfde eeuw en is niet de enige mogelijke uitleg.

Joodse Rabbi over Jezus: "Er zijn maar twee groepen die op de messias wachten. De gelovige joden en de gelovige christenen. Als de messias komt, zullen beiden hem met vreugde tegemoet rennen. En we zullen hem een enkele vraag stellen: is dit de eerste keer dat u komt, of de tweede?" Heel interessant.

Ik kom weer eens terug op het onderwerp kerk. De 'Emerging mummy' heeft het ermee gehad en wil een scheiding. "I am undone by his great love towards us. I am following near to Jesus, keenly aware of my own ragamuffin status, leaning so heavily on Him, yearning to follow his steps of wild love and grace. The intimacy with God is most important, the most defining thing about me ... The more I know Him, the more I am grieved." Eerlijk, invoelbaar en tot nadenken stemmend.

Een column van Henk Medema: vijf manieren om God te worden. Heeft een link met mijn recente stukken naar aanleiding van Judas. "Het doet je weldadig aan, te horen: ik ben helemaal geen god, ik ben een mens, ik heb een fout gemaakt. Zo kun je ruimte laten voor een ander. Plaats geven aan God, de Ene, met een hoofdletter."

Een bespreking van de film 2012 uit christelijk perspectief.

Belangrijk filmnieuws om meerdere redenen: Alfonso Cuaron (regisseur van Children of Men (fantastisch) en Harry Potter and the Prisoner of Azkaban (ook fantastisch)) gaat een SF-film maken over een vrouw die de enige overlevende is op een ruimteschip. De vrouw wordt gespeeld door Angelina Jolie. Ehm... die niet geheel onaantrekkelijk is. Dus ... dat is iets om naar uit te zien!

zaterdag 27 februari 2010

Filmbespreking: Rachel getting married

Gistermiddag bij de koffie had ik met goede vrienden een gesprek over onze relatie met onze ouders. Die bleek bij ons allemaal niet echt optimaal. Ouders hebben verwachtingen, waarvan wij het gevoel hebben ze niet waar te kunnen maken. Ze zijn niet geïnteresseerd in wat wij belangrijk vinden en vice versa. Ze gaan over onze grenzen heen, en manipuleren ons om aan hun wensen tegemoet te komen. Als we thuiskomen van een avond of weekeinde thuis zijn we dood op en moeten we weer 'op adem' komen. Tegelijk: ze zijn onze ouders. Dat verandert niet. En dus wil je de relatie in stand houden, en ben je bereid daar offers voor te brengen. Om relaties met de familie gaande te houden zijn offers nodig. Een mijnenveld, dat is wat het is. Hoe kun je jouw eigen grenzen aangeven, maar met respect voor de ander? Hoe kun je de relatie in stand houden, en tegelijk jezelf blijven. Hoe kun je als volwassenen met elkaar omgaan, terwijl je ouder en kind bent?
Ik weet het antwoord niet. Ik heb natuurlijk wel een idee (daar ben ik blogger voor!), het heeft te maken met liefde die moed vraagt: grenzen stellen, eerlijk zijn, maar tegelijk de ander ook vrijheid gunnen. Ik ben echter zelf niet degene die dit werkelijk goed in praktijk brengt. (Tja, ik ben blogger).
Misschien kwam het door dat gesprek bij de koffie, maar toen ik gisteravond in de videotheek stond, werd mijn oog getrokken door de film Rachel getting married. Een film zonder explosies, zonder dinosauriers, zonder buitenaardse wezens, draken of tovenaars of diepzeevissen. Dus waarom had ik het idee dat ik deze mee moest nemen? Misschien omdat ik het voornemen heb wat uitdagender films te kijken dan ik tot nu toe gewend ben? Misschien omdat ik er goede recensies over had gelezen (Jeffrey Overstreet was fan)? Misschien was het wel een ingeving van boven. Ik heb het vaker gehad dat ik sterk het idee had dat ik een bepaalde film 'moest' kijken en dan bleek de film me ook echt iets te zeggen dat ik op dat moment nodig had.

Rachel getting married bevat op het eerste gezicht een eenvoudig verhaal. Een meisje verlaat voor een weekeinde de kliniek waar ze afkickt van haar verslaving om de bruiloft van haar zus bij te wonen. Uhm. Dat was het. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Nee, natuurlijk is er meer aan de hand dan mijn wel heel summiere samenvatting zou doen vermoeden. Maar dat betreft niet in de eerste plaats de gebeurtenissen. Het is inderdaad een verhaal over een bruiloft en hoe een gezin zich daarop voorbereidt. En over Kym, het 'zwarte schaap' van de familie, die zoekt naar wat haar plek is in het midden van de festiviteiten. Ze is verslaafd (al is ze al een paar maanden clean), maar denkt dat haar vader en zus nog steeds wantrouwend zijn. Bovendien blijkt dat ze een groot schuldgevoel meedraagt, iets waarvoor ze zichzelf niet kan vergeven (waardoor ze ook niet verwacht dat anderen haar kunnen vergeven). Ze gelooft daarom dat de anderen, haar zus en vader, 'doen alsof', de schijn ophouden. Die zouden willen dat zij haar rol goed speelt, als brave dochter, onopvallend, maar zij kan niet langer doen alsof. Nu is dat al moeilijk in een normale door de weekse situatie, maar tijdens een bruiloft (in Amerika kennelijk een nog groter evenement dan hier) lopen de spanningen al helemaal hoog op. Dan moet er helemaal een beeld worden hooggehouden van de gelukkige familie. Er moeten voorbereidingen worden getroffen, de schoonfamilie is er en moet worden verwelkomd, en de bruid en bruidegom willen een feest zonder strubbelingen. Kym staat onder druk. Hoe kan ze onder deze omstandigheden haar zus en vader liefhebben, en tegelijk zichzelf blijven? Is haar verontwaardiging gerechtvaardigd, of is ze egoïstisch? En als ze zichzelf haat, kan ze dan anderen liefhebben?
De film is gemaakt door Jonathan Demme (regisseur van Silence of the lambs. Bijna geen groter contrast denkbaar). Hoofdrolspeler is Anne Hathaway (bekend van wat tienerfilms. Maar zet hier een goede acteerprestatie neer). Interessant gebruik van de camera (in de hand gehouden, volgt de hoofdpersonen, zodat het lijkt alsof je als kijken ook echt 'aanwezig' bent. Goed gebruik van b.v. kikvorsperspectief). De muziek is geen begeleiding, maar echt: de klanken komen van musici die in en rond het huis aanwezig zijn (maar de muziek die ze maken past steeds wel bij de scenes). Het is makkelijk meeleven met de personen, maar er is geen mooi afgerond einde. Het blijft behoorlijk open. Ik vind het een aanrader.

In deze film staan twee 'gemeenschappen'  tegenover elkaar. De eerste is het gezin, waar met man en macht een illusie in stand wordt gehouden. Waar de waarheid niet wordt uitgesproken. Waar verwachtingen worden gekoesterd zonder te worden gecommuniceerd. De tweede is de 'twelve step'-bijeenkomst waar Kym twee keer naar toe gaat. Ik heb er eerder over geschreven in mijn bespreking van Finding Nemo. Daar was het een parodie. Hier is het realiteit. (In de aftiteling zag ik dat de leider van deze groep wordt 'gespeeld' door een echte pastor). Dit is een gemeenschap waar mensen kunnen zijn zoals ze zijn, 'warts and all'. Hier zijn geen valse verwachtingen, geen uiterlijk vertoon, niet iemand die zich beter voordoet dat hij is. Hier kunnen mensen hun hart laten zien. Hier kan Kym eerlijk vertellen met welk geheim ze rondloopt. Tegelijk is hier aanvaarding. Iemand die zich voorstelt krijgt applaus. Niet omdat hij een goed mens is, of zich aanvaardbaar gedraagt, maar gewoon, omdat hij er is. En hier zijn mensen die gewoon van dag tot dag willen leven. Die toegeven dat ze verslaafde zijn, maar ook van zichzelf weten dat ze nog veel meer zijn dan dat. Die in gebed hun afhankelijkheid van God betuigen, omdat ze weten dat ze zonder Gods genade niet vrij kunnen blijven van hun verslaving. Mensen die weten dat ze elkaar nodig hebben en op elkaar kunnen vertrouwen. Ik vond deze scenes aangrijpend. En ik verlang ernaar dat onze christelijke gemeenschappen zo zouden kunnen zijn: plekken waar we onszelf kunnen zijn, als gebroken en zondige mensen die volledig afhankelijk zijn van God. Waar dus ook echte (niet veroordelende) relaties mogelijk zijn. Want: als je niet van de ander verwacht dat hij een heilige is, kun je hem liefhebben als hij laat zien dat hij een zondaar is. In deze film blijkt de 'best man' van de bruidegom tijdens de bruiloft naar dezelfde 'twelve steps'-groep te gaan. Hij weet dus Kyms geheim, maar wijst haar niet af. Omdat hij zijn eigen zwakheid kent (hij is niet meer in de ontkenningfase). Hij biedt haar zijn hulp aan. Niet voor eigen belang, maar gewoon: omdat zij iemand is in nood, die hij wil helpen. Dat is hoe we als christenen met elkaar zouden moeten omgaan. Als ik controversiële berichten schrijf (zoals die over Judas), is dat om hier op aan te sturen: gemeenschappen van mensen die echt zijn, die eerlijk zijn over hun zwakheid, en vanuit die positie ook anderen zichzelf laten zijn. In deze film komt het in de familie ook tot een confrontatie. Kym wordt geconfronteerd met haar egoïsme. Gevoelens van frustratie worden uitgesproken. Verdriet wordt gedeeld. En er kan pas echt worden feestgevierd als er geen schijn meer hoeft worden opgehouden.
Tijdens de huwelijksplechtigheid zegt de bruid tegen de bruidegom iets als: 'Iemand heeft ooit gezegd: het bewijs van een goed leven is niet hoeveel je geliefd bent, maar hoeveel je hebt liefgehad.' Naar mijn mening is dat de kern van de film. Liefhebben is een keuze. Een keuze om in vrijheid, je eigen zwakheid kennend, de zwakheid van anderen kennend, te kiezen om de ander te dienen. Voor Kym betekent dat om met een blauw oog ook na een uitbarsting aanwezig te zijn bij dit feest van haar zus. Voor Rachel betekent het haar zus te verwelkomen ook na alle ophef, haar te wassen en te troosten, en als haar 'best maid' aan te stellen (ook al heeft ze een blauw oog). Ik heb een commentator gelezen die de film vergeleek met de gelijkenis van de verloren zoon. Hier zijn het dochters. De dochter die thuis bleef bij de vader, en de dochter die achter verslavingen aanging. De oudste die de vader verwijt de jongste voor te trekken. De overeenkomsten zijn duidelijk. Maar anders dan in die gelijkenis kiezen hier allebei de dochters voor de realiteit van de liefde. Eerlijkheid (de jongste zoon in de gelijkenis was ook eerlijk) en tegelijk overgave (de eigen belangen niet laten regeren). Het is een kwaliteit die kennelijk ook voor de bruidegom geldt in dit verhaal. Zijn 'best man', de zelfde als uit de 'twelve steps'-groep, vertelt tijdens het diner hoe de bruidegom naast hem stond 'door dik en dun - en soms was het heel erg dun'. Dat is een vriend. Dat is ware liefde.
Ik vond het prachtig hoe de film eigenlijk culmineerde in een uitbundig bruiloftsfeest. Verschillende culturen komen samen, families worden een, er wordt uitgebreid gefeest en gedanst en gegeten en gedronken. Het is werkelijk een feest waar je zelf ook bij zou hebben willen zijn. Tijdens het diner dat ik al aanhaalde zegt een van de karakters in de film iets als: 'Dit is een voorproefje van de hemel!' Daar dacht ik aan terug toen het feest in beeld was. Want dat is het inderdaad: de bijbel heeft het niet voor niets over 'het bruiloftsfeest van het lam' (Openbaring 19). Ook dat is een plek waar families een worden. Ook dat is een plek waar culturen zullen samenkomen. Ook dat is een plek waar mensen zullen genieten van muziek, van eten en drinken en van elkaar. Ook dat is een plek waar alleen mensen zullen komen die hun eigen zwakheid hebben erkend, die geen schijn meer ophouden, maar die hebben geaccepteerd dat ze afhankelijk zijn van Gods genade. Ze zullen hun kleren hebben gewassen in het bloed van het lam, staat er. Dat wil zeggen: ze zullen op die bruiloft komen, niet in hun eigen kleren, hun eigen heiligheid, de illusie die ze naar anderen (en misschien naar zichzelf) ophouden. Nee, ze komen er als mensen die niets verdienen, maar die weten dat ze alles hebben gekregen. Ze komen er in de kennis van de liefde van de Vader. En dat is de beste basis om feest te vieren. Onverdiende genade. Onvoorwaardelijke liefde. Een feest waaraan geen einde meer zal komen.
En ondertussen? In de dysfunctionele relaties waarin ik me nu bevindt? Toch maar proberen mezelf te zijn, eerlijk te zijn, mijn grenzen te kennen en aan te geven. Aangeven dat ik aan sommige verwachtingen niet kan voldoen, en aan andere niet wil voldoen. En tegelijk liefhebben, de ander ruimte geven, de ander accepteren ook al is die anders dan ik, ook al botsen we soms. Dan zullen er zelfs nu al momenten komen die voorproefjes zijn van de hemelse vreugde.

Judas: heilige, monster of iemand als wij allemaal?

En dan nu het vervolg van mijn gedachten naar aanleiding van Judas. Lees voor je verder gaat mijn eerste bericht! Daarin zet ik het dilemma uiteen: hoe reageren we op de persoon van Judas, die zijn meester verraadt. Zien we hem als monster (onder invloed van demonen), dat wil zeggen: als in wezen anders/slechter dan onszelf? Of praten we goed wat hij gedaan heeft? Mijn stelling is dat we in een tijd leven waar we niet meer geloven in objectief goed en kwaad, en vooral niet dat wat wij willen/doen wel eens slecht zou kunnen zijn.
Laat me ter verduidelijking nog een ander, behoorlijk controversieel voorbeeld mogen geven. Omdat ik niet echt een heel controversieel persoon ben, geef ik direct de disclaimer: wat ik hier schrijf betekent natuurlijk niet dat ik het gedrag van de ene groep mensen ook maar enigszins goedkeur of accepteer. En het betekent ook niet dat ik de andere groep mensen om hun gedrag veroordeel, of afwijs, of ze op de een of andere manier als minderwaardig beschouw. Dat is juist het punt!

Een paar weken geleden las ik in de krant een uitspraak die me sterk aan het denken zette. Het ging over pedofielen. Het moge duidelijk zijn: (het verlangen naar) seks met kinderen is een moreel kwaad. Maar dit artikel ging er over dat vijftig jaar geleden mensen die dit type verlangens bij zichzelf opmerkten, nog konden toegeven dat zij daarmee worstelden. Ze konden er voor uitkomen dat ze een probleem hadden, zonder direct met pek en veren te worden afgevoerd. En dit in de tijd voor de seksuele revolutie, in de tijd voor de conclusie dat seks niet exclusief bedoeld was voor het huwelijk tussen man en vrouw. In de tijd die wordt beschouwd als veel 'beperkter' en 'onvrijer' dan de onze. Het is dus opvallen dat juist in onze tijd waarin 'alles mag' mensen met een pedofiele 'geaardheid' als paria's worden vervolgd. Ze worden uit woonwijken verjaagd, ook al zoeken ze hulp, ook al geven ze hun fouten toe. Ze worden als criminelen veroordeeld. Ze worden gezien als slecht als persoon, niet als mensen met een probleem.
Interessant genoeg is er een tweede groep die niet meer mag zeggen dat ze een probleem hebben met de eigen verlangens en gevoelens op seksueel gebied. Mensen die niet mogen zeggen dat het iets is waar ze mee worstelen, omdat ze weten dat het eigenlijk anders hoort. En dat zijn de mensen met een homoseksuele geaardheid. Beweren dat dit 'verkeerd' is, is namelijk 'not done', niet 'politiek correct'. Immers: als de ander ook wil, doe je er toch niemand kwaad mee? Het voelt zo goed! Dat is de maatstaf. Dus zijn zelfs homoseksuele christenen niet langer vrij om te zeggen dat ze seks tussen twee mensen van hetzelfde geslacht zien als een zonde, als iets dat ingaat tegen de scheppingsorde van God, als iets dat verkeerd is. Er is immers geen hogere macht die kan beslissen of iets goed of fout is, dat doen we zelf als maatschappij. En wee je gebeente als je er als individu of gemeenschap anders over denkt. Ons postmoderne begrip van goed en kwaad heeft er dus toe geleid dat de ene groep mensen met bepaalde verlangens tot uitschot is gebombardeerd en als minderwaardig wordt beschouwd, en dat van de andere groep mensen met bepaalde verlangens die als gezond en normaal geaccepteerd zijn.
Dit is dus hetzelfde dilemma als dat van Judas (interessant genoeg komt de musical Jesus Christ Superstar uit de zelfde jaren '60 en '70 als de seksuele revolutie). Omdat we onszelf en onze vrijheid op de hoogste plaats hebben gesteld, omdat wat wij willen de definitie van 'goed' is, blijven er maar twee mogelijkheden over als iemand iets wil of doet dat volgens onze normen 'verkeerd' is. Of we besluiten dat wat hij wil of doet eigenlijk helemaal niet verkeerd is, of we beschouwen de totale persoon als een monster.

Christenen doen ondertussen hetzelfde als de postmoderne mensen om ons heen. We hebben een idee over goed en kwaad meegekregen dat buiten ons ligt, maar willen er tegelijk aan vasthouden dat wij 'goede' mensen zijn, en dat wat wij willen en kiezen in principe 'goed' is. Mensen die iets willen/doen dat 'slecht' is, zijn monsters en moeten worden veroordeeld (hier gaan christenen vaak de fout in ten opzichte van bijvoorbeeld mensen met een homoseksuele geaardheid. Zie de 'God hates fags'-kerk uit de VS. Als er iets is waar ik mij als christen voor schaam ...) .Als wij merken dat we zelf soms verlangen naar iets dat verkeerd is, of dat zelfs doen, hebben we zelfs drie mogelijkheden. We kunnen concluderen dat het niet verkeerd is. Het voelde immers goed. Ik deed er niemand kwaad mee. Niemand zag het. Het gaat niemand aan. (B.v. hoe sommige hooggeplaatste mensen in de katholieke kerk omgingen met pedofilie, maar ook de acceptatie van bijvoorbeeld samenwonen in steeds meer christelijke gemeenschappen).
We kunnen als tweede optie onszelf veroordelen en afwijzen, en onszelf zien als waardeloze monsters, die geen respect verdienen.
Of ten slotte: we schrijven onze verlangens of keuzes toe aan de invloed van machten van buiten ons. Pijn uit het verleden (door ouders of anderen ons aangedaan), of verslavingen, of (en verweven met beide): demonische invloeden. We konden er niets aan doen dat we het verkeerde verlangden of deden, we waren onder invloed. We werden gedwongen. Het overkwam ons. Ik had geen eigen verantwoordelijkheid, de duivel liet het me doen.
Het is denk ik niet toevallig dat we juist in onze tijd het thema 'bevrijding van geestelijke machten' zo zien opkomen. We willen dat er voor ons gebeden wordt. We willen dat de machten die ons tot zonde brengen worden uitgedreven. We willen door iets of iemand bevrijd worden van de geest die ons verslaafd maakt, van de geest die ons ziek maakt, van de geest die ons boos, verdrietig, jaloers of heerszuchtig maakt. Er werd zelfs een keer voor mij gebeden dat ik bevrijd zou worden van een 'geest van nervositeit', toen ik een keer voor een kerk mocht spreken. Het kan er kennelijk bij ons niet in dat we zelf boos, verdrietig, jaloers of heerszuchtig zijn. Dat we zelf ziek zijn. Dat we zelf verslaafd zijn geraakt. Nee, wij zij immers goede mensen. Het slechte moet dus wel van buiten komen. In onze houding ten opzichte van de zonde zijn we niks anders dan de maatschappij om ons heen. En dus is de persoon van Judas voor ons net zo moeilijk als voor de wereld. 

Hier mijn voorlopige gedachten over een uitweg uit het dilemma. Wat goed is en wat niet, wordt bepaald door God. Hij is de wetgever. Hij (zijn karakter) is het morele ijkpunt. Voor iedereen. En wij zijn zondaars. Wij zijn zelfzuchtige mensen, die onszelf en onze begeertes op de eerste plaats willen zetten. Wat wij willen is niet per definitie goed. En ook al willen we het goede, we zullen het niet altijd doen. In de woorden van Paulus: "Ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wil het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik ... ik ben een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft" (Romeinen 7). Dat is de realiteit. Geconfronteerd met de persoon van Judas, moeten we ten eerste volhouden dat wat hij deed verkeerd was. Zonde is zonde. Je meester verraden is verkeerd. Sex met kinderen of dieren is een overtreding van Gods liefdegebod. Daarvan moeten we overtuigd zijn. Maar ten tweede moeten we eraan vasthouden dat wij precies hetzelfde kunnen doen. En makkelijker dan we denken. In de juiste omstandigheden zijn wij, hoe moreel hoogstaand we onszelf vinden, in staat tot het grootste kwaad. Ik hoorde ooit het verhaal van iemand in een concentratiekamp, die daar zag hoe mensen bereid waren elkaar te vermoorden voor een stuk brood. De conclusie: we zijn geen haar, geen enkele haar, beter dan de pedofiel die we uit onze buurt wegjagen. We zijn geen haar beter dan Judas. Ik ben in staat precies hetzelfde te doen als hij. Sterker nog, ik denk dat ik ook op dit moment in veel van mijn keuzes ten diepste het karakter van Jezus 'verraad'. Ik weet dat ik soms naar dingen verlang die echt niet goed zijn. Ik ben een zondaar en geen heilige.
Maar dat hoeft ook niet. God vraagt van ons niet dat we 'goed' zijn voordat we voor hem waardevol zijn, of door hem aangenomen kunnen worden. Voordat hij ons kon liefhebben. Dat zou wat zijn, als het van ons zou afhangen! Nee, God wil dat we onze verkeerde verlangens en daden als 'fout' erkennen, dat we toegeven dat we zondaars zijn, dat we eerlijk zijn, en dat we vervolgens vertrouwen op Hem om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle kwaad (1 Johannes 1:9). God houdt van ons, ongeacht of we goed of slecht zijn. We blijven waardevol. En we stellen ons open voor Hem om ons te veranderen tot mensen die ten allen tijde het goede willen en doen. Dat kunnen we niet uit eigen kracht.
Vervolgens scheppen we een omgeving waarin andere mensen vrij zijn om toe te geven dat ze worstelen, dat ze het verkeerde willen of doen, zonder dat we ze daarom afwijzen, tot 'monster' benoemen of ze uit onze gemeenschap stoten. We blijven van ze houden, ook al zijn ze 'slecht'. En we bemoedigen en helpen ze bij hun worsteling. We zijn als God voor ze met onze liefde, en we helpen ze te groeien tot de personen die God ze wil maken. Op Gods tijd. Om weer even controversieel te zijn: de kerk zou een plek moeten zijn waar zowel de pedofiel als de homofiel vrij is om te zeggen dat hij/zij worstelt, dat hij/zij een zondaar is, en waar tegelijk zowel de pedofiel als de homofiel wordt gezien als een waardevol kind van God, totaal afhankelijk van Gods genade en door ons geaccepteerd als broeder of zuster.

Om terug te komen op de Bijbelkring van afgelopen woensdag: ik denk dat Judas zichzelf voor het verraad had gezien als het morele centrum van het universum, en zichzelf daarna alleen nog maar kon zien als monster. En dus eindigde hij ook als monster. Eerst verheerlijkte hij zichzelf als God, daarna verachte hij zichzelf als duivel. Hij veroordeelde zichzelf en strafte zichzelf met de doodstraf.
Wij moeten daarentegen het voorbeeld volgen van Petrus. Petrus deed ook iets verkeerds. Hij verloochende zijn beste vriend, de rabbi die hij al jaren volgde. Hij zei tot drie keer toe dat hij Jezus niet kende, en gebruikte daar zelfs krachttermen bij. Hij zei: 'Deze man is niet mijn vriend'. Een schande. Petrus probeerde het niet goed te praten. Hij zei niet: 'Jezus zou het wel goed gevonden hebben, omdat ik anders ook gekruisigd zou zijn.' Nee, hij erkende dat wat hij deed verkeerd was geweest. Hij erkende dat hij iets had gedaan dat een zonde was. Hij had het al eerder gezegd tegen Jezus: 'Ga weg van mij, heer, want ik ben een zondig mens' (Lukas 5:8). Hij wist dat hij uit zichzelf niet goed was. Hij had een realistischer beeld van zijn eigen natuur. Hij wist dat hij tot alles in staat was.
En in plaats van zichzelf daarom te veroordelen en te straffen, keerde hij met die wetenschap terug tot Jezus. Zijn verdriet bracht hem ertoe zijn falen openlijk toe te geven. En Jezus vergaf hem. Jezus herstelde hem in ere. Jezus omarmde hem. Jezus zou er zelfs voor zorgen dat Petrus aan het eind van zijn leven in staat was om datgene te doen dat hij door de verloochening had willen ontlopen (vgl. Johannes 21:18,19).
En Jezus instrueerde Petrus om op dezelfde manier om te gaan met anderen. Om anderen zo te wijden en te hoeden. Om ze op het rechte pad te brengen, terecht te helpen 'met een geest van zachtmoedigheid' (Galaten 6:1). Als je weet dat je zelf in staat bent tot de grootste zonde, zul je een ander niet de grond instampen, maar naast hem gaan staan en verder helpen op de weg.
Dit is het verschil: "Verdriet dat God geeft, leidt tot inkeer die men nooit berouwt en tot redding; verdriet dat de wereld geeft leidt alleen maar tot de dood." (2 Korintiers 7:10). Ik ben ervan overtuigd dat deze weg van zwakheid ook voor Judas open stond, als hij zijn falen aan Jezus had erkend en hem om vergeving en reiniging had gevraagd.

Ik heb even geaarzeld voor ik zo'n heftig bericht zou publiceren. Ik  hoop dus dat je het leest in de geest zoals het geschreven is: niet als een stuk dat mensen veroordeelt, maar als een stuk dat wil aanzetten tot gesprek.

vrijdag 26 februari 2010

Drie maanden bloggen

Ja, zo lang bestaat Indrukwekkende Vrijheid al weer. Hee, internet bestaat nog nauwelijks vijftien jaar zoals we dat nu kennen. Dat wil zeggen dat ik al weer blog op deze blog voor minstens een zestigste van het bestaan van het internet. En als je meeneemt dat ik voorheen (zomer 2006 tot voorjaar 2007) ook al eens een blauwe maandag geblogd hebt, zie ik mezelf voor het gemak maar als een echte die hard blogger. (Ik kan dromen.)
Nee, zo spectaculair is het natuurlijk niet. Ik ben deze blog begonnen omdat ik graag een aanwezigheid op internet wilde hebben als mijn boek (Indrukwekkende Vrijheid, zegt het voort!) deo volente in maart aanstaande uitkomt. Een zichzelf respecterende schrijver heeft tegenwoordig immers een website of blog, toch? Bovendien ben ik iemand die nadenkt terwijl hij praat of schrijft. Een blog helpt me dus mijn gedachten te vormen terwijl ik ze opschrijf. En ik denk graag na over de boeken die ik lees en de films die ik kijk. Een blog geeft me de gelegenheid na te denken en mijn denkproces onder woorden te brengen. Een blog laat me bovendien in contact komen over onderwerpen met vrienden/vriendinnen die mijn blog lezen. En ik kan links en websites die ik interessant vind aan anderen doorgeven. Het is een manier om iets van mezelf aan anderen open te stellen. En ja, ik hoop dat het anderen helpt groeien.
Nu dus al drie maanden deze blog. Dit is het 112e bericht. Ik heb foto's laten zien die ik gemaakt heb, ik heb twee series geschreven: een over hemel en hel en een over zwakheid. Ik heb films besproken en boeken, ik heb mijn gedachten met jullie gedeeld. En dat hoop ik te blijven doen. Ik heb ook al drie volgers. En ik hoop dat die dat blijven doen.

Maar behalve bloggen doe ik ook nog andere dingen! Ik schrijf. Niet alleen komt er binnenkort een boek van mij uit (maar dat weten jullie al), en heeft Hete Hangijzers een derde druk gehad, ik ben hard aan het schrijven aan mijn nieuwe project. Afgelopen week heb ik mijn vijfde verhaal voor dit project afgeschreven. En ik ben er behoorlijk trots op. Ik hoop in de maand maart het zesde verhaal te schrijven. Hopelijk lukt het me in juli het hele project af te ronden, althans in de eerste versie. Dan ga ik zoeken naar een uitgever. Ik ben zelf namelijk best tevreden over mijn verhalen en denk dat er publiek voor te vinden is. Mocht dat niet lukken, dan is dat natuurlijk geen ramp. Ik hoef er immers niet van te leven. Ik schrijf (houd ik mezelf voor) om te schrijven, niet om geld te verdienen of om de eer. Het is erg leuk om te merken de afgelopen weken dat mijn creativiteit niet verdwenen is. Ik loop weer over straat te fantaseren, de ideeën borrelen en ik heb plezier in het schrijven. Dat is wel eens anders geweest. Ik geniet ervan!
Er is ook een ander project dat hopelijk binnenkort echt gaat lopen. Vorig jaar heb ik voor de christelijke mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign een paar artikelen geschreven voor de actie die ze toen online voerden. Nu ben ik gevraagd om mee te denken over een mogelijk nieuw tijdschrift dat deze organisatie wil uitgeven. Dat vind ik erg leuk. Ik vind het thema namelijk erg belangrijk. Als je onder de indruk bent gekomen van de vrijheid die God je wil geven, wil je dat nu eenmaal ook voor anderen gaan zoeken. Dat is wat gerechtigheid betekent. De waarde die God jou heeft gegeven ook zien in de ander.
Maar eerst is er op de horizon een groot avontuur verschenen. Ik ga namelijk op reis naar India. Jawel, ik had het zelf ook niet verwacht, maar begin april ben ik in de bakermat van de beschaving, na China het land met de meeste inwoners, een smeltkroes van culturen ... India. Ik zie het als een geestelijk avontuur. ik ben dan ook erg benieuwd wat ik de twee weken dat ik daar zal zijn zal meemaken en zal leren over mijzelf, andere mensen en over God. Mijn reis naar Australie van twee jaar geleden was zo'n avontuur dat ik er een boek over ging schrijven. Dus wie weet wat deze reis gaat brengen ...
Er moet echter nog het een en ander geregeld worden voordat ik op reis kan. Dat vind ik behoorlijk stressvol, dat mogen jullie wel weten. Visums, vaccinaties et cetera. Het vreet energie, en die heb ik maar weinig. Ik probeer het in kleine stapjes te doen en deze dingen niet te zien als een bult die ik in een enkele sprong moet nemen. De kleine stapjes zijn overzichtelijker.
Wat voor extra stress zorgt is de spanning op mijn werk. Het is behoorlijk druk zonder webmaster. Dat vreet aan mijn collega's. En we zijn bovendien nog veel tijd kwijt aan de workshops die we doen met ons team communicatie. Ik probeer zelf positief gestemd te blijven, maar ik merk dat ik het moeilijk vind niet cynisch te worden. Mijn ervaringen bij mijn vorige werkgever met dit soort verandertrajecten was namelijk niet erg positief. Toen leidde het namelijk uiteindelijk tot mijn ontslag. Ik hoop dat het hier niet zo ver komt, maar het blijft bij mij wel op de achtergrond meespelen. Bovendien zijn de workshops een paar keer op deadline dagen. Nu zijn die maandagen so wie so niet rustig. Maar als je de helft van de dag een workshop hebt is het helemaal stressvol. Ook daarvoor geldt: een dag tegelijk. Kleine stappen in plaats van een grote sprong.
De afgelopen twee weken was ik behoorlijk verkouden. Ook volle voorhoofdsholtes de afgelopen week. Dat vreet ook energie. Vandaag voelt mijn neus behoorlijk vrij, dat is mooi, maar vooral gisteren voelde ik me een zombie (als ik in de spiegel keek, zag ik er ook zo uit. Door de verkoudheid was mijn slaap ook maar zo zo). Met weinig energie kun je weinig beginnen.
Het helpt me allemaal wel te leren om in het moment te leven, te genieten van wat ik kan, en niet bezorgd te zijn over wat ik allemaal niet zou kunnen. Dit is mijn leven nu en dat is goed.

Judas: een probleem voor postmoderne mensen

Deze week liep ik twee keer tegen Judas aan. Niet letterlijk natuurlijk. De man is al bijna tweeduizend jaar dood. Ik bedoel het natuurlijk figuurlijk. De eerste keer was op de kring van onze kerk afgelopen woensdag. We behandelen namelijk de apostelen en deze avond hadden we er twee heel interessante. Petrus en Judas. Niet zo gepland, maar wel een mooi contrast: degene die Jezus verloochende, en degene die Jezus verraadde. Er werden boeiende vragen gesteld. Hoe kwam Judas aan zijn einde, doordat hij zich verhing, of doordat hij viel en zijn ingewanden kwamen eruit? En wie kocht precies die akker? En op welk moment maakte Judas de keuze om Jezus te verraden?
Maar het meest interessant was de vraag: kun je het je voorstellen dat Judas zo'n keuze maakte? Daar kwamen uiteenlopende antwoorden op. Sommigen vonden het heel moeilijk zich het verraad van Judas voor te stellen. Hij had toch drie jaar met Jezus opgetrokken? Hij moest dus toch door iets in Jezus' boodschap zijn aangesproken? Hij had toch al die tekenen en wonderen gezien? Hij bleef zelfs bij Jezus toen vele anderen hem verlieten (in Johannes 6). "Ik zou zoiets nooit doen", zei iemand zelfs als ik het me goed herinner. Dus legden we de nadruk op de teksten die suggereren dat Judas door de satan werd aangestuurd, dat hij daardoor geen keuze meer had. Pas op voor de duivel, want die kan je slechte dingen laten doen. (Iets dergelijks kwam aan bod bij onze discussie over Petrus, "Ga achter mij, Satan", zegt Jezus als Petrus hem ervan wil weerhouden te sterven (ironisch genoeg het omgekeerde van Judas). En op kring werd uitgelegd dat op dat moment Petrus onder de invloed was van de duivel, die hem die woorden deed uitspreken.

De tweede ontmoeting met Judas deze week was toen ik in De Pers las over de Judaspassie - een concurrent van die van Mattheus en Johannes- gebaseerd op (driemaal raden) het evangelie van Judas. Volgens deze gnostische tekst ziet Jezus Judas als zijn beste leerling en enige vertrouweling, en vraagt Judas hem bij wijze van ultieme vriendendienst te verraden. Judas draagt Jezus over naar zijn eindbestemming en wordt zo de held. Het was al de plot van de musical Jesus Christ Superstar uit 1970 (een van mijn favorieten overigens, de volgende paragrafen betekenen niet dat ik niet hardop meezing met de geweldige liederen ... binnenkort de film maar weer eens kijken). In deze musical wordt de suggestie gewekt dat Judas Jezus verraadt omdat hij ziet dat de stijgende populariteit van Jezus hem in botsing zal brengen met de romeinen. Ook wordt gesuggereerd dat Jezus zelf Judas er toe brengt naar de hogepriesters te gaan. En Judas wil geen geld van de priesters aannemen, nee, hij doet het (meent hij) met de beste motieven, niet voor geld. (De musical, maar vooral de film, zijn genuanceerder dan de Judaspassie. De indruk wordt gewekt dat Judas rijker gekleed gaat dan de andere discipelen. En in een scene met tanks wordt heel symbolisch de duivelse invloed in beeld gebracht.)
Beide -Judaspassie en Jesus Christ Superstar- komen eigenlijk voort uit dezelfde vraag die we ons op kring stelden: kun je het je voorstellen dat Judas zo'n keuze maakte? En opnieuw is het antwoord: nee. We kunnen ons niet voorstellen dat iemand zijn vriend verraad voor geld, als hij drie jaren met hem heeft opgetrokken. Zoiets zouden wij zelf immers nooit doen. Omdat we als moderne mensen niet geloven dat duivels ons tot zoiets kwaads zouden kunnen dwingen, blijven er twee opties over: of Judas was niet een normaal mens, maar een monster. Een psychopaat. (Maar dan had hij toch niet tot de apostelen behoord? Ze waren een religieus gezelschap!) Of: wat Judas deed was niet verkeerd, omdat het iets was dat Jezus zelf wilde. Jezus wilde zelf naar het kruis en hij had kennelijk iemand nodig om hem te verraden. Omdat zo de wil van God vervuld kon worden. De daad van verraad van een vriend (door de meeste mensen ongeacht de context als een gruwel beschouwd) is opeens een heldendaad geworden.

Kennelijk is in de afgelopen veertig/vijftig jaar ons beeld van de mens en van onszelf veranderd. We geloven niet meer dat een normaal mens in staat kan zijn tot een daad als die van Judas. We geloven niet meer dat een gewoon persoon op een bepaald moment het verkeerde kan willen of doen. Sterker nog: we geloven niet meer in het bestaan van een moreel goed of kwaad waaraan onze keuzes/verlangens wel of niet voldoen. Anders gezegd: we geloven niet meer in de zonde.
We zien onszelf en de mens in het algemeen als hoogste macht. Het heelal is een koude plaats, gemaakt van atomen, waar het in principe niets uitmaakt wat je doet of verlangt. Er is geen God die alles gemaakt heeft en heeft besloten wat goed, waardevol en liefdevol is. Wij kunnen kiezen en er is niemand boven ons aan wie we verantwoording moeten afleggen. Er is geen objectief 'goed' of 'slecht'. We bepalen zelf wat we mogen doen en verlangen. Wie zegt mij dat ik iets niet zou moeten doen of iets anders juist wel? Wat gaat het die ander aan? We kunnen hooguit als maatschappij bepaalde afspraken maken, zodat we als gemeenschap kunnen blijven functioneren. En we worden geacht ons aan die afspraken te maken. Als we dat niet doen, worden we door de gemeenschap gestraft. Dat is de belangrijkste reden om bepaalde dingen niet te doen. Verder, zolang de ander ermee instemt, en zijn toestemming geeft, mag je (vrijwel) alles doen volgens de moderne mens. Het gaat erom dat je het allebei wilt. Vrijheid van keuze staat vooraan. Over verlangens/gedrag mogen we niet oordelen, zolang het niemand pijn doet.
Daarom: we winden ons op over dierenwelzijn. Wij gebruiken dieren en niemand heeft ze om toestemming gevraagd. We protesteren tegen dierproeven, bont, bioindustrie et cetera. Volgens filosofen zouden we allemaal vegetariër moeten worden, omdat de manier waarop wij dieren behandelen de grootste morele misstand is van onze tijd. (Misschien hebben ze wel gelijk. Er is veel mis in de manier waarop wij omgaan met de schepping.) Aan de andere kant hoor ik die filosofen dan niet over abortus. Immers, vrouwen moeten zelf over hun lichaam kunnen beslissen (pro choice). Zolang het klompje cellen niets kan voelen en niets kan uiten, kan niemand mij dwingen het te houden. Het is moreel neutraal. Ik kan zelf uitmaken of ik het laat ontwikkelen tot een mens. Goed en slecht heeft daar niets mee te maken. Ik zelf geloof dat abortus een groter recht heeft 'de grootste morele misstand' van onze tijd te zijn dan dierenwelzijn.
Andersom: mensen die dingen willen of doen terwijl anderen daar geen toestemming voor willen of kunnen geven, moeten dus wel als monsters, als psychopaten, worden behandeld. Want omdat voor mij mijn eigen wil mijn morele maatstaf is, en alles wat ik wil dus 'goed' is en toegestaan moet worden, moet ik ervan uitgaan dat dit ook geldt voor de ander, dat die ander zelf zijn morele kompas bepaalt. Als hij iets wil dat ik beoordeel als 'slecht', als in strijd met mijn morele maatstaf, betekent het noodzakelijk dat die hele persoon dus slecht is. Want we denken dat hij het ziet als iets 'goeds', puur omdat hij het wil. En omdat hij iets dat ik zie als 'slecht', ziet als 'goed', verdient hij het door mij veroordeeld en verkettert te worden. Dat hij als totale mens afkeurenswaardig is. Dat hij uit de gemeenschap moet worden verstoten.
Kijk hoe activisten mensen behandelen die bont dragen. Ik zeg niet dat ikzelf bont zou dragen (ben er nog niet uit. Maar ja, ik eet wel vlees, en ik draag leren schoenen. Dus waarom niet?). Maar de 'dierenbeschermers' roepen wel heel extreme dingen naar mensen die in bont gekleed gaan. Het zijn in hun ogen verwerpelijke mensen. Monsters, die als minderwaardig aangesproken mogen worden, die geen respect verdienen. Dit gaat twee kanten op, want tegelijk zijn deze mensen verontwaardigd over fundamentalistische moslims (en christenen) die zich uitspreken over hun eigen manier van leven (abortus, vrije seksualiteit, et cetera). De fundamentalisten beroepen zich op het bestaan van een morele realiteit, die ook voor hen zou gelden. Maar daarmee doen ze inbreuk op hun (vermeende) vrijheid zelf te bepalen wat goed en slecht is. Dat is slecht, dus zijn ook deze mensen 'monsters'.

Morgen de controversiële tweede helft van dit bericht ...

donderdag 25 februari 2010

Nog twee weken wachten ...

... en dan verschijnt dit boek! Het staat op de website van uitgeverij Medema bij de verwachte boeken. En ook elders op het internet is het al te vinden. Het is nu echt zo ver. Het staat op stapel. Het komt eraan. Het naakt. (De grap in Van nul tot nu is me altijd bijgebleven.) Ik heb zelfs begrepen dat er op/rond 13 maart iets als een boekpresentatie of zoiets zou kunnen plaatsvinden. De details heb ik nog niet, ik wacht met spanning af.

Maar goed, het zal niemand ontgaan waarom ik zo enthousiast ben over deze nieuwe uitgave. Zoals het ook niemand zal zijn ontgaan dat de titel van dit boek overeenkomt met de titel van deze blog. En dat de naam van de auteur overeenkomt met die van de auteur van deze blog. Ik ben het namelijk. En het voelt toch wel bijzonder dat er weer een boek van mijn hand uitkomt.
Ik heb het al eerder meegemaakt, met Neptunus en Het Wrak. Maar deze keer is het toch anders. Dat waren verhalen. Christelijke thrillers. Dit is mijn eerste bijbelstudieboek. En tegelijk is het een boek waarin ik iets van mijn hart laat zien, en anderen laat zien wat ik de laatste jaren onder ogen heb moeten zien aan mijn eigen onvrijheid en op welke manieren ik naar echte vrijheid ben toegegroeid.

In februari 2008 begon ik eraan te schrijven. Bijna twee jaar geleden alweer. En nu is het er bijna. En ondertussen realiseer ik me scherp dat ik veel dingen die ik heb opgeschreven nog steeds zelf niet consequent toepas. Dat ik nog maar geroken heb aan de geur van de vrijheid, dat ik tot nu toe nog maar tot mijn enkels in dat frisse water heb gestaan, maar dat ik nog lang niet koppie onder ben gegaan. Maar ik groei. En dat is waar dit boek naar toe leidt, dat het een proces is. Het kan ook niet anders, gezien de stelling die ik verdedig, namelijk dat onze vrijheid afhankelijk is van onze relatie met God. Hoe dichter bij God, hoe vrijer je wordt. En relaties zijn geen wiskundige formules, geen drie stappen naar innerlijke ontplooiing, geen puzzels die je met de juiste stukjes in elkaar kunt zetten. Een relatie is niets meer en niets minder dan de dans tussen twee personen, die hun wezen met elkaar delen, en zo op de ander gaan lijken, terwijl ze toch zichzelf blijven. Relaties zijn organisch. En dat geldt ook voor onze vrijheid. Het enige dat wij hoeven doen is vertrouwen op God, ons aan hem overgeven, en dan zien hoe hij ons maakt tot vrije, echte, levende personen. Echte mensen. Mensen die uit eigen keuze dat geschenk van onvoorwaardelijke liefde uitdelen aan anderen. En zo die dans van vrijheid, leven en persoonlijkheid doen groeien. Waardoor het karakter van God, zijn glorie, zichtbaar wordt. Uiteindelijk in de hele Aarde en in de hele hemel. Dat is waar mijn boek over gaat.
En over een paar weken ligt het heel concreet in de christelijke boekwinkels en in de internetboekshops. Er kan niks meer aan veranderd worden. Het is uit mijn handen. Ik kan alleen hopen dat de woorden zoals ze er nu in staan anderen ook iets te zeggen hebben. Dat is waar ik naar verlang: dat mensen iets van hun eigen verlangens en ervaringen herkennen in de mijne, en dat ze zullen ontdekken dat God daar ook iets mee te maken heeft. Ik hoop dat het beeld dat sommige mensen van God hebben, dat hij een starre, stugge tiran is, die wil dat wij zijn slaven zijn, op zijn grondvesten gaat wankelen, en dat ze oog krijgen voor de mogelijkheid dat God totaal anders is: een dynamische gemeenschap van personen, die door niets anders gedreven worden dan totale, onzelfzuchtige liefde, en die dat met ons willen delen. De mogelijkheid dat God werkelijk goed is. Niet maar een beetje, maar echt. Dat zijn wil het beste is dat ons kan overkomen. En dat het ons tot onze bestemming brengt als wij ons daarvoor openstellen.

En ik hoop dat ik door het verschijnen van dit boek, wellicht in combinatie met deze blog en andere uitingen, gelegenheden krijg om met mensen over deze onderwerpen te praten. Om te luisteren naar de verhalen van anderen, om onze levens te delen, om de luister en glorie van God aan elkaar te laten zien, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus (Efeze 4:13). Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren.

In aanloop naar het verschijnen van het boek zal ik de komende twee weken een paar tipjes van de sluier oplichten over hoe ik tot het schrijven van dit boek ben gekomen, wat er gebeurde op de conferentie in Australië (die in het boek wel wordt genoemd, maar niet wordt beschreven) en welk grote struikelblok ik halverwege het schrijven moest overwinnen voor ik verder kon ...
Maar eerst morgen een blogbericht over een mogelijk controversieel onderwerp ... bereid je er maar alvast op voor :-)

koralen overleven, samenwerkende potvissen, filmposters met pixarinvloeden en lego

Deze editie met links begint in elk geval als een visseneditie. Ik heb helemaal niks met vissen, hoor, echt niet ...

Koralen zullen waarschijnlijk niet overal uitsterven door het broeikaseffect en de opwarming van de Aarde. In de Andamanzee, relatief warm, vonden onderzoekers koralen in symbiose met andere algensoorten dan op andere plaatsen. Deze algen groeiden bij hogere temperaturen, zodat de koralen ook bij hogere temperaturen konden blijven leven.

Overbevissing leidt ertoe dat vissen kleiner worden. Zo waren platvissen vroeger groter. Kijk bijvoorbeeld deze heilbot

Dat dolfijnen en orca's samenwerken bij het jagen weten we al uit zulke fijne natuurdocumentaireseries als Blue Planet, Planet Earth en Life. Nu heeft men ook aanwijzingen gevonden dat potvissen hetzelfde doen, maar dan op 1000 meter diepte in de diepzee. Daar werken ze samen om pijlinktvissen tot een prooibal bijeen te jagen, waaruit ze vervolgens naar hartenlust kunnen eten.

Belangwekkend: Marnix Medema legt nog eens uit hoe we kunnen weten dat mensen en apen een gemeenschappelijke voorouder hebben, iets waar veel christenen nog steeds aan twijfelen. "Over het algemeen is het echter mijn stellige overtuiging dat we de feiten die we in Gods schepping lezen niet uit de weg moeten gaan. We moeten als christenen niet onze kop in het zand steken, maar mogen vertrouwen dat we in zowel Gods Woord als God Schepping waarheid zullen vinden. Ook als er moeilijke vragen liggen, en ook als we op veel punten nog lang niet alles weten…" Ik ga deze serie volgen.

Ik vind dit wel een interessante film: Dragon Fire. Omschreven als 'Moby Dick ... maar dan met draken.' 

De uitdaging op de Empire-website: mix filmposters met karakters van Pixar. Hilarische resultaten. En het wordt wel erg geeky als iemand daarvoor een filmposter van een Pixarfilm gebruikt ...

De nieuwe Superman-film krijgt naast een goede producer (Christopher Nolan), ook een goede schrijver uit de Batman-stal: David Goyer.

De zeventien meest geweldige Lego-bouwwerken ooit! Ik was altijd een groot fan van Lego en de flexibiliteit die het je bood. Ik dacht er echter nooit aan om dit te maken. Han Solo - bevroren - van lego. Wall E van lego en echte kunst. Van lego.  

Boeken krijgen tegenwoordig ook trailers. Hier is die voor Against all things ending, het derde deel van The Final Chronicles of Thomas Covenant, een van de boeken waar ik dit jaar erg naar uitkijk. 

dinsdag 23 februari 2010

Wolkenluchten van dit weekeinde

Op de een of andere manier waren er veel mooie wolkenluchten dit weekeinde. Een heleboel zag ik vanuit de auto onderweg naar Brabant en daar kon ik geen foto's van maken (prachtig licht dat door of langs donkere wolkenformaties viel). Maar toch kon ik een paar keer mijn camera pakken om het eeuwig veranderende schilderij aan de hemel vast te leggen.
 
  
 


Oh, en om te bewijzen dat ik niet alleen luchten fotografeer: hier is wat korstmos op een doodgewone boom:

zaterdag 20 februari 2010

Filmbespreking: American Beauty

Laatst op mijn werk keek ik naar buiten en zag hoe de wind probeerde een plastic zak op te tillen. Ik maakte er een opmerking over. Zoiets als dat zelfs een stuk afval mooi kan zijn. En een collega reageerde direct: "American Beauty!" En vroeg of ik die film ook gezien had. Het antwoord was: "Nee." Maar ik had er wel al veel over gelezen, discussies hier, discussies daar, en het verhaal van die plastic tas kende ik inderdaad. Het was inderdaad waar ik aan moest denken. En m
ijn collega bood vervolgens aan me de film uit te lenen. Nu had ik me voorgenomen iets vaker naar meer 'uitdagende' films te kijken, films die dieper gaan dan het gemiddelde actiespektakel. Bovendien is schoonheid een van de thema's waar ik het meest over nadenk: waarom raakt het ons? Heeft het betekenis? Zegt het iets over onze wereld? Dus een film die schoonheid zelfs in de titel draagt, moet dus iets over dat onderwerp te zeggen hebben.

Het is niet het enige waarover de film iets te zeggen heeft. Je kunt hem net zo goed wegzetten als een analyse van de menseijke afgoden: geld, seks en macht. En de manier waarop die ons leven beheersen zonder dat wij het merken en ons meesleuren naar de ondergang. Blog Thoughts on Grace laat bijvoorbeeld zien hoe Carolyn zoekt naar betekenis. Om succesvol te zijn moet je succes uitstralen, is haar mantra. De wereld vormt zich naar jouw wensen als je maar doet alsof ze al zijn uitgekomen. "Vandaag ga ik dit huis verkopen." Als je het maar hard genoeg gelooft ... ja, wat dan? Je kunt wel net zo goed willen zijn als de concurrent, maar je raakt gefrustreerd als het je niet lukt. .Je bent in de greep van een ideaalbeeld -een wet- en dus niet vrij.
Net zo zijn andere karakters in de film in de greep van valse idealen. Schoolmeisje Angela doet zich voor als een slet en gebruikt haar uiterlijke schoonheid om waarde aan te ontlenen. Als mannen haar met hun ogen uitkleden, zelfs al zijn ze meer dan twee keer zo oud als zij, geeft dat haar betekenis. Dan heeft ze kennelijk macht. En dan kan ze haar doel bereiken in de modellenindustrie. Ze is bereid mannen te manipuleren en te verleiden om in haar eigen waarde te kunnen blijven geloven. Als haar tactiek faalt, is ze opeens niet meer zo zelfverzekerd. De waarheid komt boven tafel en van haar zorgvuldig opgebouwde imago ('Als er iets is dat ik niet wil, dan is dat gewoontjes te zijn.') blijft niets over.
De buurman, kolonel Fitz, ontleent zijn betekenis aan zijn marine-achtergrond en zijn conservatieve houding. Orde en regels, dat is wat telt. (Typisch: hij heeft een nazi-schaal in zijn collectie. Het symbool staat op de achterkant, het lijkt op het eerste gezicht een normaal eetbord. Is de Amerikaanse hang naar veiligheid, regels, orde et cetera werkelijk zo anders als die van het Duitsland onder Hitler?). Hij beschouwt alles wat afwijkt van zijn eigen morele overtuiging als bedreiging. Vooral homo's. En hij wil dat zijn omgeving zich aan zijn beelden aanpast. Dat is zijn basis voor betekenis en waarde. Maar als dat wat hem zo bedreigt opeens dicht bij huis komt, en zijn zoon zich niet blijkt te houden aan zijn regels, stort ook zijn kaartenhuis is. Hij moet onder ogen zien dat hij in zijn diepste binnenste geen haar beter is.
En hetzelfde geldt voor Lester Burnham, de hoofdpersoon, 42 jaar, in een baan die hij haat. Hij zal dan wellicht sterven, maar is hij niet al dood? Een schok laat hem zich realiseren dat hij vast zit, dat hij van binnen niet meer de levende persoon van vroeger is die in contact stond met echte mensen. En hij gaat hard aan de gang om dat beeld te veranderen. Een nieuwe auto, sporten, een andere baan zonder verantwoordelijkheid, eindelijk de waarheid zeggen tegen je vrouw, wiet en bier. Hij ontleent zijn betekenis aan zijn vrijheid om alles te doen wat hij wil. Hij wil zijn verlangens vervuld zien. En vooral zijn verlangen naar het klasgenootje van zijn dochter. Hij wil haar, ook al is zij meer dan twee keer zo jong als hij. Haar te bezitten zou hem betekenis geven, denkt hij. En hij is bereid ver te gaan in zijn obsessie. Hij kijkt echter niet dieper door. Hij ziet alleen de oppervlakte. En uiteindelijk stort ook deze illusie in. Angela kan hem niet betekenis verlenen. Ze is zelf leeg. Ook deze seksuele lust is slechts een afgod, iets dat de behoefte van Lesters hart niet kan vervullen. Het was slechts een windvlaag die hij najoeg, een fata morgana. En pas als al zijn illusies zijn weggevallen, kan Lester zeggen: "I'm great." Hij is eindelijk vrij van zijn valse goden.

Als onze 'afgoden' falen, wat blijft er dan over om ons leven betekenis te geven? Misschien moet de film dus wel worden beschouwd als een moderne versie van het bijbelboek Prediker. De schrijver hiervan ging ook op zoek naar betekenis. Hij zocht het in allerlei dingen. In wijn, in vrouwen, in werk, in wijsheid, in macht, in goed doen, maar het vond het nergens. "Ijdelijheid der ijdelheden, zegt de Prediker. Alles is ijdelheid." Oftewel: zinloos. Lucht en leegte. Zonder inhoud. De conclusie van de Prediker? "Eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven." Deze teksten uit Prediker deden mij jaren geleden, in mijn periode van overspannenheid, anders naar mijn eigen leven kijken. Eenvoudig genieten van elke dag, genieten van je eten, je relaties, het werk dat je doet, de creativiteit, dat is waardevol, dat heeft betekenis. En dat is wat God met je voor ogen heeft. Niet je uitstrekken naar iets dat je niet hebt, maar het geschenk ontvangen dat Hij al gegeven heeft. God heeft het goede met ons voor ogen.
Dit is ook het antwoord dat in deze film gegeven lijkt te worden. Er is schoonheid in het gewone, in 'the ordinary', in het zelfs wel saaie, als je maar aandachtiger kijkt. 'Look closer', zegt een kaartje op het bureau van de hoofdpersoon in het begin van de film. Leer te zien. En Ricky ziet. Met een camera legt hij de gewone, normale, onopvallende mensen en gebeurtenissen vast, omdat hij ze is gaan zien als momenten van schoonheid. En in die schoonheid ziet hij iets van God. Hij zegt: "I knew there was this entire life behind things, and... this incredibly benevolent force, that wanted me to know there was no reason to be afraid, ever. Video's a poor excuse, I know. But it helps me remember... and I need to remember...." Die wetenschap dat er een liefhebbende macht is achter de schoonheid van het gewone, die alles in de hand heeft, heeft zijn angst weggenomen, waardoor hij vrij kan zijn van de afgoden, vrij van de verslaving aan valse schoonheid, macht, controle, geld. Hij kan zijn baan opzeggen als hij erdoor beheerst dreigt te worden, hij kan in opstand komen tegen zijn vader. Ook dit komt overeen met de bijbel, die in 1 Johannes 4 stelt dat de ware liefde de vrees uitdrijft. God te zien als de bron van ware liefde is inderdaad wat ons bevrijdt van angst en in staat stelt te leven als de mensen die we ten diepste zijn. Om niet meer te doen alsof. Weten dat we al geaccepteerd zijn, nu, dat God ons mooi vindt, geeft ons een waarde die we nergens anders kunnen vinden, niet in ons uiterlijk, niet in onze baan, niet in ons financieel succes en niet in rode sportwagens. Daaraan herinnerd te worden door een film is alleen maar goed.

Maar geeft deze film het complete antwoord? Jeffrey Overstreet heeft lang nagedacht over de thema's uit deze film en concludeert dat de oplossing van Ricky tekortschiet. "American Beauty implies that we can be happy if we just focus on the positive, beautiful things and ignore, or worse, deny, the disease. Evil, it suggests, comes from conservatives." De schoonheid zien is niet genoeg, impliceert hij, er moet ook iets gebeuren aan de verworden verlangens van je hart. Schoonheid staat niet op zichzelf, maar hangt samen met waarheid. Om het eerste te kunnen omarmen, moet je het tweede accepteren. En dus ook accepteren dat er keuzes zijn die in strijd zijn met de waarheid, dat je zelf een eigen verantwoordelijkheid hebt om het juiste te doen, en dat je daarin tekort bent geschoten. "When you find out that you’re sick, don’t sigh and say everything’s fine. Go get surgery… and then get on with your life."
Ik besteed hier zelf ook aandacht aan in mijn boek (Nog maar drie weken, zegt het voort!), namelijk dat we pas echt vrij worden als we onze positie innemen waarvoor we bedoeld waren, als we ons schikken naar de waarheid, namelijk dat we schepselen van God zijn, door Hem gemaakt om Hem, anderen en onszelf lief te hebben. Om onszelf uit te storten, op te offeren, te geven in relaties, zoals Hij dat voor ons gedaan heeft. Dat is uiteindelijk wat ons vrij maakt. Zelfzuchtig onze eigen verlangens nastreven, zelfs het alleen maar filmen en zoeken van schoonheid in het gewone, maakt ons niet vrij. Dat is geen liefde. Schoonheid is niet waardevrij. Schoonheid bestaat niet buiten het oordeel. Anders gezegd: God is inderdaad liefde en dat maakt dat we niet bang hoeven zijn, maar in de woorden van 1 Korintiers 13: zijn liefde is niet blij met de ongerechtigheid. Zijn liefde is een heilige liefde. En dat geldt voor alle echte liefde. Echte liefde oordeelt, namelijk dat het niet goed is om anderen te beschadigen, pijn te doen, te vertrappen of te misbruiken. Echte liefde heeft een afkeer van de dood en van alles dat daardoor wordt voortgebracht. En echte liefde zal uiteindelijk de dood en haar vruchten te niet doen. De vijand zal worden verslagen en leven zal de overhand hebben. Liefde handelt. Liefde is niet een passieve goede macht die het maar prima vindt wat wij allemaal doen, wie het niets uitmaakt. Nee, liefde is intens en persoonlijk op ons leven betrokken, liefde heeft grootse, onvoorstelbare offers voor ons gebracht om ons te bevrijden uit onze slavernij (aan de angst voor de dood, zie Hebreeen 2), liefde heeft ons vrijgemaakt tegen een enorme kost voor zichzelf. En liefde verlangt van ons dat wij op onze beurt actief voor haar kiezen, dat we ons openstellen voor een relatie met deze 'benevolent power', dat we ook gaan reageren op basis van liefde en zoeken wat goed is voor de ander, voor onszelf en daarmee voor God.
En dat ontbreekt mijns inziens in deze film. Zelfs in het karakter van Ricky. Ten eerste is hij een drugdealer. Drugs zijn verslavend. Ook Marihuana. Zelfs al was dat niet verslavend, dan is het nog een manier om in contact te komen met hardere drugs, die wel verslavend zijn. Om zijn eigen vrijheid vol te kunnen houden, neemt Ricky dus de toevlucht tot het verkopen van iets dat anderen de vrijheid ontneemt. Hij maakt niet keuzes die gericht zijn op het goede voor de ander. Ten tweede liegt hij tegen zijn vader. Begrijpelijk. Maar voor iemand die zo vrij wil zijn is het juist belangrijk de waarheid te kunnen spreken. De bijbel zegt namelijk ook dat het de waarheid is die vrijmaakt (Johannes 8). Maar zelfs als zijn vader denkt hem ontmaskert te hebben, kiest Ricky ervoor hem een leugen voor te houden in plaats van de waarheid. (Het is deze leugen die leidt tot het einde van de film. En misschien zijn de filmmakers zo subtiel dat ze erkennen dat ook Ricky niet de heilige is die hij voordoet te zijn). Ricky's betoog over schoonheid is uiteindelijk niet bevrijdend, omdat het niet leidt tot werkelijke, zichzelf overgevende liefde. Liefde die niet blij is met de dood.
Ik besluit met mijn favoriete criticus Steven Greijdanus (niet de grootste fan van de film). Hij zegt: "In the end, it seems as if we’re meant to feel that the real issue is the beauty in a plastic bag swirling in the breeze or a dead dove on the grass. I’m very far from belittling the beauty of even a plastic bag swirling in the breeze; beauty is holy, wherever it is found. But there is beauty to which this movie is stone cold blind: beauty it tramples on as ignorantly as Buddy Kane or Col. Fitts. Just as there is a holiness to beauty, there is a beauty to holiness; holiness and beauty are two sides of the same coin. The psalmist was onto something when he sang, “O worship the Lord in the beauty of holiness!” (Ps 96[95]:5). The makers of American Beauty have no idea what I’m talking about, I’m sure. But they will, some day."

Maar een ding is zeker: dit is een film die tot nadenken stelt. En binnenkort zal ik op deze blog terugkomen op die belangrijke vraag uit het begin: "Wat maakt zo'n dwarrelde plastic zak nou mooi?"

vrijdag 19 februari 2010

Het uitzicht van de bergtop

Het was weer eens zo'n week op het werk. Ik vermoed dat iedereen die wel eens heeft. Niet dat het een slechte week was, helemaal niet. Ik heb nog nooit zoveel geschreven in de trein en de lunchpauze, en met mijn collega's was het gezellig, en ik hoefde niet eens zoveel te telefoneren.
Maar dinsdag gebeurde iets waardoor ik de neiging kreeg me ziek te melden. Mijn collega kreeg een boos telefoontje van een dierenarts met betrekking tot de coverfoto van de laatste editie van ons tijdschrift. Die afbeelding kon namelijk echt niet! En de betreffende dierenarts was zelfs bereid er zijn lidmaatschap om op te zeggen! Toen mijn collega dat vertelde voelde ik de grond onder me wegzinken. Die foto was namelijk door mij uitgekozen, om op de voorkant te zetten. Het was mijn beslissing . En nu bleek het een verkeerde keuze te zijn geweest. En het bleef niet bij deze ene. Mijn collega kreeg er nog een, die een ingezonden brief zou gaan schrijven. En nog een mailtje van een ge-ergerde lezer. Ik voelde me dieper en dieper wegzinken. De volgende dag zou ik namelijk alleen op kantoor zijn, en als er nog telefoontjes kwamen zou ik ze zelf moeten beantwoorden. Ik zou aan deze boze dierenartsen moeten uitleggen dat ik die foto had gekozen waar ze zo van geschokt waren. Ze zouden hun gram op mij spuien. Ik zou door het stof moeten kruipen. "Laat het van je rug glijden", zei mijn collega. "Gewoon toegeven dat het inderdaad niet klopt en zeggen dat we een rectificatie plaatsen. Je zult zien dat ze dan wel kalmeren." Ze had natuurlijk gelijk. Waarom vond ik het dan zo moeilijk om de volgende dag naar mijn werk te moeten gaan? Waarom raakte ik in paniek om geconfronteerd te worden met een vergissing?

Het gaat me natuurlijk niet om dit specifieke geval alleen, en ik heb ook niets tegen die mensen die boos werden. De foto schaadde in hun ogen het beeld van de diergeneeskunde en het is begrijpelijk dat ze er opgewonden over raakten. Het gaat me nu om mijn eigen reactie. Ik heb er die avond nog eens goed over nagedacht. (Daar had ik alle tijd voor: de treinen tussen Rotterdam en Den Haag reden niet dus ik deed er nog eens anderhalf uur langer over om thuis te komen ook. Maar dat is een ander verhaal). En ik realiseerde me dat ik een dergelijke reactie vaker heb. Ik ben als de dood om iets fout te doen, om een vergissing te maken. En als mensen boos op mij worden, als ze me aanvallen om iets dat ik gedaan heb, raakt dat me persoonlijk. Dat ik een fout heb gemaakt (niet eens dat ik bewust iets verkeerds heb gedaan, of een regel heb overtreden) zegt kennelijk iets over mij, namelijk dat ik een 'loser' ben, een mislukkeling, dat ik tekortschiet. Dat anderen boos op mij worden, ervaar ik als een afwijzing. Ik raak mijn gevoel van eigenwaarde kwijt en zink in dat 'gat', waar ik het over had: een gevoel van wanhoop. Ik heb zo mijn best gedaan alles 'goed' te doen, ik heb naar eer en geweten volgens de kennis die ik had een foto uitgekozen waarvan ik dacht dat die bij de inhoud van het tijdschrift paste, en het blijkt mensen aanstoot te geven. Mijn keuze leidt ertoe dat mensen boos worden. Ik ben dus veroordeling waard.
In die redenering zit natuurlijk een fout. Namelijk dat ik alleen goed over mezelf kan denken zolang niemand aanstoot aan mij kan nemen, zolang ik doe wat 'goed' is. Ik laat mijn eigenwaarde afhangen van de juistheid, de kloppendheid van mijn daden. En dus wordt ik daardoor gecontroleerd. Of mijn daden overeenstemmen met de norm, of ik niemand kwaad maak of beledig, bepaalt hoe ik mij gedraag, en hoe ik als mens in het leven sta. En de bijbel zegt al ergens: 'Waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf.' (2 Petrus 2:19). Ik ben dus een slaaf van mijn behoefte te doen wat  'goed' is, wat overeenstemt met wat moet, dat met de norm overeen komt. Ik laat mezelf bepalen door de heersende normen en de mate waarin het mij lukt daaraan te voldoen. Zolang dat goed gaat, zolang ik geen vergissingen bega, of fouten maak, kan ik mij goed voelen over mezelf. Maar zodra ik me vergis, verlies ik alle zekerheid en eigenwaarde die ik aan mijn eigen perfectie ontleende, en voel ik me een wrak.
Ik kan theorieen ophangen om welke reden ik zo in elkaar zit. Dat is niet de bedoeling van dit bericht. Belangrijker is wat je doet als je dit bij jezelf herkend hebt. Op dezelfde dag dat de eerste boze dierenartsen opbelden, twitterde (tweete) Frank Viola het volgende: "Criticism & rejection are God's tools to liberate His servants from human control & the desire to please men." (En een goede vriend van mij mailde dat hij dit ook naar mij toe wilde sturen). De situatie had in mij een zwakheid aan het licht gebracht, namelijk dat ik nog steeds mijn eigenwaarde ontleende aan iets dat feilbaar is. Een afgod dus. En dit was een gelegenheid om daarvan bevrijd te worden.
Dit was dus niet het moment om bij de pakken te gaan neerzitten en in zelfbeklag te vluchten. Het was ook niet het moment om te vluchten en me ziek te melden (hoewel ik wel met dat idee speelde). Ik kon het ook niet aan een collega overlaten (het was mijn verantwoordelijkheid, ik had die keuze gemaakt). Ik kon ook niet boos worden of geirriteerd om die dierenartsen (zij hadden gelijk). Wat ik kon doen, was deze ervaring zien als een leermoment, door te gaan staan in wat ik geloof dat waar is en daaruit te handelen. Ik geloof namelijk dat mijn waarde niet wordt bepaald door de mate waarin ik doe wat 'goed' is, de mate waarin ik doe wat overeenstemt met wat 'hoort'. En mijn waarde wordt dus ook niet verminderd door mijn fouten of vergissingen. Ik ben niet minder waardevol als ik me niet honderd procent aan de norm houd. Ik ben waardevol en belangrijk omdat ik Gods schepsel ben en omdat Hij van mijn houdt. Dat is het belangrijkste. En als ik dat echt geloof, kan ik dierenartsen aanhoren als ze me vertellen hoe die foto hen gekwetst heeft. Dan kan ik hen mijn excuses aanbieden, mijn verantwoordelijkheid claimen en vragen hoe de situatie voor hen opgelost kan worden. Dan kan ik in relatie met hen blijven, zonder tegelijk mezelf te kwellen. Dan ben ik vrij.

Dus dat was wat ik de volgende dag deed. Ik ging gewoon naar mijn werk, ook al was ik bang voor wat zou komen. De stortvloed van telefoontjes die ik had gevreesd bleef uit (gelukkig). Aan het eind van de middag was er eentje. En het lukte mij om de dierenarts in kwestie vriendelijk te woord te staan, te vertellen wat er was gebeurd, om naar haar verhaal te luisteren en mijn excuses aan te bieden. En te horen dat zij daardoor tevreden was gesteld. En te merken dat ik mezelf niet afgewezen of veroordeeld voelde. Toen ik de hoorn op de haak legde was ik opgelucht. Ik had de moeilijke weg gekozen, maar daardoor was ik vrijer geworden dan ik tot nu toe was. En dat deed me denken aan wat iemand mij juist afgelopen zondag na de kerkdienst verteld had. Het was een woord voor mij. Namelijk dat ik loop in een berglandschap. Als ik op een top sta, kan ik heel vrij om me heen kijken. Maar om verder te komen moet ik steeds nieuwe bergen beklimmen. Steeds opnieuw die steile weg naar de top. Het uitzicht wordt echter steeds mooier en wijdser. En dat is die moeite waard.
Ik geloof dat dit waar is. Makkelijke keuzes maken, voor uitvluchten kiezen, is veilig, maar maakt je niet vrij. De moeilijke weg gaan, doen wat zwaar voelt, je angst onder ogen zien. Dat leidt tot groei. Zo wordt je de persoon die je bent. Zo vindt je de vrijheid.
Deze gebeurtenis met de foto was training.

Planktonetende vissen, balpenfilmpjes, vroege schrijvers en vogels

Voordat walvissen (en reuzenhaaien) zicht met hun baleinen op het plankton stortten, waren er beenvissen die van die allerkleinste deeltjes en beestjes leefde. Vissen met baleinen, zeg maar. Er waren er een paar bekend (Leedsichthys, een reus van mogelijk twintig meter lang!). Nu blijkt dat men heel lang botten van deze filteraars heeft aangezien voor die van roofvissen, op basis van de vinnen, terwijl ze naar de kaken hadden moeten kijken. Er waren veel meer soorten 'baleinvissen'.

Trailer voor een korte film in het steampunk-genre (in het kort: technologie gebaseerd op stoomkracht en niet bezine), over een pijlinktvisonderzeeboot. Yes!

Interview met fantasy-auteur Jeffrey Overstreet, onder andere waar hij zijn inspiratie vandaan haalt, waarom verbeelding belangrijk is en wat de relatie is tussen geloof en fantasy. Aanrader.

Een korte geschiedenis van zowat alles, gemaakt in balpen. Briljant. Zelfs een 'zoom out' zoals in het begin van Contact. Plus monty pythoneske humor.

Dit voorstel is mooi: een 'dieptenkrabber' in plaats van een wolkenkrabber. Met op de onderste verdieping, op 400 meter diepte, een laboratorium. Kan ik al intekenen op een woning daar?

Al meer dan dertigduizend jaar geleden gebruikten mensen overal in Frankrijk de zelfde symbolen in hun grottekeningen. Waarschijnlijk een vorm van een rudimentaire tekentaal. Er zijn 26 tekens die steeds weer terugkomen, ook buiten Frankrijk. Het suggereert bovendien dat de 'symbolische explosie' - het moment dat mensen begonnen te denken zoals wij dat nu doen - eerder plaatsvond dan men tot nu toe dacht. Schrijven en communiceren zit diep in onze genen.

Vogels zien beter en meer kleuren dan wij! Ons netvlies is gevoelig voor rood, blauw en groen licht, maar dat van kippen en aanverwanten kan ook violet en een deel van het ultraviolette spectrum onderscheiden. Ze beschikken ook nog over een soort dubbele kegelcel, die mogelijk helpt bij het waarnemen van beweging. En ze hebben speciale structuren die steeds een specifieke golflengte doorlaten. Zouden dinosaurussen ook zulke ogen hebben gehad?

De nieuwe film Contagion gaat er steeds indrukwekkender uitzien. Regisseur Steven Soderbergh (o.a. Oceans 11) heeft goede acteurs gestrikt, onder andere Laurence Fishburne ('Morpheus'). En het is een film over een wereldwijde virusuitbraak. Exiting!

Een interessante overdenking: "Christians are not simply for replicating Christians, they are for contributing to God’s creation, and creating things (as bearers of the image of the creator)."

woensdag 17 februari 2010

Filmbespreking: Finding Nemo

Er zijn films die ik wel moet waarderen, eenvoudig omdat het niet anders kan. Het is de manier waarop ons heelal in elkaar zit, denk ik. Nu scoren de Pixar-animatiefilms bij mij so wie so al hoog (op A Bugs Life na, maar wie weet, misschien als ik die nog een keertje kijk), maar Finding Nemo spant de kroon. Wie mijn blog goed volgt, weet waarom. Ik ben namelijk aquariumliefhebber. En dit is de enige film die ik ken die zich voor een significant deel afspeelt in een aquarium (weliswaar een zee-aquarium vol plastic meuk, kunstplanten en opzichtige decoratie in plaats van een goed ingerichte bak met lagere zeedieren, wier en passende bevolking, maar toch). De rest speelt zich af in die wereld die ik in een aquarium probeer na te bootsen, namelijk de oceaan. Dat het verder een inspirerend verhaal is, met inventieve scenes, sympathieke karakters, ontroerende relaties en een dramatisch einde is eigenlijk nauwelijks relevant om te vermelden. Geef mij een film over vissen en ik ben verkocht. (Niet helemaal waar: die andere animatiefilm met Will Smith, Shark Tale, was onderhoudend, maar niet zo goed dat hij in mijn collectie terecht kwam. Belangrijke reden: de vissen leken teveel op mensen. Pixar is ten minste nog zo slim vissen ook daadwerkelijk op vissen te laten lijken.)
Alles aan Finding Nemo klopt: het uitbundige leven op het koraalrif, de lichtval in het water (onder allerlei omstandigheden), de zwarte ogen van de haai, de alglaag op de aquariumruit (die ken ik al te goed, helaas), de manier waarop de garnaal Jaques zwemt, en de meeuwen in de haven van Sydney (die ik zelf gezien hen en inderdaad een geluid maken dat lijkt op 'mine'). Dit was de eerste keer dat ik deze film zag sinds in in Australië geweest ben, en ik bewonderde de manier waarop de stad was weergegeven, gestileerd, maar wel herkenbaar. Ook leuk: Australische stemmen voor onder andere de haaien. De tekenaars bij Pixar hebben een oog voor detail: zeeanemonen zijn werkelijk anemonen, het jonge visje in een eitje beweegt zoals het hoort, een diepzeevis heeft de lugubere ogen die je ook op plaatjes ziet en de binnenkant van een aquariumfilter moet er ook zo uitzien als deze! Je hebt nauwelijks een echt aquarium nodig als je deze film bezit (op de DVD staat inderdaad een aquarium-'screensaver', waardoor je TV in een aquarium verandert. Bespaart tijd, geld en ruimte).

Waar ze bij Pixar ook goed in zijn is het vertellen van een verhaal. Deze films zijn geen aaneenschakeling van juveniele grappen en verwijzingen naar populaire cultuur rond een onorigineel thema. Het zijn meeslepende verhalen, waar veel in op het spel staat, waar pijn werkelijkheid is en vreugde bevrijdend, waar speelgoed, monsters, vissen (en zelfs ratten en auto's) werkelijke personen zijn met problemen die je meevoelt. Het zijn verhalen als de beste sprookjes (in Tolkiens definitie van Elfenmagie) die je veranderen doordat je er deel van hebt uitgemaakt. Het kijken van films als Finding Nemo is niet maar tijdverdrijf op een verveelde zondagavond, het is een avontuur, een belevenis, een ervaring. Je wordt erdoor gereinigd, de verstopte buisjes worden doorgespoeld, de donkere hoekjes in je verbeelding worden uitgebezemd, en hardnekkige leugens wijken voor wat waar, edel, rechtvaardig, zuiver en lieflijk is. Het instrument van de ziel wordt gerecalibreerd. Oke, dat is misschien wat overdreven, maar de kern is toch waar: verhalen die goed verteld worden, brengen ons in contact met de werkelijkheid. Niet die van de materie, natuurwetten, oorzaak en gevolg, maar die van de mens. En de Mens. En de Schepper. Ook een tekenfilm als Finding Nemo.

De film begint met clownsvis Marlin (grappig? Dat denken alle andere vissen natuurlijk) die met zijn geliefde een zee-anemoon op de grens van het rif heeft betrokken. Hun eitjes zijn gelegd en nu is het wachten tot ze uitkomen. Een bezoek van een baracuda werpt echter roet in het eten. Marlin blijft over, samen met zoontje Nemo. Hij is Marlins troetelkind. De eerste dag dat Nemo naar school moet is dan ook moeilijk voor de overbezorgde vader. Vooral omdat Nemo een wat onderontwikkelde vin heeft. Hoe de schoolmeester ook verzekert op het visje te kunnen letten, Marlin kan het niet laten in te grijpen als Nemo met zijn vriendjes eropuit trekt. Dat leidt natuurlijk tot hommeles, en het conflict eindigt ermee dat het jonge visje door een duiker wordt gevangen en meegenomen. De wanhopige vader volgt. Op zijn zoektocht krijgt hij gezelschap van Dory, die vrij kort van memorie is. Samen volbrengen ze een tocht van epische proporties. Nemo belandt ondertussen in een aquarium in een tandartsenkantoor (auch), waar hij onder de hoede wordt genomen van mentorfiguur Gill. Hij heeft een plan dat de aquariumbewoners uit hun gevangenschap moet helpen bevrijden. Ze moeten echter snel zijn. Nemo is bedoeld als verjaardanskado voor Marla, een meisje dat zacht gezegd weinig invoelend met levende wezens omgaat ...

Er zitten verschillende thema's in deze film, maar uiteindelijk zijn ze denk ik allemaal te herleiden tot 'vertrouwen'. Het verhaal komt op gang doordat Marlin niet vertrouwt dat Nemo zich zelf kan redden. Hij weigert zijn zoon los te laten, maar wil blijven controleren. Mede als gevolg daarvan lijdt Nemo aan een gebrek aan zelfvertrouwen. Vissen als Gill hebben misschien teveel zelfvertrouwen, waardoor ze niet zien dat ze anderen dwingen over hun eigen grenzen heen te gaan. De reis die Marlin maakt is dus niet alleen om zijn zoon terug te vinden, maar ook om hem te kunnen loslaten. Om te durven vertrouwen.
Het is makkelijk te zien waarom Marlin zijn vertrouwen heeft opgegeven. Zo'n gebeurtenis als die waarmee het verhaal opent, hakt er bij mens en vis diep in. Het vereist een sterk vertrouwen om dan vrij te blijven van controle. De les die Marlin op dat moment leerde (en ging geloven) was dat de wereld een onveilige plaats is, waar overal het gevaar op de loer ligt en waarvoor je voortdurend moet oppassen om niet opgegeten te worden. Hij denkt dat hij er zelf voor kan zorgen dat zijn zoon Nemo niks kan overkomen. Hij weet hoe de wereld in elkaar zit. Zijn blik op de werkelijkheid is de juiste. 'Hij zit nog in de ontkenningsfase', zoals een karakter later stelt. Hij durft niet toegeven dat hij een probleem heeft, dat hij niet alles kan controleren en dat de wereld zich grotendeels aan zijn invloed onttrekt, oftewel, dat hij in de greep is van een macht die groter is dan hijzelf. Een slaaf. Door de gebeurtenissen van het verhaal moet hij tot een doorbraak komen. Hij moet het punt bereiken van de waarheid, waar hij zichzelf niet meer voor de gek kan houden, waar hij de confrontatie moet aangaan, waar hij inziet dat hij door zijn drift van controle zichzelf, maar vooral anderen, beschadigt. In de reis naar dat punt toe speelt Dory een belangrijke rol. Deze vis is qua karakter aan Marlin tegenovergesteld. Ze heeft geen controle, ze heeft geen plannen, ze wil de werkelijkheid niet overheersen, sterker nog, ze kan dat niet (en ook dat is een kwaad. Haar geheugenverlies maakt dat ze niet kan worden wie ze is. Ze heeft geen enkele greep op haar leven en wordt als een speelbal op de golven meegenomen. Ze kan bovendien worden gemanipuleerd, wat Marlin in het begin van het verhaal ook op geniepige wijze doet). En dat geeft haar een vrijheid die Marlin niet heeft. Waar Marlin door angst wordt tegengehouden, blijft zij zwemmen. Waar Marlin wordt geplaagd door twijfel, heeft zij hoop. Waar wantrouwen Marlins deel is, ziet zij het goede in anderen. Ze heeft zich overgegeven aan een macht die groter is dan zij.
De confrontatie (pas op: SPOILER) volgt als Marlin en Dory zijn opgeslokt door een walvis. Op dat moment ziet Marlin al zijn hoop om Nemo te redden in rook opgaan. Er is geen kans meer zijn zoon terug te zien. Hij moet zijn droom opgeven. Hij kan haar niet meer verwerkelijken. Keer op keer stort hij zich tegen de baleinen, tevergeefs (terwijl Dory zich door de golfslag in de walvismuil laat voortdeinen). Er is hier een vergelijking mogelijk met de bijbelse profeet Jona, die ook in de walvis tot de ontdekking kwam dat er een grens was aan zijn controle, dat zijn macht beperkt was, en dat hij afhankelijk was van iets of iemand anders. In dit geval is het Dory die in contact staat met de walvis. Hoewel Marlin het niet gelooft, verstaat zij wat het grote, onbegrijpelijke wezen (waar ze zich op dat moment binnenin bevinden!) tegen hen zegt. Hangend aan de enorme tong, het gat van de keel onder hen, zegt Dory dat het tijd is om los te laten. Dat wil zeggen om te vertrouwen. "Maar hoe weet je dan dat er niet iets ergs gebeurt?", wil Marlin weten. "Dat weet je niet", zegt Dory. En ze laten los. Hun vertrouwen wordt niet beschaamd, de walvis heeft hen afgezet in de haven van Sydney (waar ze bovendien ook nog eens moeten vertrouwen op een shabby pelikaan).
Net zo moeten wij leren te vertrouwen op God. We kunnen niet zelf de verantwoordelijkheid dragen voor ons leven, de vervulling van onze verlangens, de veiligheid van onze geliefden, de noden en pijn van de wereld, de stabiliteit van ons werk. We hebben die dingen niet onder controle. We hebben niet eens onze eigen gezondheid onder controle (we kunnen haar wel beïnvloeden natuurlijk, maar niet met honderd procent garantie). We zijn in zekere zin overgeleverd. Aan de elementen? Dat zou hopeloos zijn. Aan God dan? Ik geloof van wel. De weg naar vrijheid is onze verantwoordelijkheid los te laten en te doen wat hij zegt: hetzelfde wat de walvis zei: vertrouwen! Weten we dan dat ons niets ergs zal overkomen? Nee. Ik geloof niet in welvaartsevangelie. Sterker nog, we kunnen er zeker van zijn dat ons erge dingen zullen treffen. Maar met de verzoeking zal God ook de uitkomst geven. We kunnen erop vertrouwen dat de uiteindelijke controle zich bij hem bevindt. Dan zijn we niet meer in de greep van angst voor onze omgeving, paniek om de toekomst, en de controle en verslaving die daar het gevolg van is. Dan kunnen we als een Dory elke situatie zien als een nieuwe uitdaging, waar de uiteindelijke afloop aan God is overgelaten.
Wat deze interpretatie voor mij bevestigde was de scene met de haaien in het begin van de film. Die is namelijk duidelijk geinspireerd op de twaalf stappen-programma's van de Anonieme Alcoholisten en dergelijke. En deze programma's zijn gebaseerd op het vertrouwen.
Van Wikipedia:
These are the original Twelve Steps as published by Alcoholics Anonymous:[10]
  1. We admitted we were powerless over alcohol—that our lives had become unmanageable.
  2. Came to believe that a Power greater than ourselves could restore us to sanity.
  3. Made a decision to turn our will and our lives over to the care of God as we understood Him.
  4. Made a searching and fearless moral inventory of ourselves.
  5. Admitted to God, to ourselves, and to another human being the exact nature of our wrongs.
  6. Were entirely ready to have God remove all these defects of character.
  7. Humbly asked Him to remove our shortcomings.
  8. Made a list of all persons we had harmed, and became willing to make amends to them all.
  9. Made direct amends to such people wherever possible, except when to do so would injure them or others.
  10. Continued to take personal inventory and when we were wrong promptly admitted it.
  11. Sought through prayer and meditation to improve our conscious contact with God as we understood Him, praying only for knowledge of His will for us and the power to carry that out.
  12. Having had a spiritual awakening as the result of these steps, we tried to carry this message to alcoholics, and to practice these principles in all our affairs. 
Het is bijna te zien als het plot van de film. Ik geloof dat dit niet alleen geldt voor mensen die verslaafd zijn aan alcohol (hoewel we eigenlijk allemaal wel aan iets verslaafd zijn, al is het maar de goedkeuring van anderen, lekker eten of ons vaste uurtje rust 's avonds). Het is de weg van de vrijheid voor ons allemaal. Om toe te geven dat we krachteloos zijn en geen invloed hebben op wat ons overkomt. Om te geloven dat er een Persoon is die groter is dan ons, die wel de verantwoordelijkheid aankan over ons leven. Om ervoor te kiezen onze wil en ons leven zelf los te laten en over te geven aan de zorg van deze Persoon. En om dit in praktijk te brengen door keuzes te maken die hiermee in overeenstemming zijn. 

maandag 15 februari 2010

Wandelen versus rennen, leven op Mars, hagedissen onder Los Angeles en de kerk: optioneel?

Vandaag weer een wat luchtiger bericht, vol met interessante nieuwtjes uit de wereld van wetenschap, film, sciencefiction en de kerk. Zo heb ik het altijd al geweten: mensen zijn erop gebouwd te wandelen en niet om te rennen! Dat verklaart waarom ik met gym op school achteraan kwam. Hardlopers zijn doodlopers!

Het killer-insect, of de moordenaar-bug: dit kleine monster lokt spinnen in de val ... door zich als prooi voor te doen ...

Leven op Mars? De donkere laag op Marsrotsen is een aanwijzing. Die laag komt ook voor op rotsen in woestijnen op Aarde en lijkt een biologische oorsprong te hebben.

Mysterieus: het grootste eencellige wezen ter wereld (zo groot als een strandbal) verbouwt misschien bacteriën ...

Een kaart uit 1934 van een hagedissensamenleving onder Los Angeles. Rare jongens die Amerikanen.

Een van mijn favoriete huidige SF-schrijvers (politiek gezien wel erg conservatief Amerikaans, maar wel met veel humor) loopt bij het schrijven ook wel eens tegen een dilemma aan. Zijn oplossing? Role playing dobbelstenen. En tegen een spiegel zingen. Ik wou dat ik een tiende van zijn fantasie had. En dat het volgende boek van John C. Wright snel uitkwam.

Een discussie op blog The Internet Monk over de kerk: is dat iets optioneels? Moet je als christen ervoor kiezen je bij de kerk aan te sluiten, of ben je deel van de kerk als je christen wordt? Belangwekkende vragen!

De complete trailer van de Franse stripverfilming Adele Blanc Sec. Door Luc Besson. Met een pterodactiel! mmm ....

Een samenvatting van de gedachten van mijn favoriete huidige theoloog N.T. Wright over Paulus. Interessant!