zondag 6 december 2009

Kerk: de kip of het ei?


Het heeft toch nog ruim anderhalve week geduurd voor ik in deze blog over de kerk begon (als we mijn boekbespreking van gisteren niet meetellen). Maar nu is het dan toch zover. En ik moet jullie alvast waarschuwen: het zal zeer waarschijnlijk niet de laatste keer zijn.
De aanleiding voor dit bericht waren het gesprek met vrienden bij de koffie na de kerk vanmiddag en een paar stukken op het internet. Beide lieten bij mij weer de vraag opkomen: wat is de kerk? Wordt het gedefinieerd door de organisatie, de zondagochtend-dienst, de taken die ondertussen en ernaast moeten gebeuren? 'Moeten' we al die dingen doen om kerk te zijn? En als dat niet het geval is, welke rol hebben structuur en organisatie dan wel?

Want structuur en organisatie zijn er. Structuur is namelijk een onlosmakelijk deel van wat het betekent mens te zijn. We zijn ordenende wezens, we onderzoeken de regelmaat van de natuur om er onze techniek op te baseren, we delen onze tijd in om in ons onderhoud te voorzien en onze passies te volgen en we maken afspraken om in relaties met elkaar te functioneren. Zoals ik iemand hoorde zeggen op een podcast: 'Als ik in mijn lichaam geen botten had, zou ik eruitzien als een plumpudding.' Ook als ik een vriend wil ontmoeten bij de koffie, pak ik de telefoon (of schrijf ik een mailtje, wat meer mijn manier is), om een afspraak te maken. Je maakt een keuze om voor elkaar tijd vrij te maken. Net zo is de kerk het resultaat van een keuze van christenen om samen met elkaar de boodschap van Jezus uit te leven, om elkaar te ontmoeten rond het kruis en de opstanding van Christus en met elkaar de onevenaarbare liefde van God te delen. Die keuze leidt tot bepaalde vormen. Tot een groep of groepen die bij elkaar komen. Tot een vaste tijd of een vaste locatie. Het Nieuwe Testament schrijft over christenen die samenkomen bij elkaar aan huis, of in de Tempel. Het schrijft over activiteiten, als gebed, het bestuderen van de bijbel, uitdelen aan anderen, het breken van het brood, liefdemalen, woorden van profetie en bemoediging. Zelfs van vermaning en van opzichters in de gemeente. Deze structuren zijn als het ware de botten van het lichaam. Hetzelfde geldt voor kerkgebouwen, zondagochtenddiensten, praiseteams, gebedsbijeenkomsten, kinderwerk, georganiseerd pastoraat en diakonaat. Het zijn de botten. Maar ze zijn niet het lichaam zelf.

Het hebben van een structuur, wil niet zeggen dat er sprake is van een kerk. Dezelfde botten kunnen prachtig aan elkaar zitten in een skelet in een biologielokaal, maar dan zit er geen leven in. Het is eerder andersom, geloof ik: de structuur is, als het goed is, de expressie van iets anders. Zo is mijn afspraak met een vriend bij de koffie een expressie van onze relatie. Wij willen elkaar gewoon heel graag zien, en daarom spreken we af. Het is niet andersom. Als we zouden afspreken omdat het moest, omdat het ons werd opgelegd, omdat het onze taak was, zou dat niet betekenen dat we elkaar sympathiek vinden, of vrienden zijn. We kunnen hooguit delen in onze weerstand tegen het juk van een verplicht samenzijn. Als de structuur de relaties vormgeeft, verdwijnen de relaties als de structuur verdwijnt. Zo gaan 'kerkvriendschappen' vaak over als een van beiden de kerk verlaat. De kerk was de reden, het doel, van de relatie en er is geen reden meer die langer in stand te houden. Men ging met elkaar om, omdat men dezelfde taak had,  men werkte niet met elkaar samen op basis van de relatie.
Andersom zal mijn vriendschap blijven bestaan, ook als we niet meer in een bepaalde koffiezaak komen. Het ging ons immers niet om de koffiezaak, die was slechts een middel. Omdat we bevriend zijn, zullen we andere manieren vinden om met elkaar in contact te komen. De vorm ontstaat uit de vriendschap. Net zo zou volgens mij de kerk (als middel) moeten ontstaan uit onze relatie als broers en zussen in Christus.

Als het met onze eenheid is zoals ik schreef in een eerder bericht, namelijk dat het onze relatie met Jezus is die ons een lichaam maakt, dan moet ons kerk-zijn daaruit voortkomen en niet andersom. De kerk is de gemeenschap (iets organisch: mensen die samen het leven delen) van mensen die met Jezus in verbinding staan, die niets anders willen dan Hem te volgen en van Hem te houden, die zich voeden met zijn liefde en zich openstellen voor zijn gerechtigheid. Zulke mensen zullen met elkaar willen optrekken, zullen met elkaar willen delen wat God hen van zichzelf heeft laten zien. Ze zullen elkaar willen bemoedigen, elkaar willen helpen, en met elkaar hun Heer en Heiland, hun God en Vader willen groot maken. En daarvoor zullen ze elkaar willen opzoeken. De structuur is dan niet hun doel meer, maar een middel dat de relatie met God en met elkaar mogelijk maakt.

Het ontstaan van de kerk, de gemeenschap van gelovigen, is iets onoverkomelijks. Het gebeurt 'als vanzelf' als we elkaar gaan liefhebben. Vervolgens zullen er vormen komen waarin we deze gemeenschap vieren.Deze vormen zijn echter niet in zichzelf belangrijk, maar ze zijn een expressie van de onderliggende waarheid, namelijk dat we als gelovigen de kerk al zijn. We hoeven er niets voor te doen om de kerk te zijn, we hoeven alleen te gaan leven in de waarheid van onze eenheid met Christus. Dat betekent voor mij dat ik nog bijna elke zondag naar de kerkdienst ga. Niet voor de vorm. Maar omdat ik er mensen ontmoet met wie ik een relatie heb, mensen die ik begin te kennen en die ook zoeken naar de waarheid van Christus. Sommigen spreek ik alleen maar even na de dienst. Dan ervaar ik al iets van gemeenschap. Maar nog belangrijker is het als we elkaar met een groepje treffen bij de koffie daarna. Vanmiddag ging het gesprek bijvoorbeeld weer over het volgen van Jezus, het ervaren van zijn liefde, hoe hij ons wil genezen van een negatief zelfbeeld, en hoe we worstelen met zonden en verslavingen. We lieten elkaar in ons hart kijken, waren niet bang om emoties te vertonen. We hebben tegen elkaar uitgesproken dat we ons willen laten corrigeren, dat we eerlijk willen zijn en open. Voor mij was dit een expressie van de kerk, van het lichaam van Jezus Christus. We vonden elkaar in onze relatie tot Hem en ervoeren de eenheid van broers en zussen. Ik hoop de volgende zondag er weer bij te zijn. Omdat ik het wil. Niet omdat ik het moet.

Verder 'leesvoer': Waarom is de kerk zo saai? Ik vind dit een mooi artikel, vooral waar hij zegt:
"We need to figure out, once again, what it means to follow Christ together. This is a plea, not a prescription. I want church to be fun again. By fun, I don’t mean entertaining or topical or cool. I can get that at concerts and movies, and they do a much better job than the church ever will. No, I want to talk. I want to listen, but to a friend instead of a sermon. I want to be taught, but only if I can ask questions and participate in dialogue. Mostly, I just want to eat, drink, laugh, and enjoy other people. That’s where I find God."